Veelgestelde vragen Aanleveren
Algemeen
Het aanstellen van een BRO-coördinator kan handig zijn. Is die er al in jouw organisatie? Dus iemand die een eerste start maakt waarna later besloten wordt waar welke taken precies in de organisatie belegd worden. Vaak is het een kwestie van samen met een paar collega’s starten. En waar mogelijk helpt de Servicedesk jou uiteraard ook verder op weg. Dus schroom niet om contact op te nemen!
De procesanalyses op de site van de Basisregistratie Ondergrond voor gemeenten, waterschappen en provincies bieden dan uitkomst. Je kunt in die rapporten zien waar de BRO de processen bij jouw gemeente, waterschap of provincie raakt. Dat maakt de implementatie van de BRO een stuk overzichtelijker.
Van de registratieobjecten die in 2021 in de BRO zitten, zijn er hoogstwaarschijnlijk maar een aantal die je moet aanleveren. Vraag na of er onderzoeken zijn gedaan waarbij deze gegevens zijn ingewonnen:
- Geotechnisch booronderzoek volgens de NEN-EN-ISO 14688 (of NEN5104 bij gegevens van voor 2020)
- Geotechnisch sondeeronderzoek
- Grondwatermonitoringput (peilbuis)
- Grondwatermonitoringnet
- Grondwatersamenstellingsonderzoek
- Grondwaterstandonderzoek
Als dit het geval is, dan moeten deze gegevens aangeleverd worden via het Bronhouderportaal. Het wandonderzoek komt in de praktijk weinig voor en de bodemkundige boormonsterbeschrijvingen worden meestal geleverd door Wageningen Environmental Research. De modellen staan al in de BRO.
De bronhouder is wettelijk verantwoordelijk voor het aanleveren van de gegevens. Dat neemt niet weg dat het voorbereidende werk uitbesteed kan worden. Bijvoorbeeld aan het bedrijf dat in opdracht van jou als bronhouder een sonderingsonderzoek doet of een grondwatermonitoringput inricht. Als die organisatie de gegevens voor jou compleet en volgens de richtlijnen voor de BRO (zoals beschreven in de catalogus) gereedmaakt is dat ideaal. De bronhouder kan die organisatie ook vragen om de gegevens klaar te zetten als ‘BRO-verzoek’ in het Bronhouderportaal. Zodra de gegevens via een machtiging in het Bronhouderportaal klaarstaan, kan de bronhouder die gegevens na controle officieel aanbieden aan de Landelijke Voorziening BRO. Lees ook de informatie voor gegevensleveranciers en de instructie bij het registratieobject waarvoor jij gegevens moet aanleveren. Om toegang te krijgen tot het Bronhouderportaal is aanmelden bij de BRO noodzakelijk.
Vraag de dataleverancier om de gegevens klaar te zetten in het Bronhouderportaal van de BRO. Je kunt dat contractueel vastleggen. Daarna hoef je alleen nog maar de gegevens te controleren. Een andere optie is om hulp van een softwareontwikkelaar te vragen. Zorg dat je systeem wordt aangepast, zodat jouw organisatie de gegevens eenvoudig kan aanleveren bij de BRO. Informeer sowieso ook bij je buurgemeente of bijvoorbeeld collega waterschap hoe zij dat doen.
Een dataleverancier in de BRO is de organisatie die de gegevens levert namens een bronhouder ofwel een bestuursorgaan. De bronhouder is bij wet verantwoordelijk voor die gegevens; het is de ‘houder’ van de bron. De dataleveranciersrol zegt dus niets over wie bijvoorbeeld de gegevens in het veld inwint of wie een put in het veld inricht namens een opdrachtgever.
Dat betekent ook dat een machtiging voor een dataleverancier in het Bronhouderportaal een machtiging is om gegevens aan te leveren en niet een machtiging om ‘te meten’.
De gegevensleverancier heeft geen verplichting om de gegevens aan te leveren aan de BRO, maar dit kun je oplossen door de contracten met jouw leveranciers aan te passen. Je kunt daarvoor deze voorbeelden van contractafspraken benutten.
Ben jij bronhouder, maar wordt de feitelijke gegevenslevering door jouw opdrachtnemers uitgevoerd? De aannemers en bureaus die voor jouw organisatie werkzaamheden uitvoeren en dus de BRO-gegevens opleveren, zijn jouw dataleverancier(s). Jij moet deze organisaties opdracht geven om de gegevens na aanmelding bij de BRO voor jou klaar te zetten in het Bronhouderportaal. Hiervoor moet jij per project de desbetreffende leveranciers machtigen in het Bronhouderportaal. Je moet vervolgens de leveringen in het Bronhouderportaal controleren om ze daarna aan de Landelijke Voorziening BRO aan te bieden.
Een brondocument is bestand met gegevens voor de Basisregistratie Ondergrond. Zo’n bestand is altijd een combinatie van ondergrondgegevens met een verzoek. Het verzoek kan bijvoorbeeld zijn om de gegevens te registreren of te wijzigen.
Het bestandsformaat voor de BRO moet altijd een XML-formaat zijn. Om de informatie te kunnen verwerken moet dat bestand bovendien voldoen aan de kwaliteitseisen van de BRO. Die kwaliteitseis wordt aangeduid met IMBRO of IMBRO/A.
Elk verwerkt verzoek aan de Landelijke Voorziening van de Basisregistratie Ondergrond is een transactie, bijvoorbeeld een verzoek om gegevens te registreren, aan te vullen of te wijzigen. Sinds het begin van de BRO zijn er tot juni 2024 al 2,6 miljoen transacties geweest. Alle transacties worden opgeslagen in het transactieregister. Je kunt in het Bronhouderportaal jouw transacties opzoeken bij ‘Bekijken’. Bekijk de uitleg hierover in het BRO’tje over het Bronhouderportaal.
Je kunt in het Bronhouderportaal de transacties van jouw organisatie filteren op transactietype (corrigeren, aanleveren, etc.) of bijvoorbeeld op BRO-ID of verzoekkenmerk (unieke code gegeven door de dataleverancier).
Het transactieoverzicht in het Bronhouderportaal wordt vooral gebruikt door softwaregebruikers omdat je de XML-bestanden kunt downloaden. Lees meer hierover in de API-documentatie. Daarnaast kan het handig zijn om in het transactieoverzicht in het Bronhouderportaal op te zoeken wat met een bepaalde registratie is gebeurd of bijvoorbeeld om te zien hoeveel correcties zijn gedaan. Ook kun je zien of er aanvullingen zijn gedaan aan het grondwaterstandsdossier.
Zorg dat je de gegevens vanaf het moment dat ze beschikbaar zijn (zodra de meetgegevens er zijn), binnen 20 werkdagen aangeleverd zijn bij de BRO. De 20-dagentermijn begint in alle gevallen op het moment dat je de meetgegevens hebt ontvangen. Het is verstandig om niet tot het einde van de 20-dagentermijn te wachten voordat je gegevens aanlevert.
Ja, dat kan zeker. Bronhouders kunnen ook optreden als dataleverancier. Een gemeente kan een andere gemeente in het Bronhouderportaal machtigen voor het aanleveren van gegevens. Op die manier kunnen bronhouders elkaar helpen.
Om gegevens in het juiste formaat te krijgen om aan te leveren bij het Bronhouderportaal, zijn voor programmeurs en softwareontwikkelaars per registratieobject technisch inhoudelijke instructies beschikbaar. Jij kunt het omzetten van de gegevens ook uitbesteden. Daarnaast zijn er inmiddels steeds meer partijen in de markt die al kant-en-klare BRO software leveren of software die is aangepast voor de BRO. Informeer in jouw branche wat er al beschikbaar is.
Als de wettelijke ingangsdatum voor een registratieobject ingaat, dan geldt de verplichting voor nieuwe gegevens. Op die manier zijn de nieuwste gegevens ook gelijk te gebruiken bij vragen in relatie tot de ondergrond. Daarna is er tijd om de oudere gegevens aan te leveren, ofwel de gegevens van voor de wettelijke invoering van het registratieobject.
De gegevens moeten bij het Bronhouderportaal aangeleverd worden in een IMBRO XML bestand. Dit formaat is specifiek voor de BRO en moet voldoen aan bepaalde regels. Om zelf software voor de BRO te ontwikkelen of software aan te passen voor de BRO staan voor programmeurs en softwareontwikkelaars instructies en verdere tips op de site. Of informeer in jouw branche of al software voor de BRO beschikbaar is.
