Bodemkundig booronderzoek (BHR-P)

Bodemkundig booronderzoek (BHR-P) is belangrijk voor inzicht in samenstelling en opbouw van de bodem. Het beschrijft de bodemkundige opbouw van het meest ondiepe deel van de bodem en ondergrond aan de hand van een boring. Dat onderzoek kan bestaan uit een bodemkundige boormonsterbeschrijving en een boormonsteranalyse.

Gebruik

De informatie uit een bodemkundig booronderzoek is belangrijk voor de landbouw, fruitteelt, natuur, gebiedsontwikkeling en bouw. Het laat namelijk zien waar de bodem het meest geschikt voor is.

Planning

De deelonderzoeken van bodemkundig booronderzoek worden stapsgewijs aan de BRO toegevoegd. Dat begint met de bodemkundige boormonsterbeschrijving in tranche 1 en daarna volgt de bodemkundige boormonsteranalyse in tranche 3.

Bodemkundige boormonsterbeschrijving (BHR-P-BMB)

De grond die met de boring naar boven komt, laat de diverse lagen in de ondergrond goed zien.  De beschrijving van opeenvolgende lagen van grondsoorten uit een boring, is het boormonsterprofiel. Dit boormonsterprofiel maakt deel uit van de boormonsterbeschrijving.

Deze gegevens zijn belangrijk om te kunnen zien hoe dit deel van bodem en ondergrond gebruikt kan worden.

Bodemkundige boormonsteranalyse  (BHR-P-BMA)

Een boormonsteranalyse onderzoekt boormonsters door er metingen aan te doen. Dit gebeurt eigenlijk altijd in een laboratorium. Deze bodemkundige analyses worden gedaan om meer te weten te komen over de samenstelling, opbouw en vorming van bodem. Voor de analyse worden delen van een boormonster, de intervallen, gebruikt.

monster
Bodemkundig monster

Booronderzoek

Planning

Bodemkundige boormonsterbeschrijving valt in Tranche 1, inwerkingtreding 1-1-2018.

Bodemkundige boormonsteranalyse valt Tranche 3, inwerkingtreding 1 - 7-2021, maar hier geldt een overgangstermijn tot eind 2021.

Documenten

Alle documenten en technisch inhoudelijke instructies staan in de BRO Productomgeving

Aanleverplicht geldt voor:

Provincies, waterschappen en het ministerie van EZK, IenW, Defensie en LNV.

Daarnaast kan het voorkomen dat ook andere bestuursorganen, zoals gemeenten en rijksdiensten, opdrachten uitzetten om bodemkundige boorprofielen te verzamelen en te beschrijven.