Leverplicht gemeenten
Er leven bij gemeenten en gegevensleveranciers vragen over de leverplicht van de Basisregistratie Ondergrond (BRO). Op deze pagina wordt uitgelegd hoe je weet wat je als gemeente moet aanleveren. We gaan hier met name in op de domeinen ‘Bodem- en grondonderzoek’, 'Milieukwaliteit', ‘Grondwatermonitoring’ en ‘Grondwatergebruik’ van de BRO.
Algemeen
Kort gezegd betekent de leverplicht het volgende: een bestuursorgaan moet gegevens aanleveren aan de BRO als dit bestuursorgaan BRO-gegevens ontvangt bij de uitvoering van een publieke taak of bij het verrichten van werkzaamheden.
Hoe werkt het?
Je moet als gemeente allereerst goed kijken: voer je een publieke taak uit of verricht je werkzaamheden? Ja, dan is het de vraag met welke ondergrondgegevens je te maken hebt. Er zijn immers veel soorten ondergrondgegevens, maar welke moet je aanleveren? Hieronder geven we per registratiedomein de aandachtspunten, zodat je een eerste indruk krijgt.
NB: Het enkele feit dat de gemeente bijvoorbeeld de bouw van iets financiert, valt niet onder ‘het verrichten van werkzaamheden’. Alleen als de gemeente zelf een werkzaamheid uitvoert of daartoe opdracht geeft, bijvoorbeeld tot de bouw van iets, dan is er sprake van ‘het verrichten van werkzaamheden’. Bekijk eventueel ook deze voorbeelden van leverplicht.
Bodem- en grondonderzoek
Bodem en grondonderzoek is een breed begrip. In de BRO hebben we het over bodem- en grondonderzoek als het gaat over de registratieobjecten booronderzoek, geotechnisch sondeeronderzoek en wandonderzoek. Een gemeente heeft voornamelijk te maken heeft met booronderzoek/geotechnische boormonsterbeschrijving en boormonsteranalyse (BHR-GT) en geotechnisch sondeeronderzoek (CPT).
Milieuhygiënisch bodemonderzoek valt niet onder het registratiedomein Bodem- en grondonderzoek, maar onder het registratiedomein Milieukwaliteit (zie uitleg verderop in dit artikel).
Er wordt ook onderscheid gemaakt in de achtergrond/discipline waarvoor de informatie verzameld wordt. Zo verplicht de Wet Bro (nog) niet tot leveren van resultaten van booronderzoek in het kader van archeologie. En in tegenstelling tot Milieukwaliteit, hoeft de gemeente gegevens over bodem- en grondonderzoek alleen te leveren aan de BRO, wanneer de gemeente deze gegevens ontvangt bij het verrichten van werkzaamheden, bijvoorbeeld als opdrachtgever.
Als een gemeente een gegeven ontvangt van bodem- of grondonderzoek bij de uitvoering van een publieke taak (bijvoorbeeld als bevoegd gezag, zoals bij het verlenen van een vergunning), wordt dit voorlopig niet aan de BRO geleverd. De reden is dat het loket van de Omgevingswet nog geen BRO-standaarden voorschrijft, waardoor levering aan de BRO te veel werk zou zijn.
Milieukwaliteit
Er is ook bodemonderzoek dat bestaat uit onder andere booronderzoek en/of grondwateronderzoek om bijvoorbeeld de aanwezigheid van verontreinigde stoffen te bepalen. Dit is Milieuhygiënisch bodemonderzoek (SAD) en dat hoort bij het domein Milieukwaliteit. Als je de resultaten hiervan ontvangt of genereert bij de uitvoering van een wettelijke taak – bijvoorbeeld het verlenen van een vergunning - of bij het verrichten van werkzaamheden, lever je deze aan de BRO.
Het streven is dat Overheidsbesluit bodemverontreiniging (SLD) als registratieobject wordt aangewezen per 1-1-2026. Vanaf die datum geldt dan ook de leverplicht voor dit registratieobject.
Grondwatermonitoring en Grondwatergebruik
De leverplicht voor gemeenten voor grondwatermonitoringgegevens is – voorlopig - beperkt tot gegevens die de gemeente ontvangt of genereert bij het verrichten van werkzaamheden.
Kern is of een gemeente een onderzoek in het kader van grondwatermonitoring ten minste 1 jaar uitvoert of laat uitvoeren. Is dat het geval? Dan moeten die gegevens aangeleverd worden aan de BRO. Hieronder staan de belangrijkste punten. Het geeft een goede impressie van wat wel en wat niet valt onder de BRO.
- Gegevens (van put/peilbuizen, monitoringnet en grondwaterstanden) van gemeentelijke meet- of monitoringnetten die ‘voor onbepaalde tijd’ zijn ingericht als onderdeel van de wettelijke taak tot ‘grondwaterzorg’ van gemeenten zijn BRO-plichtig.
- Gegevens van gemeentelijke, projectmatige meetnetten, waarin 1 jaar of langer wordt gemeten, zijn BRO-plichtig. Dit geldt ook voor meetnetten die ‘in opdracht van’ de gemeente door derde partijen worden ingericht en beheerd.
- Wordt er korter dan 1 jaar gemeten, dan moet je kijken of de gegevens de BRO-gegevens van die locatie aanvullen. Kijk bijvoorbeeld of de gegevens herbruikbaar zijn en kijk of dat opweegt tegen de registratie-inspanningen. Het is dan belangrijk dat die gegevens ook aangeleverd worden aan de BRO.
- Gegevens van monitoringnetten van derden (bijvoorbeeld van bouw-projectontwikkelaars), die de gemeente wel ‘gebruikt’ in haar uitvoeringstaken, hoeven niet te worden geregistreerd.
Let op: onderstaande gegevens vallen niet onder Grondwatermonitoring maar onder het registratiedomein Milieukwaliteit.
- Gegevens van monitoringnetten van milieuhygiënische projecten, waarin het met name gaat om het langdurig monitoren van de verontreiniging van de bodem en het grondwater (door meermaals peilbuizen te bemonsteren);
- Gegevens die onder de Wet bodembescherming of Wet milieubeheer - nu Omgevingswet - vallen.
Grondwatergebruik
Daarnaast is er ook nog het domein Grondwatergebruik (grondwater-onttrekkingen). Als de gemeente gegevens over grondwateronttrekkingen ontvangt of genereert bij het verrichten van werkzaamheden of bij de uitvoering van een wettelijke taak, levert de gemeente deze gegevens aan de BRO. Dat kan via het Landelijk Grondwaterregister (LGR). Hieronder vallen ook gegevens van gesloten bodemenergiesystemen, waarvoor de gemeente een vergunning verleent – dus een wettelijke taak uitvoert.