Jij moet jouw gegevens als een valide BRO-verzoek aanleveren in het Bronhouderportaal. In een valide BRO-verzoek is het brondocument in IMBRO of IMBRO/A XML-formaat verwerkt. Technisch gezien moet jouw BRO-verzoek door de Landelijke Voorziening ‘gelezen’ ofwel verwerkt kunnen worden. Wat betreft de inhoud is per registratieobject in een catalogus vastgelegd wat de standaard is. Per registratieobject is een technische instructie beschikbaar waarin wordt uitgelegd wat jij moet doen of informeer in jouw branche of er software beschikbaar is voor de BRO.
Gegevens moeten aangeleverd worden volgens het kwaliteitsregime IMBRO. Bij het aanleveren van gegevens die zijn ontstaan voor de invoering van de BRO gelden mindere strenge regels. Je mag dan gegevens aanleveren volgens het soepelere IMBRO/A kwaliteitsregime in plaats van IMBRO. De BRO voert dan bij historische gegevens een minder strenge controle uit. Bij IMBRO/A mogen bijvoorbeeld bepaalde gegevens ontbreken of als ‘onbekend’ worden geregistreerd. Lees meer hierover in het uitgebreide antwoord.
Per registratieobject is in de catalogus te vinden voor welke gegevens minder strenge regels gelden onder het kwaliteitsregime IMBRO/A. Het is niet de bedoeling om zelf een waarde bedenken of te herleiden; zorg ervoor dat de informatie geregistreerd wordt zoals die beschikbaar is.
Een veelvoorkomende fout is het invullen van een 0-waarde wanneer een waarde niet bekend is. Een andere veelvoorkomende fout is het omzetten van een NEN 5104-beschrijving naar een NEN-EN-ISO14688 beschrijving waarbij niet alle informatie bekend is die verplicht is voor NEN-EN-ISO14688. Het is aan de gebruiker om dergelijke vertalingen te maken.
Wil je bijvoorbeeld archiefgegevens registreren in de BRO (zeer welkom!), dan hebben we wat praktische tips. Bijvoorbeeld wat is groot voor de BRO? Dit is aangegeven voor grondwaterstandgegevens, maar de limieten gelden voor elk registratieobject. Bel ook eerst de BRO Servicedesk om grote leveringen af te stemmen. De BRO Servicedesk kan aangeven of andere partijen op dat moment ook bezig zijn met het overdragen van archiefgegevens naar de BRO en of het verstandig is om te wachten tot die bulkleveringen verwerkt zijn. En als je een test doet in de demo-omgeving, dan graag met een kleine dataset.
Ja, dat maakt uit bij registratieobjecten met een materiele geschiedenis. Lees meer over de volgorde waarin je brondocumenten moet aanbieden.
Ja, en wel op basis van validatieregels die zijn afgesproken met het hele werkveld via de standaardisatieprojecten. Dit betreft de technische validatie: voldoen gegevens aan formats, waardebereiken etc. Deze validatieregels staan per registratieobject beschreven in de catalogus. Alle catalogi zijn te vinden in de BRO Productomgeving.
De inhoudelijke validatie ligt bij de bronhouder zelf. Hij valideert de gegevens die door zijn dataleveranciers aan het Bronhouderportaal zijn geleverd vóórdat die gegevens naar de LV BRO worden gestuurd. Daar moet de bronhouder zelf voorzieningen voor treffen.
Moet je bijvoorbeeld gegevens van een monitoringput of booronderzoek aanleveren? Er zijn verschillende mogelijkheden. Jouw organisatie kan zelf software ontwikkelen of bestaande software aanpassen, zodat je de gegevens in IMBRO of IMBRO/A XML kunt omzetten en aanleveren bij het Bronhouderportaal. Of je koopt software die daarvoor geschikt is. Een derde mogelijkheid is om jouw dataleverancier of uitvoerder te vragen om de gegevens voor jou aan te leveren bij het Bronhouderportaal. Jij kunt dat contractueel vastleggen en in het Bronhouderportaal de dataleverancier machtigen. De dataleverancier kan op zijn beurt de machtiging weer delegeren aan een uitvoerder als dit gewenst is.
Wat niet iedereen weet is dat de BRO bij historische gegevens een minder strenge controle uitvoert. Je levert de gegevens dan aan volgens het IMBRO/A kwaliteitsregiem in plaats van IMBRO. Bij IMBRO/A mogen bijvoorbeeld bepaalde gegevens ontbreken of als ‘onbekend’ geregistreerd worden. Per registratieobject is in de catalogus te vinden voor welke gegevens minder strenge regels gelden onder het IMBRO/A kwaliteitsregiem.
Het is niet de bedoeling om zelf een waarde bedenken of te herleiden; zorg ervoor dat de informatie geregistreerd wordt zoals die beschikbaar is. Een veelvoorkomende fout is het invullen van een 0-waarde wanneer een waarde niet bekend is, of het omzetten van een NEN 5104-beschrijving naar een NEN-EN-ISO14688 beschrijving waarbij niet alle informatie bekend is die verplicht is voor NEN-EN-ISO14688. Het is aan de gebruiker om dergelijke vertalingen te maken.
Allereerst is het afhankelijk van de situatie wat je moet doen. Zijn de gegevens aangeleverd in het Bronhouderportaal, maar zijn ze nog niet doorgeleverd? Dan kan de bronhouder de levering afkeuren. Staan de gegevens wel al in de BRO? Dan moeten de gegevens in de BRO gecorrigeerd worden. De uitleg bij Foute levering helpt je in die situaties op weg. Ook wordt daar uitgelegd hoe je een correctieverzoek kunt doen.
Je moet allereerst aangemeld zijn bij de BRO. De bronhouder kan vervolgens jouw organisatie machtigen in het Bronhouderportaal. Om in te loggen in het Bronhouderportaal heb je dan eHerkenning2+ nodig. Lees meer over hoe het Bronhouderportaal werkt en lees de informatie voor gegevensleveranciers.
NB Worden je gegevens automatisch aan de BRO doorgeleverd via het LGR (gegevens Grondwatergebruik) of via een BIS-systeem (gegevens Milieukwaliteit)? Dan is het niet nodig om je als gegevensleverancier te registreren bij de BRO. De bronhouder moet zich wel altijd registreren bij de BRO.
Ben jij gegevensleverancier of bronhouder? Jij kunt jouw organisatie heel gemakkelijk aanmelden bij de BRO waarna je met eHerkenning 2+ kunt inloggen bij het Bronhouderportaal. Een gegevensleverancier kan niet aan de slag in het Bronhouderportaal als de bronhouder nog niet een project voor de leverancier in het Bronhouderportaal heeft aangemaakt. In de handleiding van het Bronhouderportaal staat uitgelegd hoe de bronhouder een project kan aanmaken.
NB Ben je gegevensleverancier en maak je geen gebruik van het Bronhouderportaal, omdat je de gegevens aanlevert bij het LGR (gegevens Grondwatergebruik) of BIS-systeem (gegevens Milieukwaliteit)? Dan is het niet nodig om je organisatie te registreren.
Jazeker, dit kan in de demo-omgeving van het Bronhouderportaal. Zodra jouw organisatie is aangemeld bij de BRO, kun jij bij de Servicedesk een demo-account voor het Bronhouderportaal aanvragen. In de demo-omgeving kun jij alles testen zonder dat gegevens definitief worden opgeslagen in de Landelijke Voorziening BRO. Je herkent de demo-omgeving aan de groene kleur; op de ‘echte’ omgeving is deze kleur blauw.
We hebben daarbij een extra tip als je grondwaterstandonderzoek wilt testen. Je dient dan eerst de grondwatermonitoringputten aan te leveren in de demo omgeving, die dan een eigen BRO-ID in de demo-omgeving krijgen. Daarna kun je verder met het testen van de grondwaterstanden.
Bij correcties gaat het om het corrigeren van een geregistreerd gegeven, omdat er een fout is gemaakt. Bij ‘aanvullingen’ worden nieuwe gegevens toegevoegd aan een in de LV-BRO geregistreerde object. Dat is van toepassing op registratieobjecten die een zogenaamde ‘levensloop’ en dus een materiële geschiedenis hebben.
Meer uitleg vind je in de Handreiking BRO-gegevens aanleveren (paragraaf 3.4.1 over Materiële geschiedenis)
Heb je een levering klaargezet in het Bronhouderportaal en is er onderhoud aan het BRO-systeem, dan blijven je gegevens bewaard. Het Bronhouderportaal heeft een wachtrij-functionaliteit waardoor ook bij verstoringen gegevens worden vastgehouden en later worden (door)geleverd naar de Landelijke Voorziening BRO.
