Wet Bro

Vanaf 1 januari 2018 is de Wet Basisregistratie Ondergrond (Bro) van kracht. Daarin is onder meer vastgelegd dat Bestuursorganen  de wettelijke taak hebben om gegevens over de ondergrond aan te leveren en te gebruiken: aanleverplicht en afnameplicht. Ook is er een wettelijke meldplicht en onderzoeksplicht.

De Wet Bro regelt de inrichting en opbouw van een basisregistratie ondergrond. In deze basisregistratie komen gegevens over:

  • de geologische en bodemkundige opbouw van de ondergrond die voortkomen uit verkenningen
  • ondergrondse constructies
  • gebruiksrechten
  • authentieke modellen in relatie tot de ondergrond

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de inrichting en het beheer en ziet toe op het gebruik van de BRO. TNO, de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek, verricht in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de Minister van BZK de feitelijke werkzaamheden voor de inrichting en het beheer van de BRO.

De Wet Bro is een kaderwet, die de structuur, de rollen en de verantwoordelijkheden vastlegt voor de BRO. De aanwijzing van de specifieke gegevens die moeten worden aangeleverd, gebeurt in een aantal stappen (‘tranches’) via een Algemene Maatregel van Bestuur, het zogeheten Besluit BRO.

Besluit Bro

In de Wet Bro is bepaald dat gegevens worden geregistreerd op basis van brondocumenten. In het Besluit Bro worden die documenten aangewezen. Het Besluit regelt daarmee de feitelijke gegevensinhoud van de BRO. Elke keer als er een nieuw te registreren object aan de BRO wordt toegevoegd, wordt het desbetreffende brondocument in het Besluit opgenomen. Per 1 januari 2018 is de eerste tranche van de BRO in werking getreden voor deze drie registratieobjecten. Per 1 januari 2020 is de tweede tranche van de BRO in werking getreden voor deze 8 nieuwe registratieobjecten. Op 1 januari 2021 en 1 juli 2021 zijn deze 7 registratieobjecten in werking getreden. Op 1 januari 2022 en 1 juli 2022 zijn deze 9 registratieobjecten in werking getreden.

Regeling Bro

De uitvoeringstechnische aspecten van elke tranche worden vastgelegd in een ministeriële regeling, de zogeheten Regeling Bro. De Regeling ‘volgt’ het Besluit Bro, en wordt dus ook per tranche ingevoerd. In de Regeling staan bepalingen over onder andere:

  • de technische en administratieve inrichting van de BRO
  • levering van brondocumenten via het bronhouderportaal
  • catalogus met gegevensstandaarden:  de eisen waaraan de aan te leveren gegevens moeten voldoen
  • de inzage in en verstrekking van gegevens

4 plichten in de Wet Bro

Lees meer over de plichten die voortkomen uit de Wet Bro.

Handreiking Woo

Hoe moeten bronhouders omgaan met BRO-gegevens in het kader van de wet Woo?

Aansprakelijkheid

Wie kan aansprakelijk worden gehouden bij gebruik van onjuiste informatie uit de basisregistratie ondergrond? Het advies van Croon advocaten geeft daar antwoord op.