Instructie aanleveren (GMW)

Elk registratieobject heeft specifieke aandachtspunten om gegevens goed te kunnen registreren in de BRO. Raadpleeg daarom de handige links hiernaast en de aanvullende informatie, zoals de storymaps en het scopedocument. Het helpt om een goed beeld te krijgen van Grondwatermonitoringput (GMW). Raadpleeg ook de andere handige links hiernaast.  Bekijk ook de catalogus. Vervolgens kan je met jouw softwareleverancier aan de slag.

Gegevens voor de BRO moet je namelijk als brondocument aanleveren via het Bronhouderportaal. Je moet de gegevens dan aanbieden als ‘BRO-verzoek’. In onderstaande instructie beschrijven we hoe je zo’n BRO-verzoek maakt voor grondwatermonitoringput (GMW) en/of hoe je jouw software kunt aanpassen.

Wat is een BRO-verzoek?

Een 'BRO-verzoek' bestaat uit het brondocument verpakt in een 'request'. Het brondocument is het document met de authentieke gegevens die geregistreerd worden in de landelijke voorziening BRO. Voor elk registratieobject staat in de bijbehorende catalogus waar die Schematische afbeelding van wat een BRO-verzoek isgegevens aan moeten voldoen. Vervolgens is het BRO-verzoek het bestand in IMBRO/XML-formaat dat het BRO-brondocument bevat en als verzoek wordt aangeboden in het Bronhouderportaal . Dit is ook wel de 'request'.

Stapsgewijs een BRO-verzoek maken

Er zijn voorbeelden van BRO-verzoeken.

Deze voorbeelden komen overeen met de technische XML berichtenschema's (XSD’s) .

Daarnaast zijn er meer generieke BRO-schema's: 'brocommon' en 'gmwcommon'.

In de Koppelvlakbeschrijving GMW inname en het Innamehandboek Grondwatermonitoringput vind je een uitgebreide beschrijving van de wijze waarop je de gegevens van een grondwatermonitoringput (GMW) kunt opnemen in een verzoek voor de Basisregistratie Ondergrond (BRO). Weliswaar hoef je vanwege het Bronhouderportaal BRO geen koppelvlak met SOAP te realiseren, de koppelvlakbeschrijving van de Landelijke Voorziening BRO bevat alle attributen uit de catalogus in IMBRO/XML-formaat om je op weg te helpen. Ook staat in de bijlage van de koppelvlakbeschrijving een praktische codelijst.

De inhoud: het brondocument

Onderzoeksgegevens moeten omgezet worden naar een BRO-brondocument dat voldoet aan de kwaliteitseisen van de BRO. Waar van toepassing moeten  de onderzoeksgegevens nog aangevuld worden met (meta)gegevens om tot het vereiste kwaliteitsniveau te komen. Let op: lever je gegevens van historische putten? Dan moet je een coderegel toevoegen in het XML-bericht. Lees meer daarover in deze mededeling.

Om onderzoeksgegevens om te zetten naar een BRO-brondocument kun je gebruikmaken van de gegevensstandaard:

  1. Catalogus Grondwatermonitoringput (informatiemodel) + aanvullende werkafspraak putcode en werkafspraak inmeten

Het resultaat is een BRO-verzoek (inclusief brondocument) dat aangeboden kan worden aan het Bronhouderportaal.

Met de validatieservice kunt je jouw BRO-verzoek testen. Herstel vervolgens de geconstateerde fouten, voordat je de gegevens aanlevert via het Bronhouderportaal.

Geautomatiseerd gegevens aanleveren

Het is ook mogelijk om de gegevens als 'BRO-verzoek' geautomatiseerd aan te leveren via het Bronhouderportaal. Volg daarvoor de instructie in de online API documentatie van het Bronhouderportaal.

Belangrijk: putten actueel houden

Heb je jouw putten geregistreerd in de BRO? Dan is de volgende stap om deze putten actueel te houden. Als eigenaar, bronhouder of beheerder van grondwatermonitoringputten weet je dat een put aan verandering onderhevig kan zijn. Er kan sprake zijn van het inkorten of oplengen van een buis, putten krijgen een andere eigenaar of onderhouder, een nieuwe beschermconstructie of de hoogtegegevens van maaiveld of bovenkant buis zijn veranderd. In de BRO spreekt men dan van een ‘aanvulling.’ Als bronhouder geef je de nieuwe, actuele gegevens binnen 20 werkdagen (gerekend vanaf het bekend worden van deze gegevens) door aan de BRO. Je maakt dan een BRO-verzoek voor een aanvulling en levert dit aan via het Bronhouderportaal. Detailinformatie over de bijbehorende brondocumenten vind je in het Innamehandboek GMW. De oude gegevens blijven voor de gebruiker van de BRO opvraagbaar, want ze worden niet overschreven. De putgeschiedenis is op die manier inzichtelijk.

Tip: bestaande putten

Wil je gegevens van een bestaande put aanleveren? Dan is het handig om te weten dat je in één BRO-verzoek de gegevens kunt geven van de inrichting van een put én de gegevens van in het verleden opgetreden veranderingen van de putgegevens. Je levert dus een put met voorgeschiedenis aan. Deze mogelijkheid is ontwikkeld voor bronhouders die gegevens van bestaande putten uit archieven willen opnemen in de BRO. Belangrijk: heb je in het verleden gegevens aangeleverd aan DINO (Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond). Neem dan eerst contact op met de Servicedesk.

Correctieverzoek

Is er sprake van een foute levering en zijn jouw gegevens geregistreerd in de landelijke voorziening BRO? Het is mogelijk om de gegevens te corrigeren door het maken van een BRO-verzoek en dat aan te bieden aan het Bronhouderportaal. Omdat Grondwatermonitoringput een registratieobject met geschiedenis is, zijn 4 soorten correctieverzoeken mogelijk: invoegen, verwijderen, verplaatsen of vervangen. In hoofdstuk 4 van het Innamehandboek Grondwatermonitoringput wordt dit uitgelegd. Volg dus dezelfde stappen als het aanleveren van gegevens om een correctieverzoek te maken en bekijk het voorbeeldbericht. In de Koppelvlakbeschrijving GMW inname staan verdere XML-aanwijzingen en een overzicht van de combinaties die beschikbaar zijn.

Heb je een dubbele levering gedaan? Neem dan contact op met de Servicedesk.