De Servicedesk staat voor alle BRO-gebruikers klaar om vragen te beantwoorden en problemen op te lossen. Is het complexer, dan kijken we of een van onze experts jou verder kan helpen. Wacht niet te lang en zorg dat je bij problemen tijdig aan de bel trekt bij de Servicedesk (088- 8664 999). Soms kan een telefoontje al genoeg zijn om weer verder te kunnen.
Samen maken we de BRO, dus jouw feedback is zeer welkom. Als je bijvoorbeeld twijfelt aan de juistheid van gegevens kunt je een terugmelding doen. Wil je reageren op het gebruik van BROloket, dan kun je via de Feedback-knop direct jouw reactie geven. Heb je een wens of een wijzigingsverzoek, dan lees je hier hoe dat werkt en welke stappen dan worden doorlopen.
Wil je structureel meedenken? Dan zijn er de Ketendagen en de Klankbordgroep. Verder is er natuurlijk de Servicedesk voor al jouw vragen of reacties.
Bronhouderportaal
Het oorspronkelijke plan was dat bronhouders rechtstreeks aan de Landelijke Voorziening BRO zouden gaan leveren. Dat bleek bij nader inzien complex om te organiseren, en bovendien kostbaar vanwege de ICT-voorzieningen die elke bronhouder zou moeten implementeren. Daarom heeft het ministerie het Bronhouderportaal BRO laten ontwikkelen. Daarin kan de opdrachtgever (het bestuursorgaan) de opdrachtnemer (uitvoerend bedrijf) machtigen om leveringen aan de BRO te doen, de opdrachtgever kan dit monitoren, en kan daar desgewenst zelf nog een validatie op toepassen.
Het ministerie van vro verwacht dat er bij de bronhouders geen substantiële aanpassingen in hun IT-omgeving nodig zijn, omdat handelingen die verricht moeten worden, gefaciliteerd worden door het Bronhouderportaal BRO. De verantwoordelijkheid voor de gegevens blijft in deze constructie berusten bij de bronhouder, in overeEnstemming met de wet.
Zie ook: Bronhouderportaal.
Jij kunt op www.bronhouderportaal-bro.nl inloggen als je aangemeld bent bij de BRO. Lees meer over het Bronhouderportaal. Kom je er niet uit? Neem gerust contact op met de Servicedesk.
Op 15 september 2023 is er een aanpassing voor het inloggen op het Bronhouderportaal doorgevoerd. Dat geldt ook voor de demo-omgeving van het Bronhouderportaal. Kun je niet meer inloggen of heb je niet meer de juiste rechten na het inlogen? Neem dan contact op met de BRO Servicedesk.
Met een token van het Bronhouderportaal kun je leveringen aanmaken, brondocumenten valideren, leveringen verrijken, registraties in de BRO bekijken en het BRO Transactieregister bekijken. Wil je extra tips rondom het gebruik van het Bronhouderportaal? Begin dan de dag met een BRO’tje op 14 maart 2024 (na afloop ook terug te kijken). Megan Wouters van het BRO-team laat dan zien hoe je meer haalt uit het Bronhouderportaal.
Ja, dat kan met de publieke validatieservice van het Bronhouderportaal. Je valideert dan de gegevens zonder dat je een projectnummer nodig hebt, dus je hebt geen machtiging nodig. Op die manier hoef je als dataleverancier niet te wachten op de machtiging voor het Bronhouderportaal en kun je alvast checken of je gegevens voldoen aan de kwaliteitseisen van de BRO.
De nieuwe gebruikersbeheerder heeft eHerkenning2+ nodig en moet daar dan eerst een keer mee ingelogd zijn bij het Bronhouderportaal. Vervolgens kan de bestaande gebruikersbeheerder contact opnemen met de Servicedesk om de nieuwe of extra beheerder toe te laten voegen.
Het is handig om meer gebruikersbeheerders per organisatie aan te wijzen, bijvoorbeeld bij vakantie of verlof. Let op: een gebruikersbeheerder moet altijd inloggen met eHerkenning 2+ (of hoger).
NB: Alleen een bronhouderorganisatie kan een gebruikersbeheerder hebben in het Bronhouderportaal.
Neem gewoon even contact met ons op. De BRO Servicedesk helpt je graag op weg. Bijvoorbeeld als er iets wijzigt in jouw organisatie. Jij of je collega krijgen een nieuwe functie of rol. Je wilt meer gaan doen met de BRO of je hebt een andere vraag. Zeker ook voor het Bronhouderportaal is het goed om te weten wat je moet regelen.
Ja, er is een handleiding van het Bronhouderportaal. Je vindt de handleiding van het Bronhouderportaalin de BRO Productomgeving (onderaan). Ook is er de mogelijkheid om te oefenen in de demo-omgeving van het Bronhouderportaal. Heb je vragen over wat je leest of mis je informatie? Neem contact op met de BRO Servicedesk.
Ja, er is een demo-omgeving van het Bronhouderportaal. Zodra jouw organisatie is aangemeld bij de BRO, kun je bij de Servicedesk een demo-account voor het Bronhouderportaal aanvragen.
Bronhouders kunnen dan bijvoorbeeld het aanleveren, controleren en doorleveren van gegevens in de demo-omgeving uitproberen. Jij ziet ook hoe je een project aanmaakt en rollen toekent aan uw eventuele (interne of externe) leveranciers. Ook in de demo-omgeving moeten dataleveranciers eerst gemachtigd worden voordat ze het aanleveren van gegevens kunnen testen. Dataleveranciers moeten dus ook eerst aangemeld zijn bij de BRO. Extra uitleg over het oefenen in de demo-omgeving vind je in de handleiding van het Bronhouderportaal.
In de demo-omgeving kun je alles testen zonder dat gegevens definitief worden opgeslagen in de Landelijke Voorziening BRO. Je herkent de demo-omgeving aan de groene kleur; op de ‘echte’ omgeving is deze kleur blauw.
Maak jij gebruik van eHerkenning 2+ (of hoger) voor de BRO, dan kun je daarmee ook inloggen op de demo-omgeving van het Bronhouderportaal. Jij hoeft dan dus geen demo-account aan te vragen.
Heb je de machtiging voor eHerkenning wel al goed ingesteld? Een expliciete machtiging is noodzakelijk. Je kunt dit navragen bij de eHerkenningsbeheerder van jouw organisatie.
Een andere reden waarom inloggen niet lukt, kan zijn dat jouw KvK-nummer van jouw eHerkenningsmiddel niet overeenkomt met het KvK-nummer dat is doorgegeven bij de aanmelding bij de BRO. Weet je niet met welk KvK-nummer jouw organisatie aangemeld is? Je kunt het opzoeken op de pagina Aangemeld bij de BRO.
Ja, dat is mogelijk voor bronhouders. Jij kunt e-mailaccounts aanmaken als je de gebruikersbeheerder bent van het Bronhouderportaal. De gebruikersbeheerder kan gebruikers toevoegen en ze vervolgens rechten geven in het Bronhouderportaal. Meer hierover lees je in de handleiding van het Bronhouderportaal. Mocht je een extra gebruikersbeheerder toe willen voegen, neem dan contact op met de Servicedesk. Let er wel op dat een gebruikersbeheerder altijd eHerkenning 2+ (of hoger) nodig heeft om in te kunnen loggen.
Het is niet mogelijk om een account aan te maken voor gebruikers die geen e-mailadres hebben van jouw organisatie.
Alleen medewerkers van een bronhouderorganisatie kunnen inloggen zonder eHerkenning bij het Bronhouderportaal. In plaats van met eHerkenning loggen deze medewerkers dan in met een e-mailaccount. Zo’n account kan aangemaakt worden in het Bronhouderportaal door de gebruikersbeheerder van de bronhouderorganisatie.
Niet-bronhouders en gebruikersbeheerders moeten altijd inloggen met eHerkenning. Het benodigde niveau is eHerkenning 2+.
Voor het Bronhouderportaal is minimaal eHerkenning 2+ nodig. Met eHerkenning 3 of 4 is het dus ook mogelijk om in te loggen. Als leverancier log je overigens altijd in met eHerkenning.
