Grondwatergebruik
Onder het domein Grondwatergebruik vallen de registratieobjecten Grondwatergebruiksysteem (GUF) en Grondwaterproductiedossier (GPD). De gegevens die daarvoor vanaf 1 juli 2022 aangeleverd moeten worden, hebben we op een rij gezet. Raadpleeg daarvoor de extra uitleg over aanleverplicht bij Grondwatergebruik.
Onder het domein Grondwatergebruik vallen de registratieobjecten Grondwatergebruiksysteem (GUF) en Grondwaterproductiedossier (GPD). Raadpleeg eventueel de extra uitleg over Grondwatergebruik om te weten over welke grondwatersystemen het gaat en wie de bronhouders zijn.
De gegevens van Grondwatergebruik moeten vanaf 1 juli 2022 aangeleverd worden bij de BRO. De preferente route hiervoor is via het Landelijk Grondwater Register (LGR). Het LGR biedt deze ingang namelijk al geruime tijd voor de gegevens over grondwateronttrekkingen en bodemenergiesystemen. Het LGR is in beheer bij de provincies en werkt aan een rechtstreekse koppeling met de BRO. De applicatie ondersteunt de provincies, waterschappen en gemeenten bij het uitvoeren van de wettelijke taken rond het grondwaterbeheer en het opleggen van grondwaterheffingen. Dit register voedt ook de WKO-tool.
Vanaf 1 juli 2022 kan iedere bronhouder BRO-gegevens voor GUF en GPD invoeren via het LGR. Via het LGR komen de BRO-plichtige gegevens in de Landelijke Voorziening van de BRO.
De gegevens kunnen ook via het BRO Bronhouderportaal ingevoerd worden, maar ze worden dan niet automatisch opgenomen in de WKO-tool.
Vergunnings- en meldingsplichtige grondwaterputten die zijn gezet om grondwater mee te onttrekken (en waarin niet wordt gemonitord) vallen onder het registratieobject Grondwatergebruiksysteem en worden vanaf 1 juli 2022 opgenomen in de BRO. Dat geldt dus ook voor putten die geboord zijn voor bluswater. Deze putten vallen niet onder grondwatermonitoringput (GMW) maar onder het registratieobject grondwatergebruiksysteem (GUF).
Gegevens van grondwatergebruiksystemen (GUF) staan al geregistreerd in het Landelijk Grondwater Register (LGR) .De preferente route voor het aanleveren van deze gegevens aan de BRO is daarom via het LGR. Via het LGR komen de BRO-plichtige gegevens in de Landelijke Voorziening van de BRO. De gegevens kunnen ook via het BRO Bronhouderportaal ingevoerd worden, maar ze worden dan niet automatisch opgenomen in de WKO-tool.
De informatie die wordt verzameld tijdens het boorproces van dergelijke putten vallen onder het registratieobject Booronderzoek. Die gegevens moet de bronhouder aanleveren bij de BRO via het Bronhouderportaal.
Grondwaterdrainage is geen onttrekking in de zin van de Waterwet als het gaat om ‘passieve hemelwaterinfiltratie’. Deze vorm van onttrekking is niet vergunningsplichtig. Bovendien ontbreken de gegevens om het te kunnen registeren. Deze grondwaterdrainagesystemen worden niet opgenomen in het Landelijk Grondwaterregister (LGR) en dus ook niet in de BRO.
Het kan zijn dat de drainage wel in de WIBON (Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken) geregistreerd moet worden; dit staat los van de BRO. Dat geldt ook voor KLIC (Kabels en Leidingen Informatie Centrum).
Moeten wadi’s en infiltratiegrind-kratten voor overtollig regenwater geregistreerd worden in de BRO?
Nee, deze vormen van opvang van overtollig regenwater, zoals wadi’s en infiltratiegrind-kratten, kunnen niet geregistreerd worden in de BRO. De gegevens van deze (passieve) hemelwaterinfiltratie zijn niet goed meetbaar en worden niet structureel vastgelegd door gemeentes. Het is daarom (nog) niet haalbaar om deze systemen te registreren in de BRO.
