Veelgestelde vragen: Bodemkaart
De Bodemkaart wordt in opdracht van bronhouder Ministerie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gemaakt door Wageningen Environmental Research (WENR). Sinds 2020 maakt de Bodemkaart deel uit van de Basisregistratie Ondergrond. Het is nu dus een wettelijk model, dat betekent dat het gebruik verplicht is voor bestuursorganen. Ook zijn gebruikers verplicht om een terugmelding bij de BRO te doen als ze twijfelen over de juistheid van een aspect van het model.
De verschillende attributen uit de Bodemkaart zorgen voor een brede toepassing, bijvoorbeeld vraagstukken op het gebied van bodemgeschiktheid, bodemkwetsbaarheid, natuurontwikkeling, landschapsplanning en ruimtelijke planvorming.
Meestal is onder stedelijk gebied weinig tot geen bodemkundige informatie beschikbaar en vertoont de kaart gaten op de locaties van steden. Door menselijke activiteiten, zoals ophogingen en afgravingen, is er een grote variatie aan bodems in het stedelijk gebied die vaak geen logische landschappelijke relatie meer hebben. Hierdoor is het moeilijk om een uniform beeld te krijgen van de bodemgesteldheid van de stad. Daarnaast is de Bodemkaart vooral gericht op landbouw en natuurbeheer. Hierdoor worden steden vaak niet meegenomen in de karteringen. Bovendien is het in stedelijk gebied druk, zowel boven als onder de grond. Hierdoor is een grondboring moeilijk uitvoerbaar.
De Klimaateffectatlas of de Archeologische Landschappenkaart van de RCE tonen informatie van pre-stedelijk landschap onder stedelijk gebied.
Ja, die zijn er: handleiding Bodemkaart (pdf, 561 kB) en de handleiding Geomorfologische kaart (pdf, 296 kB). Het is mogelijk om jouw feedback daarop te geven via de BRO Servicedesk. Zodra een nieuwe versie van de Bodemkaart of de Geomorfologische kaart beschikbaar komt, zal die handleiding ook automatisch meegeleverd worden.
De Bodemkaart is landsdekkend, maar in stedelijke gebieden is weinig tot geen informatie te geven. Onder de bebouwing is (nog) niet gebiedsdekkend gekarteerd. Verder verschaft de Bodemkaart geen informatie van de bodem onder open water, zoals bij zee, meren, rivieren, kanalen, zand- en grindwinputten.
De gebruiksschaal voor de Bodemkaart varieert van landelijk tot gemeentelijk. De Bodemkaart is zonder aanvullende gegevens niet geschikt voor lokale toepassingen, bijvoorbeeld perceelniveau. Ook is het advies om een bodemexpert te raadplegen bij het interpreteren van de kaart.
Van elk kaartvlak op de Bodemkaart – te zien op bijvoorbeeld BROloket.nl - wordt op https://legenda-bodemkaart.bodemdata.nl/ beschreven tot welke bodem(hoofd)klasse het vlak wordt gerekend, de aard, dikte en samenstelling van zowel de boven- als ondergrond en de mate van bodemvorming. Daarnaast wordt, indien relevant, aanvullende informatie gegeven over aanwezigheid van afwijkende lagen en het kalkverloop. De bodemcode van het bodemvlak op BROloket correspondeert met de code in de online legenda.
Nadat je de Bodemkaart hebt gedownload op BROloket of bij PDOK zijn er nog een paar aandachtspunten. De BRO Bodemkaart heeft unieke legenda-eenheden die met kleuren weergegeven worden. Om die kleurcodes ook in jouw eigen GIS-applicatie te zien, zoals ArcGIS of QGIS, moeten 2 bestanden van de download worden geïmporteerd. Daarnaast moet je de tabellen met belangrijke kenmerken van een bodemprofiel (bijzonderheden in de boven- en ondergrond) koppelen ofwel joinen. Lees bij de vragen over inkleuren en joinen (koppelen) de aanvullende informatie.