Bij een bronhouderorganisatie moet de gebruikersbeheerder inloggen met eHerkenning. Andere medewerkers van een bronhouderorganisatie kunnen met eHerkenning inloggen of met een e-mailaccount als de gebruikersbeheerder dit heeft aangemaakt.
Als jij een project hebt aangemaakt in het Bronhouderportaal, dan kun je in jouw project een nieuwe projectautorisatie toevoegen en daarmee de rol van projectbeheerder aan een andere collega overdragen. Deze gebruiker kan dan jouw taken overnemen tijdens je afwezigheid. Dit dien je te doen voor ieder project waarvan je bronhouder bent.
Kun je jouw vervanger niet selecteren in het Bronhouderportaal? Dan moet de gebruikersbeheerder van jouw organisatie nog een account aanmaken voor je vervanger, of de vervanger moet inloggen met eHerkenning. De Servicedesk kan jou vertellen wie de gebruikersbeheerder is van jouw organisatie.
Jouw gemeente maakt deel uit van een samenwerkingsverband. Als een medewerker van het samenwerkingsverband geen e-mailadres heeft van de gemeenten, maar wel werkzaamheden uit wil voeren in het Bronhouderportaal, dan kan dit geregeld worden via eHerkenning. Deze medewerker heeft dan een eHerkenning 2+ (of hoger) inlogmiddel nodig. Deze eHerkenning moet door de eHerkenningsbeheerder van elk van de afzonderlijke gemeenten gemachtigd worden voor het Bronhouderportaal.
Als deze medewerker vervolgens inlogt, moet diegene kiezen voor welke gemeente (bronhouder) diegene op dat moment aan de slag wil. Voor het wisselen tussen de gemeenten moet wel telkens opnieuw ingelogd worden.
Als je inlogt bij het Bronhouderportaal met jouw e-mailadres, dan is het mogelijk om 2-factorauthenticatie in te stellen. Je kunt dit aangeven in jouw profiel door rechtsboven in het Bronhouderportaal op je naam te klikken en dan te kiezen voor 'Beveiliging'.
Dit is niet van toepassing voor gebruikers van eHerkenning2+ (of hoger).
Het Bronhouderportaal neemt IMBRO of IMBRO/A XML-gegevens in. Voor het genereren van dat formaat is inderdaad software nodig. In de praktijk is het vaak de dataleverancier die over de juiste tooling beschikt, die ontwikkeld of aangepast is door softwareleveranciers voor het Bronhouderportaal. Als bronhouder hoef je dan alleen de machtiging in het Bronhouderportaal te verzorgen.
Voordat jij jouw bestand met gegevens aanbiedt in het Bronhouderportaal is het handig om het XML-formaat te testen. Speciaal daarvoor is er een (REST)validatieservice in het Bronhouderportaal beschikbaar. Ook in de demo-omgeving van het Bronhouderportaal is er een validatieservice. Heb je nog geen demo-account van het Bronhouderportaal? Mail de Servicedesk.
Als je grote bestanden en veel gegevens wilt aanleveren via het Bronhouderportaal, dan vragen we je vooraf even contact op te nemen met de BRO Servicedesk. De Servicedesk kan de levering dan inplannen. Zo zorgen we dat het Bronhouderportaal goed blijft werken en de wachtrij niet volloopt. In de BRO Productomgeving staat omschreven wat groot is voor de BRO? Deze limieten gelden voor elk registratieobject.
Eigenlijk zijn ‘archiefgegevens’ of ‘historische gegevens’ gegevens van voor de invoering van de BRO. Dus voor de wettelijke ingangsdatum van dat specifieke registratieobject. De BRO stelt het aanleveren van deze ‘archiefgegevens’ niet verplicht, maar steeds meer bronhouders maken de afweging om deze gegevens toch in de BRO te registreren Zo zijn de gegevens éénduidig vastgelegd en beschikbaar voor meervoudig gebruik. Ook zijn alle gegevens dan op 1 plek aanwezig.
NB Bij de BRO zijn er ook registratieobjecten met ‘materiele of formele geschiedenis’. Dit is dus wat anders dan archiefgegevens. In de Handreiking aanleveren BRO-gegevens wordt dit uitgelegd.
Een andere nuancering is van toepassing bij het registratieobject Grondwatermonitoringput. Een put kan in de jaren 90 al ingericht zijn. Als nog actief geme ten wordt in die put, dan valt zo’n put niet onder archiefgegevens en is men verplicht om die put te registreren in de BRO. Dat geldt is ook van toepassing in het domein Grondwatergebruik. Al is een Grondwaterproductiesysteem gerealiseerd voor de invoering van de wet Bro: als het systeem (nog) in gebruik is, is er een Grondwaterproductiedossier en moeten de gegevens van die registratieobjecten aangeleverd worden. Het gevolg hiervan is dat het Grondwatergebruiksysteem ook geregistreerd moet worden, ook al is het Grondwatergebruiksysteem voor de invoering van de wet geplaatst.
Tot slot nog twee tips:
- Wil je archiefgegevens aanleveren, maar zijn niet alle gegevens bekend die je moet aanleveren volgens de BRO-richtlijnen? Dat is begrijpelijk; de BRO was er immers nog niet toen de gegevens ingewonnen werden. Speciaal voor die gegevens geldt het soepelere kwaliteitsregime IMBRO/A, waarbij bepaalde gegevens weggelaten mogen worden of ingevuld met waarde = onbekend. In de catalogus van het registratieobject lees je om welke gegevens het gaat.
- Voordat je een grote levering met archiefgegevens klaarzet in het Bronhouderportaal, vragen we je om vooraf de Servicedesk te bellen.
Ja, dat maakt uit bij registratieobjecten met een materiële geschiedenis. Lees meer over de volgorde waarin je brondocumenten moet aanbieden.
Jij kunt als dataleverancier toegang krijgen tot het Bronhouderportaal met eHerkenning 2+ of hoger nadat jouw organisatie zich heeft aangemeld. Wel moet de bronhouder jouw organisatie nog machtigen voor het aanleveren van gegevens. Zodra dat is gebeurd, kun je aan de slag.
Jij moet in het Bronhouderportaal vooral kijken of de gegevens kloppen met de opdracht. Gaat het bijvoorbeeld daadwerkelijk om gegevens van de opgegeven locatie? Klopt de locatie? In feite kijk je dus of de gegevens plausibel zijn en of de gegevens voldoen aan de opgegeven criteria. Ook zijn er visualisaties om het controleren makkelijker te maken.
Je hoeft niet te kijken naar het technische XML-formaat; dat wordt automatisch gedaan door het systeem van de Landelijke Voorziening BRO zodra het bestand in het Bronhouderportaal is gevalideerd. Ook controleert het systeem automatisch of de waarden voldoen aan bepaalde criteria, zoals beschreven in de catalogus van het registratieobject.
Heb je iets aangeleverd aan de BRO dat niet (meer) correct blijkt te zijn? Afhankelijk van de situatie zijn er verschillende mogelijkheden. We hebben de informatie hiervoor bij elkaar gezet. Bekijk op de pagina Fouten in levering wat voor jouw situatie van toepassing is en waar je op moet letten. Ook lees je daar meer over de verschillen tussen corrigeren en aanvullen, wanneer je iets corrigeert en waarom je geen registratieobjecten uit de BRO kunt verwijderen.
In het Bronhouderportaal wordt onderscheid gemaakt tussen goedkeuren en accorderen. De controleur verzorgt de goedkeuring van de aangeleverde gegevens. De projectbeheerder verzorgt het accorderen van de levering. Dit zijn dus 2 losse stappen. Pas na de tweede stap worden de gegevens aangeleverd aan de Landelijke Voorziening. Het is mogelijk om deze twee stappen automatisch te laten uitvoeren. In de handleiding lees je hoe je dit kunt doen.
Voorheen was het in een levering in het Bronhouderportaal mogelijk om een zip-bestand te downloaden met daarin de XML-berichten. Dit is niet meer mogelijk nadat een levering is doorgeleverd. De levering is namelijk niet meer beschikbaar omdat het is doorgeleverd naar de LV BRO. Alleen vanuit gearchiveerde leveringen is het mogelijk om in het Bronhouderportaal de geleverde gegevens op te vragen. De documenten moeten dan één voor één gedownload worden; dat is best omslachtig. Het Bronhouderportaal is daar ook niet voor bedoeld. Het Bronhouderportaal is gericht op het aanleveren van gegevens en niet geschikt als ‘archief’.
