Veelgestelde vragen: fouten en correcties
Allereerst is het de vraag of de levering in de BRO geregistreerd is. Is dat nog niet het geval en staan de gegevens wel al klaar in het Bronhouderportaal, vraag dan de bronhouder om de levering af te keuren. De gegevens staan dan nog niet definitief in de Landelijke Voorziening BRO. Je kunt de levering dan aanpassen en opnieuw aanbieden in het Bronhouderportaal. Zijn de gegevens wel al gecontroleerd en geregistreerd in de BRO, dan kun je via een correctieverzoek de gegevens aanpassen.
Voor verschillende bronhouders heeft TNO data vanuit DINO gemigreerd naar de Basisregistratie Ondergrond. Als daarna (nog) correcties nodig zijn van die data, dan is het aan de bronhouder om een andere partij bereid te vinden om die gegevens te corrigeren (tenzij bij die migratie vanuit DINO fouten zijn gemaakt). Datzelfde geldt voor terugmeldingen op gemigreerde data.
Het aanleveren van een correctieverzoek verloopt op dezelfde manier als een registratieverzoek. Een correctieverzoek wordt als IMBRO of IMBRO/A XML via het Bronhouderportaal aangeleverd aan de bronhouder. De bronhouder dient de correctie vervolgens door te leveren aan de Landelijke Voorziening.
Kijk voor het maken van een correctieverzoek bij de aanleverinstructie van het registratieobject. Daar staat omschreven hoe dat werkt. In je correctieverzoek moet je aangeven bij welk BRO ID jouw correctie hoort, waarom jij een correctie doet en wat de correctie is.
Een dag na het doorleveren van de correctie zijn de wijzigingen zichtbaar in het BROloket en bij PDOK. Via de SOAP webservices en REST uitgifteservices zijn de gecorrigeerde gegevens direct beschikbaar.
NB Bij sommige registratieobjecten wordt aangegeven dat het technisch nog niet mogelijk is om via een correctieverzoek de gegevens te corrigeren. Bel dan de Servicedesk.
Het attribuut correctionReason (correctiereden) geeft aan waarom (een deel van) het registratieobject wordt vervangen of gecorrigeerd. Er zijn 4 verschillende toegestane waarden voor het veld correctionReason:
- bronhouder. Hiermee kun jij de bronhouder van het registratieobject corrigeren. Je mag verder geen andere correcties opnemen in het brondocument; je mag alleen de bronhouder wijzigen.
- eigenCorrectie. Dit is een correctie op initiatief van de dataleverancier of bronhouder.
- inOnderzoek. Wanneer het registratieobject in onderzoek staat vanwege een terugmelding, dien jij deze correctiereden te gebruiken.
- kwaliteitsRegime. Hiermee kan het attribuut kwaliteitsregime, zoals aangeboden bij het starten van de registratie, gecorrigeerd worden. Je mag alleen het kwaliteitsregime aanpassen.
Deze informatie over de correctiereden staat ook in de berichtencatalogus inname van het registratieobject. Voor geotechnisch sondeerdonderzoek (CPT) en grondwatermonitoringput (GMW) staat deze informatie in het innamehandboek. Je vindt deze documenten in de BRO Productomgeving.
Bij correcties gaat het om het corrigeren van een geregistreerd gegeven, omdat er een fout is gemaakt. Bij ‘aanvullingen’ worden nieuwe gegevens toegevoegd aan een in de LV-BRO geregistreerde object. Dat is van toepassing op registratieobjecten die een zogenaamde ‘levensloop’ en dus een materiële geschiedenis hebben.
Meer uitleg vind je in de Handreiking BRO-gegevens aanleveren (paragraaf 3.4.1 over Materiële geschiedenis)
Als gegevens foutief geregistreerd zijn in de BRO en aangepast moeten worden, dan kun je via een correctieverzoek de gegevens aanpassen. Dit kan alleen als jij zelf de bronhouder bent, of als je dit als gegevensleverancier namens een bronhouder doet.
Ben jij niet zelf de gegevensleverancier of bronhouder en je twijfelt aan de juistheid van gegevens, dan kun je een 'terugmelding' doen. Hoe je een terugmelding doet, lees je op de pagina over onjuistheden.
De registratiebeheerder van de BRO, TNO, beoordeelt de terugmeldingen en beslist of het registratieobject in onderzoek wordt genomen. De bronhouder onderzoekt dan de melding en kijkt of en welke correctie noodzakelijk is. Op die manier verbeteren we samen de kwaliteit van de BRO.
Verwijderen van regestratieobjecten uit de BRO mag wettelijk niet. Wel kan een registratieobject uit registratie genomen worden. Deze gegevens worden dan als het ware gearchiveerd in de LV BRO en zijn dan niet meer op te vragen of te bekijken via het BROloket en PDOK. Via REST en SOAP zijn deze registratieobjecten nog wel te vinden. Er wordt dan aangegeven dat een BRO-ID uit registratie is genomen; de gegevens zijn verder niet te zien.
Voorkom foute aanleveringen door gebruik te maken van de testomgeving ofwel demo-omgeving van het Bronhouderportaal. Je kunt in de demo-omgeving oefenen met het aanleverproces, zonder dat er per ongeluk testdata in de BRO geregistreerd kan worden.
De bronhouder moet contact opnemen met de BRO Servicedesk om een dubbele levering te laten verwijderen. Daarbij moet aangegeven worden om welke BRO-ID's het gaat. Via de Servicedesk kan na een dubbele levering gecorrigeerd worden. Een van de BRO-ID’s van een dubbele levering wordt dan uit registratie genomen. Het is niet mogelijk om dit via een correctieverzoek te doen, want daarmee is het alleen mogelijk om gegevens van een registratie te wijzigen.
Er worden geen registratieobjecten uit de BRO verwijderd. Wel kan een registratieobject uit registratie genomen worden. Ze zijn dan niet meer op te vragen of te bekijken.
Jazeker, dit kan in de demo-omgeving van het Bronhouderportaal. Zodra jouw organisatie is aangemeld bij de BRO, kun jij bij de Servicedesk een demo-account voor het Bronhouderportaal aanvragen. In de demo-omgeving kun jij alles testen zonder dat gegevens definitief worden opgeslagen in de Landelijke Voorziening BRO. Je herkent de demo-omgeving aan de groene kleur; op de ‘echte’ omgeving is deze kleur blauw.
We hebben daarbij een extra tip als je grondwaterstandonderzoek wilt testen. Je dient dan eerst de grondwatermonitoringputten aan te leveren in de demo omgeving, die dan een eigen BRO-ID in de demo-omgeving krijgen. Daarna kun je verder met het testen van de grondwaterstanden.
Ja, dat kan met de publieke validatieservice van het Bronhouderportaal. Je valideert dan de gegevens zonder dat je een projectnummer nodig hebt, dus je hebt geen machtiging nodig. Op die manier hoef je als dataleverancier niet te wachten op de machtiging voor het Bronhouderportaal en kun je alvast checken of je gegevens voldoen aan de kwaliteitseisen van de BRO.
Dit is mogelijk via de BRO Servicedesk nadat de nieuwe gemeente is aangemeld bij de BRO. Jij kunt de nieuwe gemeente pas aanmelden als de nieuwe gemeente een KvK-nummer en OIN heeft. Bekijk het uitgebreide antwoord op de vraag wat je moet doen bij een gemeentelijke herindeling.