Gebruikersonderzoek 2021
Het programma BRO heeft een afnemersonderzoek laten uitvoeren onder bronhouders, adviesbureaus en experts. Zo krijgen we meer inzicht in wie welke gegevens uit de Basisregistratie Ondergrond afneemt en hoe die data en modellen toegepast worden.
Uit eerder onderzoek onder BRO-coördinatoren naar de implementatie van de BRO bleek dat zij niet goed kunnen overzien hoe het gebruik van de BRO binnen hun organisaties is. Het programmateam BRO heeft daarom een onderzoek onder afnemers uitgezet.
Gebruik van de BRO
BRO-gegevens en -modellen worden vaak gebruikt. Maar liefst 73% van de gebruikers past gegevens uit het domein Bodem- en grondonderzoek toe en de helft van de gebruikers doet dit minimaal wekelijks. Meer dan de helft (59%) van de gebruikers maakt gebruik van gegevens over Grondwatermonitoring en 63% gebruikt één of meer modellen. Veel gebruikers (68%) combineren BRO-gegevens en/of modellen met andere datasets.
BRO-gegevens worden ingezet voor heel veel verschillende beleidsterreinen, maar voornamelijk in stedelijke ontwikkeling, -inrichting en -planvorming, bij klimaatadaptatie en voor verkeer & vervoer en vergunningverlening. Het voordeel dat gebruikers hiervan ervaren, is dat de voorbereiding van projecten efficiënt uitgevoerd kan worden (69%), informatievoorziening naar burgers en bedrijven beter wordt (63%) en risico's en faalkosten verminderd worden (54%). De meeste afnemers (75%) halen data en modellen uit Dinoloket, gevolgd door PDOK en Nationaal Georegister en BROloket.
Beoordeling
De meeste respondenten (61%) halen informatie over het gebruik van gegevens uit de BRO van de website Basisregistratieondergrond.nl. Snel gevolgd door de nieuwsbrief, bijeenkomsten, BRO Servicedesk en de praktijkvoorbeelden.
Het gebruik van de BRO wordt met een voldoende gewaardeerd; bijna een derde beoordeelt het gebruik ervan zelfs met een 8 of hoger.
Aanbevelingen
Gebruikers hebben in het onderzoek aangegeven welke verbeteringen zij zien en wat zij missen. Het programma BRO verwerkt deze informatie momenteel en kijkt samen met TNO en WENR hoe dienstverlening en producten verder verbeterd kunnen worden.