Het is makkelijker om aangeleverde bestanden op te vragen vanuit de LV BRO. Dat is plek waar alle gegevens worden bewaard voor hergebruik. De aangeleverde gegevens zijn op verschillende manieren op te vragen. Lees daarvoor deze tips of ga naar de handreiking afname BRO-gegevens.
Voorheen was het in een levering in het Bronhouderportaal mogelijk om een zip-bestand te downloaden met daarin de XML-berichten. Dit is niet meer mogelijk nadat een levering is doorgeleverd. De levering is namelijk niet meer beschikbaar omdat het is doorgeleverd naar de LV BRO. Alleen vanuit gearchiveerde leveringen is het mogelijk om in het Bronhouderportaal de geleverde gegevens op te vragen. De documenten moeten dan één voor één gedownload worden; dat is best omslachtig. Het Bronhouderportaal is daar ook niet voor bedoeld. Het Bronhouderportaal is gericht op het aanleveren van gegevens en niet geschikt als ‘archief’.
Het is makkelijker om aangeleverde bestanden op te vragen vanuit de LV BRO. Dat is plek waar alle gegevens worden bewaard voor hergebruik. De aangeleverde gegevens zijn op verschillende manieren op te vragen. Lees daarvoor deze tips of ga naar de handreiking afname BRO-gegevens.
Jij kunt in het Bronhouderportaal bij jouw profiel aangeven welke e-mailnotificaties je wilt ontvangen. Als je bent ingelogd in het Bronhouderportaal, kom je in jouw profiel door rechtsboven op je naam te klikken. Je kunt automatisch een bericht ontvangen als jouw levering is gecontroleerd, vastgesteld of doorgeleverd. Ook kun je een notificatie krijgen als je een nieuwe machtiging ontvangt.
Als een terugmelding is gedaan op een registratieobject, omdat iemand twijfelt over de juistheid van de gegevens, dan staat dat registratieobject tijdelijk in onderzoek. Van de bronhouder wordt dan actie verwacht. Een overzicht van wat van jou als bronhouder in onderzoek staat, is nu ook te zien in het Bronhouderportaal. Je vindt deze informatie onder de knop “Bekijken” op het tabblad ‘Onderzoeken’.
Je kunt vrij eenvoudig de organisatie aanpassen. Klik op ‘verwijderen’ naast de naam van de gemachtigde organisatie om de machtiging te verwijderen. Vervolgens kun je een nieuwe machtiging aanmaken voor de juiste organisatie.
De putcode heeft niet dezelfde status als een BRO-ID. Een BRO-ID is een uniek kenmerk van een registratieobject in de BRO dat niet verandert. Een putcode kan wel veranderen. Een putcode heeft daarom niet dezelfde status als het BRO-ID en wordt niet getoond in het Bronhouderportaal bij het aanleveren van gegevens van een grondwatermonitoringput.
Een putcode wordt automatisch gegenereerd door de BRO zodra de gegevens worden aangeleverd. Zo’n putcode is gebaseerd op de locatie van een put (kaartblad) en een NITG-code als die er is. Als de locatie niet juist blijkt te zijn en de gegevens van een put worden gecorrigeerd, dan kan een grondwatermonitorinput dus een andere putcode krijgen als er een ander kaartblad hoort bij die nieuwe locatie.
Lees meer over BRO-ID's en putcode.
De website van het Bronhouderportaal is te vinden op www.bronhouderportaal-bro.nl. Deze omgeving staat bekend als de productieomgeving.
Daarnaast is er ook een aparte Demo-omgeving. De demo-omgeving is bedoeld om te oefenen met het aanleverproces, zonder dat er per ongeluk testdata in de BRO geregistreerd kan worden. Iedereen kan bij de BRO Servicedesk voor de Demo-omgeving een inlogaccount krijgen om zelf te ervaren hoe het aanleveren aan de BRO werkt.
Er is nog een 3e omgeving: de Acceptatie-omgeving. Deze omgeving loopt qua functionaliteit vooruit op de Productie-omgeving en is bedoeld voor deelnemers aan ketentesten.
Lees in de handleiding van het Bronhouderportaal meer over de algemene verschillen en de technische verschillen van de omgevingen.
De demo-omgeving is bedoeld om te kijken hoe het Bronhouderportaal werkt en in de demo-omgeving kun je bestanden testen. De gegevens van het testen worden niet in de BRO geregistreerd. Het is echter niet de bedoeling om die gegevens in de demo-omgeving te bewaren. In overleg met gebruikers zullen op een gegeven moment gegevens uit de demo-omgeving worden verwijderd.
Als je de gegevens voor Grondwatergebruik rechtstreeks aanlevert bij het Landelijk Grondwater Register (LGR), dan heb je het Bronhouderportaal niet nodig. Het LGR zorgt dat de gegevens aangeleverd worden bij de BRO.
Als je de gegevens in het kader van een vergunning voor Grondwatergebruik rechtstreeks aanlevert bij het Landelijk Grondwater Register (LGR), dan heb je het Bronhouderportaal niet nodig. Het LGR zorgt dat de gegevens aangeleverd worden bij de BRO. Je hoeft dan dus geen gegevens te controleren in het Bronhouderportaal.
Als je als dataleverancier heel veel projecten in je overzicht hebt staan van het Bronhouderportaal, dan is het prettig om afgesloten projecten te kunnen verbergen. Verwijderen kan niet. Maar het is wel mogelijk om machtigingen in je overzicht te verbergen.
De Bronhouderportaal-API’s worden voornamelijk gebruikt om gegevens te valideren, aan te leveren of om leveringen te bekijken. Maar wist je dat er in de loop van dit jaar een nieuwe functionaliteit is toegevoegd? Zo kun je ook je machtigingen opvragen die je ontvangen hebt in het Bronhouderportaal. Daarnaast kun je transacties en BRO-registratieobjecten bekijken waar je zelf bronhouder en/of dataleverancier van bent. Bekijk snel de mogelijkheden in de API documentatie.
Als je geautomatiseerd wilt aanleveren via de API van het Bronhouderportaal, dan is een token verplicht. Elk token is uniek en alleen te gebruiken voor de eigen organisatie. Dataleveranciers hebben ook een eigen token nodig en kunnen die aanmaken met deze instructie. Een medewerker van de bronhouderorganisatie hoeft dus geen token aan te maken voor een dataleverancier.
Bij ‘Aanleveren’ gaat het specifiek over jouw leveringen via het Bronhouderportaal. Je vindt daar allerlei functionaliteiten, die gericht zijn op het aanleverproces. Bij het tabblad ‘Bekijken’ krijg je een doorkijkje naar de landelijke voorziening. Dat is dus veel breder dan alleen jouw leveringen.
Landelijk Grondwater Register
Voor het aanleveren van gegevens van het domein Grondwatergebruik (Grondwatergebruiksysteem (GUF) en Grondwaterproductiedossier (GPD)) is het Landelijk Grondwaterregister, het LGR, de preferente route. Je hoeft dan in het Bronhouderportaal verder niets te doen.
Voor het aanleveren van gegevens die vallen onder het domein Grondwatergebruik bestaat namelijk al langere tijd een goede ingang: het Landelijk Grondwater Register (LGR), dat in beheer is bij provincies. De applicatie ondersteunt de provincies, waterschappen en gemeenten bij het uitvoeren van de wettelijke taken rond het grondwaterbeheer en het opleggen van grondwaterheffingen. Dit register voedt ook de WKO-tool. Via het LGR komen de BRO-plichtige gegevens in de Landelijke Voorziening van de BRO.
Wil je geen gebruikmaken van het Landelijk Grondwater Register, dan moeten de voor de BRO verplichte gegevens aangeleverd worden via het Bronhouderportaal.
Het bevoegd gezag – in dit geval de gemeente - is verplicht om de gegevens van het bodemenergiesysteem aan te leveren bij de BRO. De melder (GBES-eigenaar of exploitant) hoeft dat dus niet te doen.
De gemeente is de bronhouder en heeft de verantwoordelijkheid voor de aanlevering van de gegevens.
Als je hebt aangeleverd via het LGR, dan zorgt LGR dat die gegevens in de BRO komen. Je hoeft daar dan zelf verder niets meer voor te doen. De termijn van twinig werkdagen begint in alle gevallen op het moment dat je de meetgegevens hebt ontvangen. Hoewel het LGR in de regel onmiddellijk doorlevert aan de BRO, is het verstandig om niet tot het einde van de 20 werkdagen te wachten voordat je gegevens aan het LGR levert.
De gebruikershandleiding van het LGR is op te vragen bij de Landelijk functioneel beheerder van het LGR via lgr@gbo-provincies.nl.
