Voorstel wijziging Wet Bro naar Tweede Kamer

Gepubliceerd 24 april 2024

De Wet basisregistratie ondergrond wordt gewijzigd. Dit is nodig om drinkwaterbedrijven aan te kunnen wijzen als bronhouder van gegevens in de BRO. Zo kunnen ook zij hun gegevens rechtstreeks aan de BRO leveren. Hiermee komen heel veel extra gegevens beschikbaar, die samen zorgen voor een nog completer beeld van ons grondwater. Daarnaast legt het wetsvoorstel een plicht op om digitaal beschikbare historische data aan te leveren voor alle registratieobjecten. Het voorstel voor wijziging van de wet is onlangs aangeboden aan de Tweede Kamer.

De BRO wordt gevuld met gegevens die afkomstig zijn van de bronhouders. Dat zijn nu alleen bestuursorganen. Drinkwaterbedrijven beschikken ook over veel relevante gegevens, met name over grondwater. Maar omdat de drinkwaterbedrijven geen bronhouder zijn, kunnen deze gegevens niet aan de BRO worden geleverd. Daarom wordt voorgesteld om deze bedrijven ook als bronhouder in de zin van de Wet Bro aan te wijzen.

Extra grondwatergegevens

Met de wetswijziging wordt het mogelijk en ook verplicht voor drinkwaterbedrijven om gegevens die zij gebruiken bij de uitvoering van hun werkzaamheden, aan te leveren aan de BRO. Ook moeten zij terugmeldingen over onjuiste of ontbrekende gegevens afhandelen.

Het gaat om gegevens over de volgende registratieobjecten:

Met dit voorstel komen er zo’n 20 duizend grondwaterputten extra in de BRO met hun grondwatermonitoringsgegevens. Dat zijn putten die nu niet vallen onder de vergunning- en rapportageplicht van provincies. Totaal komen er hiermee ruim 40 duizend putten met alle monitoringsgegevens in de BRO.

Drinkwaterbedrijven leveren geen gegevens over grondwatergebruiksystemen (GUF) en grondwaterproductiedossiers (GPD) aan. Dit blijft een taak voor de provincies.

Kansen

Bij de voorbereiding en uitvoering van ruimtelijke planvorming en ruimtelijk beheer vindt regelmatig nog nieuw grondwateronderzoek plaats, terwijl de drinkwaterbedrijven deze gegevens al tot hun beschikking hebben. Met de nieuwe gegevens van de drinkwaterbedrijven kan dus dubbel werk worden voorkomen. Verder is de kans veel kleiner dat er op grond van cijfers uit verschillende bronnen conclusies worden getrokken die strijdig kunnen zijn met de winning en distributie van drinkwater. De gegevens zijn ook nodig voor bijvoorbeeld de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water en Europese wetgeving.

Het leveren van historische data

De huidige Wet Bro kent alleen de bepaling dat historische gegevens kunnen worden geleverd. Dit blijkt in de praktijk toch iets te vrijblijvend te zijn. Daarom is in het wetsvoorstel een algemene plicht voor alle registratieobjecten opgenomen om historische gegevens te leveren binnen vijf jaar. Om de bronhouders niet te overvragen, is deze plicht beperkt tot gegevens die digitaal beschikbaar zijn. Het converteren van analoge archieven valt daarom niet onder deze plicht. De termijn van vijf jaar wordt gerekend vanaf het moment van inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. De bepaling zorgt ervoor dat gegevens die een waardevolle aanvulling zijn voor de BRO, maar nog niet zijn aangeleverd, toch nog geleverd gaan worden.

Wetswijziging

Het wetsvoorstel is tot stand gekomen in samenwerking met de koepelorganisatie Vereniging van Waterbedrijven in Nederland (Vewin) en afgestemd met Rijkswaterstaat, het Interprovinciaal Overleg, de groep Standaardisatie binnen het BRO-project. Het advies van het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) is verwerkt.

Als het parlement instemt met de wetswijziging, is de planning dat de wijziging van zowel de Wet als het Besluit Bro in werking treden per 1 januari 2025.