Naast de bodemtypen die weergegeven worden met kleuren, kun je met de BRO Bodemkaart ook belangrijke kenmerken van een bodemprofiel opzoeken (bijzonderheden in de boven- en ondergrond). Deze informatie staat in aparte tabellen die meegeleverd worden als je de Bodemkaart hebt gedownload op BROloket of bij PDOK. Je moet daarvoor tabellen uit de gedownloade ‘main.map_area’ koppelen (joinen) aan de Bodemkaart. Dat kan in ArcGIS via ‘Table window’ bij Table Options. Kies in het ‘Join Data’ window bij 1 ‘map_area_id’, bij 2 ‘tablel main.soil_charisteristics_top’ en bij 3 eveneens ‘map_area_id’.
In QGIS moet het bestand ‘map_area’ geladen worden en de gewenste tabellen uit DownloadService Data. Zorg dat ‘Ook tabellen zonder geometrie’ is aangevinkt. Bij ‘map_area’ kan ‘Eigenschappen/Properties’ geselecteerd worden om de koppelingen (joins) te maken met koppellaag (de te koppelen tabel), koppelveld (veld waarin codes staan) en doelveld (informatie die gekoppeld moet worden). De toegevoegde velden zijn nu zichtbaar in de attributentabel van de ‘map_area’ laag. Als je van dezelfde SLD gebruik wilt maken, zorg dan dat de veldnaam overeenkomt met de het veld met de code in de ‘map_area’ laag.
Wil je in jouw GIS-applicatie ook de kleuren van de unieke legenda-eenheden van de Bodemkaart tonen? Lees bij deze veelgestelde vraag hoe jij de Bodemkaart kunt inkleuren met de standaard kleurindeling.
De BRO Bodemkaart heeft unieke legenda-eenheden die met kleuren weergegeven worden. Dat is goed te zien op BROloket. Elke kleur correspondeert met een bodemtype. Als je de Bodemkaart hebt gedownload op BROloket of bij PDOK, kun je die kleurcodes ook in jouw eigen GIS-applicatie zien door de daarvoor benodigde bestanden te importeren. In de handleiding (pdf, 561 kB) die meegeleverd is in de download staat stap voor stap beschreven hoe je de kaart in kan kleuren. Gebruik in ArcMap of ArcGIS Pro hiervoor de meegeleverde .lyr bestanden. Gebruik view_soil_area.lyr om de bodemkaart in te kleuren via het veld first_soilcode, of gebruik view_area_pedological_interest.lyr om de vlakken van bodemkundig belang in te kleuren via het veld pedologicalinterest. In QGIS kan je het .sld bestand uit de download gebruiken om zowel de bodemkaart als de vlakken van bodemkundig belang van kleur te voorzien.
De Bodemkaart geeft ook belangrijke kenmerken van het bodemprofiel. Lees in deze veelgestelde vraag hoe je die tabellen kunt koppelen.
De Bodemkaart is doorontwikkeld en is nu uitgebreid met afgeleide profielen. Dit zijn kenmerkende bodemprofielen bij de bodemeenheden, en bodemvlakcollecties waarmee opnamedatum en karteermethode zijn te herleiden. Ook is het gebied van de Gelderse Vallei en directe omgeving geactualiseerd, omdat het ene gedeelte ervan in kaartblad 32 west ligt (het oudste kaartblad) en het andere gedeelte in kaartblad 32 oost (het jongste kaartblad). Door het grote verschil in opnamejaar kwamen op de rand veelvuldig kunstmatige bodemgrenzen voor. Verder is het model op een aantal punten aangepast en consistenter gemaakt. Het gaat om een toevoeging waarbij ook gezorgd is dat conformiteit met het model in tranche 2 is gewaarborgd.
De Bodemkaart is doorontwikkeld en fouten uit eerdere versies van het model zijn opgepakt. Ook is de kaart voor de gemeente Vijfheerenlanden in Utrecht geactualiseerd in samenwerking met de Geomorfologische Kaart. Informatie over deze actualisatie is te vinden in de volgende rapportage https://edepot.wur.nl/631642.