Het werkproces voor gebruikers verandert niet. Wel zijn een paar velden aan het Landelijk Grondwaterregister (LGR) toegevoegd of qua formulering aangepast, zodat de gegevens voldoen aan de verplichtingen voor de Basisregistratie Ondergrond. Voor puntlocaties is het LGR al gereed. Voor de lijn- en vlakregistraties wordt de applicatie van het LGR nog uitgebreid. Zodra dat ook is gerealiseerd voldoen de gegevens ook aan de BRO-standaard.
Als je gegevens van grondwatergebruik aanlevert via het Landelijk Grondwater Register (LGR), dan komen automatisch de verplichte BRO-gegevens in de BRO. Dit gaat namelijk rechtstreeks, dus buiten het Bronhouderportaal om. Dat maakt het voor bronhouders en hun dataleveranciers wel zo praktisch. Je kunt die grondwatergebruiksgegevens dan bekijken via bijvoorbeeld BROloket. Een controle van die gegevens in het Bronhouderportaal is dus ook niet van toepassing.
Alle gebruikers van het LGR zijn via een nieuwsbrief en gebruikersbijeenkomsten geïnformeerd over de veranderingen in het LGR en de preferente route voor het aanleveren van gegevens van het BRO-domein Grondwatergebruik via het LGR. Daarnaast is er vanuit de BRO onder meer op 9 juni 2022 het BRO’tje Introductie Grondwatergebruik in de BRO georganiseerd.
Alle gegevens die vanaf 1 juli 2022 worden ingevoerd bij het LGR moeten voldoen aan de eisen van de BRO. Dat betekent ook dat de gegevens volledig moeten zijn. Hierop wordt tijdens het proces van gegevens invoeren gecontroleerd, waarmee deze eis wordt gewaarborgd.
De historische gegevens die zijn aangeleverd bij het LGR (alles wat geregistreerd is voor 1 juli 2022) zijn mogelijk onvolledig of niet correct.
Het bevoegd gezag is zelf verantwoordelijk voor de controle van hun historische data in het LGR en kan dit via het LGR corrigeren en aanvullen als dat nodig is. Er is 2 jaar de tijd om alle data up-to-date te maken. Daarna worden de gegevens doorgezet naar de BRO. Met de registratieverplichting van de wet BRO is ook beoogd dat de inhoud compleet en actueel blijft.
Zodra de koppeling van het LGR met de BRO operationeel is, worden gegevens vanuit het LGR automatisch geleverd aan de BRO. Dat geldt ook voor wijzigingen. Wijzigingen kunnen wel al verwerkt worden in het LGR. Zodra het LGR gekoppeld is aan de BRO, worden die aanpassingen daar ook allemaal verwerkt. Het is daarom belangrijk dat gegevens die worden aangeleverd bij het LGR voldoen aan de IMBRO-kwaliteit ofwel de kwaliteitsstandaard van de BRO.
Op dit moment worden nieuw geregistreerde installaties en gerealiseerde installaties gelijk al doorgeleverd aan de BRO vanuit het LGR. Wijzigingen op die installaties nog niet. Die worden wel verwerkt in het LGR maar nog niet doorgestuurd naar de BRO. Dat gebeurt zodra dit onderdeel operationeel waarna ook die wijzigingen automatisch worden doorgestuurd naar de BRO.
Ja, ook historische gegevens van grondwateronttrekkingen die vallen onder het domein Grondwatergebruik van de BRO, worden de komende 2 jaar gemigreerd naar de BRO. Bij historische gegevens gaat het dus om gegevens die dateren van voor 1 juli 2022 voor de start van de BRO voor het domein Grondwatergebruik. Deze historische gegevens moeten sowieso voordat ze naar de BRO gaan door de bronhouders (bevoegd gezagen) zorgvuldig gecontroleerd en - waar van toepassing - aangevuld en gecorrigeerd worden. Voor meer informatie hierover kun je contact opnemen met het LGR. Mail naar lgr@gbo-provincies.nl of bel 085 - 486 22 22.
Historisch data kan in de nieuwe velden worden aangevuld in het LGR. Er zijn (nog) geen mogelijkheden om dat in bulk te doen; dit wordt nog ontwikkeld. Zie tips bij de vraag: Hoe kan ik historische gegevens die vallen onder het domein Grondwatergebruik aanleveren?
Dat is niet nodig.
Met het gebruik van het LGR wordt impliciet toestemming gegeven voor het doorleveren van de gegevens aan de Basisregistratie Ondergrond. Als de gemeente – of ander bevoegd gezag – zorgt dat de gegevens goed worden aangeleverd bij het LGR, dan is dat voldoende. Het LGR levert de gegevens dan door aan de BRO.
Als een gemeente expliciet bij het LGR aangeeft dat ze geen toestemming geven voor het doorleveren van de gegevens aan de Basisregistratie Ondergrond, dan levert het LGR de betreffende gegevens niet door naar de BRO. De gemeente is dan zelf verantwoordelijk voor dat de wettelijk verplichte gegevens aangeleverd worden bij de BRO via de andere route, te weten het Bronhouderportaal.
Het gebruik van LGR impliceert automatisch dat je toestemming geeft om de gegevens aan de BRO door te leveren. Alleen als een bronhouder geen toestemming geeft om de gegevens van LGR door te leveren naar de BRO, moet dit per mail gemeld worden aan BIJ12/GBO/LGR: lgr@gbo-provincies.nl.
Je moet dan zelf de gegevens aanleveren via het Bronhouderportaal. Volg hiervoor de instructie voor het aanleveren van gegevens voor Grondwatergebruiksysteem en de instructie voor het Grondwaterproductiedossier.
Wil je het LGR, BIJ12 of het GBO alsnog toestemming geven om de gegevens toch wel door te laten leveren aan de Basisregistratie Ondergrond? Neem dan contact op met het LGR. Mail naar lgr@gbo-provincies.nl of bel 085 - 486 22 22.
Als je de gegevens in het kader van een vergunning voor Grondwatergebruik rechtstreeks aanlevert bij het Landelijk Grondwater Register (LGR), dan heb je het Bronhouderportaal niet nodig. Het LGR zorgt dat de gegevens aangeleverd worden bij de BRO. Je hoeft dan dus geen gegevens te controleren in het Bronhouderportaal.
Nee, de huidige formulieren zijn op dat punt niet volledig. Er wordt gezocht naar een praktische oplossing ter overbrugging van de periode tot de DSO-formulieren gereed zijn.
Op dit moment is het niet mogelijk om een zaaksysteem te koppelen aan het LGR. De eerste stap in het verbeteren en optimaliseren van de gegevensverwerking naar het LGR, is het realiseren van een (bulk-)uploadfaciliteit. Waarbij vanuit een zaaksysteem benodigde uploadbestanden worden gecreëerd. Vanwege de diversiteit in zaaksystemen is het niet mogelijk om voor elk zaaksysteem een koppelvlak te bouwen.
Net als bij het koppelen van een zaaksysteem aan het LGR, is voor de aanlevering van bestanden met (bulk)gegevens een koppelvlak nodig. Dit koppelvlak moet nog worden ontwikkeld. Zodra dat er is, zal het LGR daar meer informatie over geven. Het streven van het LGR is om dat begin 2023 gereed te hebben.
Als vergunninghouder, waarvan de gebruiksgegevens, niet correct in het LGR staan kun je contact opnemen met het bevoegde gezag om de gegevens te laten aanpassen.
Als bevoegd gezag ofwel bronhouder kun je zelf de gegevens in het LGR corrigeren. De verwerking van die aanpassing naar de BRO vindt dan automatisch plaats.
Ben je geen van beide, dan is het mogelijk om een terugmelding te doen bij de BRO als je denkt dat de gegevens onjuist zijn. Er wordt dan contact opgenomen met de bronhouder.
Fouten en correcties
Allereerst is het de vraag of de levering in de BRO geregistreerd is. Is dat nog niet het geval en staan de gegevens wel al klaar in het Bronhouderportaal, vraag dan de bronhouder om de levering af te keuren. De gegevens staan dan nog niet definitief in de Landelijke Voorziening BRO. Je kunt de levering dan aanpassen en opnieuw aanbieden in het Bronhouderportaal. Zijn de gegevens wel al gecontroleerd en geregistreerd in de BRO, dan kun je via een correctieverzoek de gegevens aanpassen.
