Grondwaterspiegeldiepte
Het model Grondwaterspiegeldiepte wordt in opdracht van bronhouder Ministerie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gemaakt door Wageningen Environmental Research (WENR). Sinds 2022 maakt het model Grondwaterspiegeldiepte deel uit van de Basisregistratie Ondergrond. Het is nu dus een wettelijk model, dat betekent dat het gebruik verplicht is voor bestuursorganen. Ook zijn gebruikers verplicht om een terugmelding bij de BRO te doen als ze twijfelen over de juistheid van een aspect van het model.
Op BROloket is een kaartlaag gepubliceerd met de titel 'modeldocumentatie'. Daarin wordt verwezen naar rapporten waarin de gebruikte methodes staan beschreven:
De rapporten worden meegeleverd in de download van het model.
Voor hoog-Nederland zijn de veldmetingen in de periode 1994-2004 uitgevoerd. Voor laag-Nederland zijn de veldmetingen in de periode 2011-2020 uitgevoerd.
Het model Grondwaterspiegeldiepte wordt regelmatig geactualiseerd. De laatste jaren zijn meerdere veldcampagnes uitgevoerd om het model regionaal te actualiseren. Het gaat om onder andere laag-Friesland, de Noordoostpolder, oostelijk Flevoland en zuidelijk Flevoland. Deze resulaten zitten inmiddels ook in de BRO.
Het model Grondwaterspiegeldiepte richt zich primair op het niet-verharde, niet-bebouwde deel van Nederland. In het stedelijk gebied kan de grondwaterspiegeldiepte door menselijke invloeden in de ondergrond een grote variatie hebben op een kleine schaal. Hiervoor is het model Grondwaterspiegeldiepte niet geschikt waardoor het stedelijk gebied een witte vlek vormt in het model. Bij rivieren wordt er gesproken over oppervlaktewater waardoor deze niet worden meegenomen in het model Grondwaterspiegeldiepte.
De Klimaateffectatlas of de Archeologische Landschappenkaart van de RCE tonen informatie van pre-stedelijk landschap onder stedelijk gebied.
De ruimtelijke resolutie van het model Grondwaterspiegeldiepte is 50m x 50m.
Het Model Grondwaterspiegeldiepte kent talloze toepassingen. Het bestaat namelijk uit verschillende kaarten die de schommelingen weergeven van de grondwaterspiegeldiepte. Dit kan gebruikt worden bij vraagstukken over de conditie van de natuur op een bepaalde plek, berekeningen van gewasopbrengsten, uitspoeling van nutriënten en bestrijdingsmiddelen en ruimtelijke planvorming. Het model wordt ook gebruikt bij schadeberekeningen van ingrepen in het grondwatersysteem en bij natuurherstel- en ontwikkeling, voor het aanwijzen van beschermde gebieden in het kader van de Habitatrichtlijn en voor onderbouwing van aanvragen voor derogatie in de Nitraatrichtlijn van de EU. Ook kan gedacht worden aan onderzoek naar nitraat of fosfaat, afbraak van organische stof De gegevens van de gemiddelde grondwaterspiegeldiepte in het voorjaar wordt bijvoorbeeld weer veel toegepast in de ecologie.
Het Model Grondwaterspiegeldiepte is landsdekkend en richt zich primair op het niet-verharde, niet-bebouwde deel van Nederland.
De gebruiksschaal varieert van lokaal (gemeentelijk) tot nationaal niveau. Vaak zal het Model Grondwaterspiegeldiepte worden gebruikt in combinatie met de Bodemkaart, bijvoorbeeld omdat de vochtleverantie aan vegetaties en gewassen van zowel grondwaterspiegeldiepte als bodemopbouw afhankelijk is. Voor specifiek gebruik is het raadzaam een grondwater-expert te raadplegen bij het interpreteren van het model.
Het model Grondwaterspiegeldiepte is gericht op gewas en vegetatie. Dan is het maaiveld belangrijker als referentieniveau dan een vast niveau als NAP. Voor planten is het belangrijk hoe diep de wortels vanaf het maaiveld moeten reiken om aan voldoende vocht te komen. Als je NAP zou gebruiken dan is de relatie tussen plant en grondwaterspiegel minder duidelijk.
De Grondwatertrappenkaart was voorheen een gecombineerde laag in de Bodemkaart van Wageningen Environmental Research. In de BRO zijn deze kaarten opgenomen als 2 aparte registratieobjecten bij de Modellen. De Grondwatertrappenkaart is als onderdeel van het model Grondwaterspiegeldiepte in de BRO beschikbaar. Naast de grondwatertrappen-informatie worden ook andere grondwaterkarakteristieken in dit model opgenomen, zoals de fluctuatie van de grondwaterspiegel.
De Grondwatertrappenkaart was voorheen een gecombineerde laag in de Bodemkaart en is nu opgenomen in het Model Grondwaterspiegeldiepte.
De grondwatertrappenkaart (Gt-kaart) geeft met klassen (grondwatertrappen) een ruimtelijk beeld van de dieptes waartussen de diepte van de grondwaterspiegel jaarlijks gemiddeld fluctueert. Grondwatertrappen zijn een classificatie van gemiddeld hoogste en laagste grondwaterstanden (GHG’s en GLG’s). De Grondwatertrappenkaart is gebaseerd op tijdreeksen die zijn waargenomen in peilbuizen, op gerichte opnamen van de diepte van de grondwaterspiegel in boorgaten, op hydromorfische kenmerken in het bodemprofiel en op landschappelijke kenmerken. De nauwkeurigheid van de Grondwatertrappenkaart is niet gekwantificeerd en alleen vast te stellen door validatie.
Het Model Grondwaterspiegeldiepte geeft voor gridcellen van 50 bij 50 meter de GHG, de GLG en de grondwatertrappen (Gt). Het model is met statistische methodiek tot stand gekomen, waarbij onder meer de Bodemkaart is gebruikt. De nauwkeurigheid van het Model Grondwaterspiegeldiepte is gekwantificeerd in de vorm van 300 realisaties (mogelijke waarden) van GHG, GLG en Gt per gridcel. Uit deze informatie kunnen de vertrouwde Gt-kaarten worden gemaakt, maar ook kaarten van GHG en GLG afzonderlijk, kaarten dat kritische niveaus worden overschreden, kaarten die informeren over nauwkeurigheid en over variatie binnen kaartvlakken, etc.