Milieukwaliteit: Datakwaliteit, terugmelding en valideren
Dit is inderdaad mogelijk. De BRO zal data dus altijd voorzien van een ‘timestamp’. In de communicatie zullen we erop wijzen dat in het gebruik van milieudata materiekennis noodzakelijk blijft. Dit is vergelijkbaar met de manier waarop bijvoorbeeld Bodemloket de data presenteert.
Nee, dit kan per definitie niet het geval zijn. De bronhouder is namelijk verantwoordelijk voor de juistheid van de aangeleverde data.
Wij zullen deze vraag neerleggen bij de VVMA en VKB als vertegenwoordigers van de branche adviesbureaus en milieuonderzoek.
De BRO-coördinator kan de omgevingsdienst hiertoe machtigen via het bronhoudersportaal BRO.
Foute datasets voldoen niet aan de gegevensstandaard en worden afgevangen bij de controles die het BRO-loket en de Landelijke voorziening doen voor aanlevering. Inhoudelijke fouten in de data worden daarmee niet afgevangen. Dat kan wel vooraf door inhoudelijke controle door de bronhouder of anders via terugmelding door gebruikers van de BRO.
De BRO maakt gebruik van GML-standaarden. Het BRO-profiel betreft GML 3.2.1 en gaandeweg is dat BRO-profiel uitgebreid richting het GML Simple Features Profile level 2, zie ook de website van Geonovum. In dit BRO-profiel zijn bepaalde randvoorwaarden opgenomen welke geometrie bijvoorbeeld aangeleverd mag worden. De “eis” aan een geometrie is niet iets dat door validatie gecorrigeerd wordt. De validatie geeft enkel aan of een geometrie wel of niet valide is. Wij corrigeren vanuit de Nazca Bodem applicatie wel problemen met interior en exterior rings “links om en rechtsom georiënteerde geometrie (donuts)”. Andere problemen zoals bijvoorbeeld “dubbele coördinaten”, “strikjes” kunnen niet geautomatiseerd opgelost worden. In Nazca Bodem wordt daarvan een melding gemaakt bij de betreffende entiteit. De geometrie moet dan handmatig door de gebruikers gecorrigeerd worden via intekenen direct of bv. het uploaden van een nieuwe shp-file. Daarnaast kunnen er (in ieder geval binnen Nazca Bodem) overzichten gedraaid worden van geometriefouten.
Hier is afstemming nodig tussen de gemeenten over wie de bronhouder BRO is. Daarvoor is in de ketenarchitectuur een voorstel gedaan om te bepalen wie de logische bronhouder is. Daarmee wordt ook opgelost dat er geen dubbele registratie van SAD in BRO optreedt (alleen de afgesproken bronhouder levert het SAD aan).
De bronhouder kan de dataleverancier machtigen voor het controleren en valideren van data in het bronhouderportaal. De bronhouder blijft wel verantwoordelijk voor de kwaliteit van haar data in de BRO.
De validatieservice van de BRO controleert op juistheid van gegevens (inclusief controle op dubbele leveringen) bij aanlevering van een brondocument. Deze validatieservice is ook aan te roepen vanuit bijvoorbeeld het BIS waardoor een controle voorafgaand aan de levering aan de BRO kan plaatsvinden.
In een groot aantal BIS’en is de overlap weggewerkt door het opstellen van de zogenoemde één locatie lijsten. Maar het is ons bekend dat er desondanks nog sprake kan zijn van dubbele registratie van hetzelfde rapport in twee (of meer) systemen. In deze gevallen is het van belang dat de bestuursorganen in onderling overleg afstemmen wie de logische bronhouder is voor elk rapport en bij voorkeur maar 1 rapport overhouden. Dus ontdubbelen en synchroniseren.