Voor verschillende bronhouders heeft TNO data vanuit DINO gemigreerd naar de Basisregistratie Ondergrond. Als daarna (nog) correcties nodig zijn van die data, dan is het aan de bronhouder om een andere partij bereid te vinden om die gegevens te corrigeren (tenzij bij die migratie vanuit DINO fouten zijn gemaakt). Datzelfde geldt voor terugmeldingen op gemigreerde data.
Het aanleveren van een correctieverzoek verloopt op dezelfde manier als een registratieverzoek. Een correctieverzoek wordt als IMBRO of IMBRO/A XML via het Bronhouderportaal aangeleverd aan de bronhouder. De bronhouder dient de correctie vervolgens door te leveren aan de Landelijke Voorziening.
Kijk voor het maken van een correctieverzoek bij de aanleverinstructie van het registratieobject. Daar staat omschreven hoe dat werkt. In je correctieverzoek moet je aangeven bij welk BRO ID jouw correctie hoort, waarom jij een correctie doet en wat de correctie is.
Een dag na het doorleveren van de correctie zijn de wijzigingen zichtbaar in het BROloket en bij PDOK. Via de SOAP API's en REST uitgifteservices zijn de gecorrigeerde gegevens direct beschikbaar.
NB Bij sommige registratieobjecten wordt aangegeven dat het technisch nog niet mogelijk is om via een correctieverzoek de gegevens te corrigeren. Bel dan de Servicedesk.
Het attribuut correctionReason (correctiereden) geeft aan waarom (een deel van) het registratieobject wordt vervangen of gecorrigeerd. Er zijn 4 verschillende toegestane waarden voor het veld correctionReason:
- bronhouder. Hiermee kun jij de bronhouder van het registratieobject corrigeren. Je mag verder geen andere correcties opnemen in het brondocument; je mag alleen de bronhouder wijzigen.
- eigenCorrectie. Dit is een correctie op initiatief van de dataleverancier of bronhouder.
- inOnderzoek. Wanneer het registratieobject in onderzoek staat vanwege een terugmelding, dien jij deze correctiereden te gebruiken.
- kwaliteitsRegime. Hiermee kan het attribuut kwaliteitsregime, zoals aangeboden bij het starten van de registratie, gecorrigeerd worden. Je mag alleen het kwaliteitsregime aanpassen.
Deze informatie over de correctiereden staat ook in de berichtencatalogus inname van het registratieobject. Voor geotechnisch sondeerdonderzoek (CPT) en grondwatermonitoringput (GMW) staat deze informatie in het innamehandboek. Je vindt deze documenten in de BRO Productomgeving.
Bij correcties gaat het om het corrigeren van een geregistreerd gegeven, omdat er een fout is gemaakt. Bij ‘aanvullingen’ worden nieuwe gegevens toegevoegd aan een in de LV-BRO geregistreerde object. Dat is van toepassing op registratieobjecten die een zogenaamde ‘levensloop’ en dus een materiële geschiedenis hebben.
Meer uitleg vind je in de Handreiking BRO-gegevens aanleveren (paragraaf 3.4.1 over Materiële geschiedenis)
Als gegevens foutief geregistreerd zijn in de BRO en aangepast moeten worden, dan kun je via een correctieverzoek de gegevens aanpassen. Dit kan alleen als jij zelf de bronhouder bent, of als je dit als gegevensleverancier namens een bronhouder doet.
Ben jij niet zelf de gegevensleverancier of bronhouder en je twijfelt aan de juistheid van gegevens, dan kun je een 'terugmelding' doen. Hoe je een terugmelding doet, lees je op de pagina over onjuistheden.
De registratiebeheerder van de BRO, TNO, beoordeelt de terugmeldingen en beslist of het registratieobject in onderzoek wordt genomen. De bronhouder onderzoekt dan de melding en kijkt of en welke correctie noodzakelijk is. Op die manier verbeteren we samen de kwaliteit van de BRO.
Verwijderen van regestratieobjecten uit de BRO mag wettelijk niet. Wel kan een registratieobject uit registratie genomen worden. Deze gegevens worden dan als het ware gearchiveerd in de LV BRO en zijn dan niet meer op te vragen of te bekijken via het BROloket en PDOK. Via REST en SOAP zijn deze registratieobjecten nog wel te vinden. Er wordt dan aangegeven dat een BRO-ID uit registratie is genomen; de gegevens zijn verder niet te zien.
Voorkom foute aanleveringen door gebruik te maken van de testomgeving ofwel demo-omgeving van het Bronhouderportaal. Je kunt in de demo-omgeving oefenen met het aanleverproces, zonder dat er per ongeluk testdata in de BRO geregistreerd kan worden.
De bronhouder moet contact opnemen met de BRO Servicedesk om een dubbele levering te laten verwijderen. Daarbij moet aangegeven worden om welke BRO-ID's het gaat. Via de Servicedesk kan na een dubbele levering gecorrigeerd worden. Een van de BRO-ID’s van een dubbele levering wordt dan uit registratie genomen. Het is niet mogelijk om dit via een correctieverzoek te doen, want daarmee is het alleen mogelijk om gegevens van een registratie te wijzigen.
Er worden geen registratieobjecten uit de BRO verwijderd. Wel kan een registratieobject uit registratie genomen worden. Ze zijn dan niet meer op te vragen of te bekijken.
Jazeker, dit kan in de demo-omgeving van het Bronhouderportaal. Zodra jouw organisatie is aangemeld bij de BRO, kun jij bij de Servicedesk een demo-account voor het Bronhouderportaal aanvragen. In de demo-omgeving kun jij alles testen zonder dat gegevens definitief worden opgeslagen in de Landelijke Voorziening BRO. Je herkent de demo-omgeving aan de groene kleur; op de ‘echte’ omgeving is deze kleur blauw.
We hebben daarbij een extra tip als je grondwaterstandonderzoek wilt testen. Je dient dan eerst de grondwatermonitoringputten aan te leveren in de demo omgeving, die dan een eigen BRO-ID in de demo-omgeving krijgen. Daarna kun je verder met het testen van de grondwaterstanden.
Ja, dat kan met de publieke validatieservice van het Bronhouderportaal. Je valideert dan de gegevens zonder dat je een projectnummer nodig hebt, dus je hebt geen machtiging nodig. Op die manier hoef je als dataleverancier niet te wachten op de machtiging voor het Bronhouderportaal en kun je alvast checken of je gegevens voldoen aan de kwaliteitseisen van de BRO.
Dit is mogelijk via de BRO Servicedesk nadat de nieuwe gemeente is aangemeld bij de BRO. Jij kunt de nieuwe gemeente pas aanmelden als de nieuwe gemeente een KvK-nummer en OIN heeft. Bekijk het uitgebreide antwoord op de vraag wat je moet doen bij een gemeentelijke herindeling.
Nee, binnen de BRO mogen objecten niet uit registratie worden gehaald om vervolgens opnieuw aan te leveren. De BRO is bedoeld om eenduidige en betrouwbare data over de ondergrond van Nederland te bieden. Daarvoor is het essentieel dat we zorgvuldig omgaan met aangeleverde gegevens.
Alle gegevens in de BRO hebben een historie die bewaard moet blijven. Onjuiste gegevens worden daarom niet weggegooid, maar gecorrigeerd. Zo blijft de geschiedenis van een object zichtbaar en is later altijd te achterhalen wat er is aangepast, wanneer en waarom. Dit is belangrijk voor de betrouwbaarheid en herleidbaarheid van de gegevens.
Hoe je een fout corrigeert, hangt af van de situatie. Op basisregistratieondergrond.nl vind je een overzichtelijke uitleg: Wat te doen bij een foutieve levering?
Ben je geen bronhouder of leverancier, maar twijfel je aan de juistheid van gegevens? Dan kun je een terugmelding doen. Zo houden we samen de BRO betrouwbaar.
Software
Op de speciale pagina voor Softwareontwikkelaars vind je veel tips. Verder staat in de BRO Productomgeving staat de Handreiking aanleveren BRO-gegevens.
Data in de BRO vallen in de categorie geo-informatie en daarvoor is een NEN3610- conform format ontwikkeld, genaamd IMBRO/XML. Per datatype wordt de exacte inhoud hiervan in het dataproject bepaald. Een gebruiker dient zelf zorg te dragen voor de vertaling van het NEN3610-conforme format naar zijn eigen systeemomgeving.
Naast IMBRO is er ook IMBRO/A, dat een beperktere set attributen bevat. IMBRO/A is van toepassing op reeds bestaande gegevens, waarvan niet alle BRO-vereiste attributen voorhanden zijn.
