Validatieservice

Met de validatieservice kun je testen of een levering verwerkt kan worden door de BRO, zonder dat er daadwerkelijk een levering wordt gedaan in het Bronhouderportaal. Je kunt op die manier fouten uit jouw levering halen voordat je de gegevens daadwerkelijk aanlevert. Op deze pagina staat een aantal aandachtpunten van deze validatieservice.

Voordelen

Wanneer je gebruikmaakt van de validatieservice om jouw levering te valideren, dan wordt er geen upload van je gegevens gedaan in het Bronhouderportaal. Op die manier wordt voorkomen dat een testbestand per ongeluk wordt opgeslagen in de Landelijke Voorziening. De service waarmee je kunt testen of jouw leveringsbestand verwerkt kan worden door het Bronhouderportaal, is ook beschikbaar in de demo-omgeving.

Wat test de validatieservice

Als je gegevens wilt aanleveren bij het Bronhouderportaal, moet dat in de vorm van een 'BRO-verzoek'. Dat is een bestand in IMBRO/XML-formaat dat moet voldoen aan bepaalde eisen. Hoe je zo'n aanleverbestand maakt, staat in de instructie voor het registratieobject waarvoor je gegevens aanlevert. De validatieservice controleert of jouw IMBRO/XML-bestand voldoet aan de eisen van de BRO.

Aandachtspunten: endpoint en token

Met de API van het Bronhouderportaal kun je volledig geautomatiseerd IMBRO/XML-bestanden aanleveren aan het Bronhouderportaal of jouw bestanden valideren. De API is RESTful opgezet. Wanneer je alleen gebruik wilt maken van de validatieservice, dan gebruik je hiervoor het validatie-endpoint en heb je een validatietoken nodig. Je kunt een validatietoken aanmaken in het Bronhouderportaal door de blauwe balk van jouw organisatie open te klikken. Vervolgens zie je een tabblad genaamd 'tokens' waar je een validatietoken aan kunt maken.

Wil je via de API brondocumenten aanleveren? Dan heb je een aanlevertoken nodig en gebruik je het upload-endpoint. Een aanlevertoken kan aangemaakt worden in het project waar de gegevens op aangeleverd moeten worden. Als je de instructie voor de demo-omgeving zoekt, dan kun je deze vinden in de API-instructie voor de demo-omgeving.