Bodemenergiesystemen in de BRO

Vanaf 1 juli 2022 geldt de plicht om bodemenergiesystemen te registreren in de BRO. Op dat moment kan de Landelijke Voorziening BRO-gegevens over het registratieobject grondwatergebruiksysteem (GUF) opslaan, en kunnen de gegevens worden aangeleverd via het Bronhouderportaal van de BRO. Het gaat daarbij om alle warmte/koude-opslag (WKO) systemen: zowel gesloten bodemenergiesystemen (GBES) als open systemen (OBES). Dit zijn systemen met een diepte van maximaal 500 meter beneden maaiveld. Met deze BRO-registratie wordt zichtbaar waar zich GBES en OBES bevinden.

GBES

Een GBES is een gesloten verticale bodemwarmtewisselaar,  zogenoemde bodemlussen, voor één gebouw of één of meer woningen. De bodemlus bestaat uit een dikwandige kunststof (PE)-slang, waardoor water of water met bioglycol  wordt gepompt. Het water neemt de warmte of koude van de bodem op en geeft deze door aan de warmtepomp. In deze gesloten bodemenergiesystemen wordt dus geen gebruikgemaakt van grondwater, maar van de in de bodem opgeslagen warmte of koude . De warmtepomp verhoogt/verlaagt  de temperatuur, zodat deze geschikt is om een woning of gebouw te verwarmen of te koelen.

Binnen de BRO is het vanaf 1 juli 2022 mogelijk om meerdere coördinaten van de constructie vast te leggen. Dit is van toepassing als de constructie een horizontale lus of een korf omvat. Bij een verticale lus worden alleen de coördinaten van in- en uittredende buizen vastgelegd.

Plichten bij GBES

1. Meldingsplicht voor GBES

Het installeren van een  GBES is meldingsplichtig en in sommige gevallen vergunningsplichtig vanuit het Activiteitenbesluit (gebaseerd op Wet milieubeheer) en het Besluit lozen buiten inrichtingen ofwel Blbi (gebaseerd op Wet milieubeheer en Wet bodembescherming). In de meeste gevallen zijn de gemeenten daarvoor bevoegd gezag. Bij grote gesloten systemen is er sprake van vergunningplicht en is de provincie bevoegd gezag. In het kader van die meldings- of vergunningsplicht moeten (toekomstige) eigenaren van een GBES gegevens van dat GBES aanleveren aan het bevoegd gezag.

2. Verplicht aanleveren GBES door gemeenten of provincie

Bestuursorganen, bij GBES dus de gemeenten en provincies, hebben  vanuit hun bevoegd gezag-rol vanaf 1 juli 2022 de plicht om de gegevens van een GBES te registreren in de BRO onder het registratieobject Grondwatergebruiksysteem. Het Landelijk Grondwater Register is voor deze gegevens al langere tijd een goede ingang. Deze ingang is daarom preferent voor het aanleveren van deze gegevens aan de BRO. De gegevens kunnen ook via het BRO Bronhouderportaal ingevoerd worden, maar ze worden dan niet automatisch opgenomen in de WKO-tool. Bestuursorganen worden geregistreerd als bronhouder van deze gegevens.

De registratieplicht in de BRO geldt dus niet voor particulieren en bedrijven (de eigenaren van een GBES).

3. Boring voor GBES vastleggen onder booronderzoek

Als er bij  de aanleg van de GBES een boring wordt uitgevoerd, dan moet deze in principe ook door het betreffende bevoegd gezag geregistreerd worden onder het registratieobject Booronderzoek (BHR). De BRO is voor dit registratieobject al gereed, dus bronhouders kunnen deze gegevens nu al registreren. Maar de meeste boormonsterbeschrijvingen van een GBES zijn dusdanig summier dat ze vallen onder toegepast geologisch booronderzoek (BHR-AG), dat voorlopig niet is opgenomen in de BRO. De boring kan dan niet geregistreerd worden in de BRO.

OBES

Bij een OBES of WKO wordt gebruikgemaakt van de warmte en koude die van nature aanwezig is in de bodem en het grondwater.  Om precies te zijn: er wordt gebruikgemaakt van het van het bufferend vermogen  van de bodem en het grondwater. Daarbij wordt gebruikgemaakt van grondwater; dat wordt omhoog gepompt voor verwarming of verkoeling en na gebruik weer teruggebracht in de bodem.

Plichten bij OBES

1. Vergunningplicht voor OBES

Bij een OBES is sprake van directe onttrekking van grondwater. De provincie is daarom bevoegd gezag in het kader van de Waterwet (en straks de Omgevingswet) en daarmee zijn OBES vergunningplichtig. In het kader van die vergunningsplicht moeten (toekomstige) eigenaren van een GBES gegevens van dat GBES aanleveren aan de provincie.

De watervergunning geldt ook voor het lozen van afvalwater dat ontstaat bij aanleg en onderhoud van dit systeem. Deze vergunning is van toepassing vanaf het moment dat de installatie wordt aangelegd tot het moment dat deze buiten gebruik wordt gesteld.

2. Verplichte BRO registratie van OBES gegevens door provincies

Bronhouders, bij OBES de provincies, hebben in de kader van de Wet Bro de plicht om de gegevens van het grondwatergebruiksysteem en het grondwaterproductiedossier aan te leveren aan de BRO. Het Landelijk Grondwater Register is ook voor deze gegevens al langere tijd een goede ingang. Deze ingang is daarom preferent voor het aanleveren van deze gegevens aan de BRO. De gegevens kunnen ook via het BRO Bronhouderportaal ingevoerd worden, maar ze worden dan niet automatisch opgenomen in de WKO-tool. De provincies worden geregistreerd als de bronhouders van deze gegevens.

De registratieplicht in de BRO geldt dus niet voor particulieren en bedrijven (de eigenaren van een OBES).

3. Boring voor OBES vastleggen onder booronderzoek

Als er voor de aanleg van de OBES een boring wordt gedaan, dan moet deze in principe geregistreerd worden onder het registratieobject Booronderzoek (BHR). De BRO is voor dit registratieobject al gereed, dus bronhouders kunnen deze gegevens nu al registreren.

Als de boormonsterbeschrijvingen van een OBES relatief summier zijn, dan vallen ze onder toegepast geologisch booronderzoek (BHR-AG), dat voorlopig niet is opgenomen in de BRO. De boringen  kunnen dan niet geregistreerd worden in de BRO.


Dieper dan 500 meter?

Aardwarmte ofwel geothermie is weer iets anders. Bij aardwarmte wordt in de diepe ondergrond (dieper dan 500 meter) warm water gewonnen en dat valt onder het BRO-domein Mijnbouwwet.