Dat geldt ook voor natuurlijke bronnen van ‘spontaan’ aan het maaiveld uittredend grondwater in hellend gebied, zoals bronnen in het Limburgse heuvelland en al dan niet ‘bekiste’ Veluwse sprengen. Debietmetingen van deze bronnen worden nu niet structureel uitgevoerd door waterbeheerders. Ook deze gegevens worden dus nog niet geregistreerd in de BRO.
De gegevens van een bronbemaling - een proces waarbij tijdelijk grondwater wordt opgepompt - horen bij het domein Grondwatergebruik en vallen onder het registratieobject grondwatergebruiksysteem als de bronbemaling vergunnings- of meldingsplichtig is. Vaak is dat het geval. Dit kan bijvoorbeeld van toepassing zijn bij een bouwput of sleufbemalingen (drooghouden van bouwputten of sleuven) of een grondsanering (een grondwateronttrekking om een verontreiniging mechanisch te verwijderen).
Gegevens van vergunnings- en meldingsplichte grondwatergebruiksystemen worden al geregistreerd in het Landelijk Grondwater Register (LGR). De preferente route voor het aanleveren van deze gegevens aan de BRO is daarom het LGR. Via het LGR komen de BRO-plichtige gegevens in de Landelijke Voorziening van de BRO. De gegevens kunnen ook via het BRO Bronhouderportaal ingevoerd worden, maar ze worden dan niet automatisch opgenomen in de WKO-tool.
Alle vergunnings- en meldingsplichtige onttrekkingen en infiltraties moeten worden geregistreerd in het LGR, ongeacht de constructiewijze van de onttrekkingsfaciliteit.
Ja, zowel open als gesloten wko-systemen (ook wel kwo-systemen) worden geregistreerd in de BRO. Bij deze ‘ondiepe’ systemen wordt warmte of koude in de ondergrond opgeslagen. Omdat er – weliswaar indirect – sprake is van het gebruik van grondwater, hoort het bij het domein Grondwatergebruik. De gegevens van de systemen vallen onder het registratieobject Grondwatergebruiksysteem. De productiegegevens van open WKO systemen vallen onder het registratieobject Grondwaterproductiedossier. In het werkveld worden deze ondiepe systemen ook wel bodemenergiesystemen genoemd. Aardwarmte ofwel geothermie is weer iets anders. Bij aardwarmte wordt in de diepe ondergrond warm water gewonnen en dat valt onder het BRO-domein Mijnbouwwet.
Gegevens die vallen onder het domein Grondwatergebruik (grondwatergebruiksystemen en grondwaterproductiedossiers) staan al geregistreerd in het Landelijk Grondwater Register (LGR). De preferente route voor het aanleveren van deze gegevens aan de BRO is daarom het LGR. Via het LGR komen de BRO-plichtige gegevens in de Landelijke Voorziening van de BRO. De gegevens kunnen ook via het BRO Bronhouderportaal ingevoerd worden, maar ze worden dan niet automatisch opgenomen in de WKO-tool.
Een WKO-systeem is allereerst een ondiep bodemenergiesysteem (maximaal 500 meter diep), waarbij gebruik gemaakt wordt van het bufferende vermogen van de ondergrond. Als het een gesloten systemen is, dan vallen de gegevens en het registreren daarvan onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Bij grote gesloten systemen is de provincie bronhouder. Gaat het daarentegen om een open systeem waarbij grondwater wordt ‘verpompt’ uit een watervoerende laag, dan is de provincie sowieso het bevoegd gezag en dus bronhouder.
Een WKO-systeem valt onder het domein Grondwatergebruik (grondwatergebruiksystemen en grondwaterproductiedossiers). Deze gegevens staan geregistreerd in het Landelijk Grondwater Register (LGR). De preferente route voor het aanleveren van deze gegevens aan de BRO is daarom het LGR. Via het LGR komen de BRO-plichtige gegevens in de Landelijke Voorziening van de BRO. De gegevens kunnen ook via het BRO Bronhouderportaal ingevoerd worden, maar ze worden dan niet automatisch opgenomen in de WKO-tool.
In principe zijn bijna alle gegevens uit alle BRO-domeinen relevant voor systemen voor warmte-koudeopslag: boor- en sondeergegevens, grondwatermonitoringgegevens en grondwatergebruiksgegevens. Ook de modelgegevens in de BRO geven inzicht in de opbouw van de ondergrond, de grondwatertoestand en het grondwatergebruik.