Meer informatie over het aanleveren van gegevens is te vinden in de Handreiking aanleveren BRO-gegevens.
U kunt in de BRO Productomgeving diverse voorbeeldbestanden bekijken. Je kunt het aanleveren van gegevens testen in de demo-omgeving van het Bronhouderportaal, zodat je kunt zien hoe het Bronhouderportaal werkt. Heb je geen toegang tot de demo-omgeving, neem dan contact op met de BRO Servicedesk.
Vraag de dataleverancier om de gegevens klaar te zetten in het Bronhouderportaal van de BRO. Je kunt dat contractueel vastleggen. Daarna hoef je alleen nog maar de gegevens te controleren. Een andere optie is om hulp van een softwareontwikkelaar te vragen. Zorg dat je systeem wordt aangepast, zodat jouw organisatie de gegevens eenvoudig kan aanleveren bij de BRO. Informeer sowieso ook bij je buurgemeente of bijvoorbeeld collega waterschap hoe zij dat doen.
De BRO moet, net als alle basisregistraties, voldoen aan door de overheid opgestelde regels, zoals: werken onder architectuur en zoveel mogelijk houden aan geldende nationale en internationale standaarden. In de architectuur BRO is vastgelegd welke standaarden gebruikt moeten worden binnen de systemen van de BRO.
De catalogi van de BRO voldoen aan de implementatie van de Europese wet- en regelgeving, de EU-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie ofwel INSPIRE (zie voor meer informatie de website van Geonovum). Deze wetgeving schrijft metadata-standaarden voor. Geonovum ontwikkelt en beheert de Nederlandse metadataprofielen als onderdeel van het Raamwerk Geostandaarden. Deze profielen zijn gebaseerd op het basismodel geo-informatie (NEN 3610) en een verbijzondering van de internationale metadatastandaarden van ISO en bevatten eveneens de metadatavereisten uit de EU-richtlijn INSPIRE.
Om jouw software aan te passen om het juiste BRO-verzoek te laten genereren, zijn technische XML schema definities (XSD’s) beschikbaar: https://schema.broservices.nl/xsd/. Je vindt daar generieke BRO schema’s (brocommon) en specifieke schema’s. Handig om te weten is dat 'is' staat voor innameservice en 'ds' staat voor dispatch ofwel de uitgifteservice.
Wil je meer weten? Bekijk alle instructies die inmiddels beschikbaar zijn en lees daar meer over de mogelijkheden.
In de Handreiking BRO-gegevens aanleveren (hoofdstuk 7) vind je enkele specifieke, kleine stukjes code uit XML-bestanden van een BRO-verzoek. Dat kan praktisch zijn voor softwareleveranciers en anderen die gegevens willen aanleveren en op zoek zijn naar extra uitleg van de opbouw van een BRO-verzoek. Bekijk dat en ontdek meer in de praktische handreiking voor BRO-gebruikers; een algemene introductie voor het opstellen van XML-bestanden voor de BRO.
In de catalogus van elk registratieobject staan waardenlijsten met de toegelaten waarden van bepaalde attributen. Het is mogelijk om een lijst met alle waarden op te vragen bij de LV BRO via een REST-service. Er zijn verschillende opties. Je kunt bijvoorbeeld alle waardelijsten opvragen voor een registratieobject. Maar ook kun je de inhoud van waardelijsten opvragen. Als resultaat ontvang je dan een JSON-bericht met daarin alle waarden van een bepaalde waardelijst met de beschrijvingen. Volg daarvoor de instructie van de REST-service. Die instructie bevat de beschrijving van de interface van de waardelijst service (Engels: "reference code service" of kortweg "refcode service").
Bij sommige objecten worden alle beschikbare gegevens altijd in 1x geregistreerd. De registratie van gegevens over zo'n object is dan een eenmalige gebeurtenis en hebben geen levensloop. Andere objecten kennen een levensloop met een begin en een eind. In de tussenliggende periode kunnen gebeurtenissen optreden, die geregistreerd moeten worden in de LV-BRO. Een registratieobject met levensloop is bijvoorbeeld Bodemkundig booronderzoek (BHR-P) en Grondwaterstandonderzoek (GLD) en zonder is bijvoorbeeld Geotechnisch Sondeeronderzoek (CPT) en Grondwatersamenstellingsonderzoek (GAR). Meer uitleg hierover vind je in de praktische Handreiking BRO-gegevens aanleveren (paragraaf 3.1).
Bij materiële geschiedenis gaat het om een verandering in de werkelijkheid, waardoor bestaande gegevens een andere waarde krijgen of bestaande gegevens niet langer van belang zijn of dat er nieuwe gegevens ontstaan. Bij formele geschiedenis gaat het om corrigeren van een geregistreerd gegeven, omdat er een fout is gemaakt. Meer uitleg vind je in de een van de gegevenscatalogi of de praktische Handreiking BRO-gegevens aanleveren (paragraaf 3.4).
Bij aanvullingen worden nieuwe gegevens toegevoegd aan het in de LV-BRO geregistreerde object. De aangeboden gegevens zijn niet al aanwezig in de registratie. Bij aanvullingen worden nieuwe waarden voor reeds in de LV-BRO geregistreerde gegevens gemeld. Hierbij moet ieder tweetal van opeenvolgende waarden verschillend zijn.
Bij correcties gaat het om het corrigeren van een geregistreerd gegeven, omdat er een fout is gemaakt. Meer uitleg vind je in de praktische Handreiking BRO-gegevens aanleveren (paragraaf 3.4.1 bij 'Materiële geschiedenis').
Lever je gegevens aan de BRO voor een registratieobject waarbij een van de aan te leveren attributen het tijdstip is, zoals bijvoorbeeld bij grondwaterstandonderzoek (GLD), dan is het belangrijk dat jouw softwareleverancier de ISO 8601 standaard goed toepast. De meeste computertalen doen dit automatisch goed. Ben je betrokken bij softwareontwikkeling voor de BRO, lees dan meer over het afhandelen van tijdstippen op de BRO Productomgeving.
Het KvK-nummer staat bij jouw ontvangen machtiging (achter de naam van de bronhouder) in het Bronhouderportaal. Zo hoef je het KvK-nummer van de bronhouder niet ergens anders op te zoeken en weet je zeker dat je het juiste nummer gebruikt. Een complete lijst van de bronhouders met KvK-nummers vind je op de pagina Aangemeld bij de BRO.
Voordat je jouw bestand met gegevens aanbiedt in het Bronhouderportaal is het handig om het XML-formaat te testen. Speciaal daarvoor is er een (REST)validatieservice in het Bronhouderportaal beschikbaar. Ook in de demo-omgeving van het Bronhouderportaal is er een validatieservice. Heb je nog geen demo-account van het Bronhouderportaal? Mail de Servicedesk.
Je kunt volledig geautomatiseerd BRO-gegevens opvragen via een SOAP API. Je vindt de instructie hiervoor op de site van Basisregistratie Ondergrond. Nadat je bent aangesloten op de SOAP API's is de overgang van de demo-omgeving naar de productieomgeving niet meer dan het aanpassen van het endpoint voor de productieomgeving en het vervangen van het testcertificaat door uw eigen geldig certificaat. Als het endpoint is aangepast, is de aansluiting op de SOAP API voor dit registratieobject gerealiseerd.
In de Handreiking voor afname BRO-gegevens staat hoe de url van een endpoint is opgebouwd. Met die uitleg is het mogelijk om alle endpoints af te leiden.
Naast de mogelijkheid om op BROloket ondergrondgegevens en ondergrondmodellen te bekijken en te downloaden, zijn er ook diverse BRO-webservices. Op BROloket hebben we alle mogelijkheden op een rij gezet. Naast deze webservices is het ook mogelijk om de kenset of volledige dataset (Atom-feed) op PDOK te downloaden. Een overzicht van de uitgiftekanalen van de BRO staan ook beschreven in de Handreiking Afname BRO Gegevens.
Voor de BRO nemen softwareleveranciers een belangrijke rol in. Zij faciliteren bronhouders bij het voorbereiden en aanleveren van gegevens aan de BRO en helpen gebruikers om data in de gewenste set op te vragen. Elke twee weken is er op donderdagochtend een online Softwareplein. Verder kun je natuurlijk contact opnemen met de Servicedesk en de vragen/antwoorden van het Softwareplein raadplegen bij de BRO Productomgeving.