Geologisch booronderzoek (BHR-G)

Geologisch booronderzoek (BHR-G) staat bijna altijd in het teken van kartering of modellering. Het bestaat uit een geologische boormonsterbeschrijving en een geologische boormonsteranalyse.

Gebruik

De gegevens van geologisch booronderzoek worden gebruikt voor kartering of modellering. Daarmee wordt in feite de basis gelegd voor andere vormen van onderzoek.

Geologische boormonsterbeschrijving (BHR-G-BMB)

Bij een geologisch boormonsterbeschrijving worden boormonsters beschreven vanuit geologische kennis. Het schetst de opbouw van de ondergrond en de eigenschappen die bij de geologische lagen horen. Er is daarbij extra aandacht voor aspecten die gaan over afzettingsmilieus. Voorbeelden hiervan zijn schelpensoorten, grindsoorten en andere aspecten van een boormonster.

Geologische boormonsteranalyse (BHR-G-BMA)

Bij een geologische boormonsteranalyse worden bepalingen gedaan om de stratiegrafische indeling beter te kunnen bepalen en eigenschappen van bepaalde afzettingen te kunnen duiden. Op die manier geeft een geologische boormonsteranalyse informatie over de opbouw van de ondergrond die verwerkt kan worden in de geohydrologische modellen van de BRO.

De bepalingen die zijn opgenomen voor geologische boormonsteranalyse zijn:

  1. Korrelgrootteverdeling
  2. Kalkgehalte
  3. Organischestofgehalte
  4. Organisch koolstofgehalte
  5. Zwavelgehalte
  6. Verzadigde waterdoorlatendheid
  7. Watergehalte
  8. Volumieke massa
  9. Droge volumieke massa
  10. Volumieke massa vaste delen
Steekkernen
Steekkernen van geologisch booronderzoek die gevlagd zijn om te bemonsteren

Documenten

Alle documenten en technisch inhoudelijke instructies staan in de BRO Productomgeving.

Aanleverplicht geldt voor:

Gemeenten, provincies, waterschappen, ministeries van  EZK, IenW, Defensie en LNV.