Allereerst moeten de geotechnische boormonsterbeschrijvingen volgens de NEN-EN-ISO 14688-1 aangeleverd worden. Als jouw beschrijving niet voldoet aan de NEN-EN-ISO 14688, dan is het in sommige situaties mogelijk om de gegevens volgens een andere norm aan te leveren.
Bij de geotechnische boormonsteranalyses is het afhankelijk van de bepaling welk norm jij moet hanteren. In de catalogus in Hoofdstuk 6 Gegevensdefinitie kun je dat terugvinden. We hebben ze in dit overzicht op een rij gezet. Bronhouders kunnen dit overzicht ook gebruiken bij de opdrachtomschrijving voor de gegevensleveranciers.
Voor opdrachten die vóór 1 januari 2020 gegeven zijn en uitgevoerd zijn voor 1 januari 2023, geldt het minder strikte kwaliteitsregime IMBRO/A. Daarbij is NEN 5104 toegestaan. Opdrachten voor geotechnisch booronderzoek die vanaf 1 januari 2020 gegeven worden, moeten voldoen aan de BRO-kwaliteitsregels (de IMBRO-kwaliteit) die aansluit op de NEN-EN-ISO 14688. Als jouw beschrijving niet volgens NEN-EN-ISO 14688 hebt geclassificeerd, dan is het in sommige situaties mogelijk om de gegevens volgens een andere norm aan te leveren.
De implementatie van de norm NEN-EN-ISO 14688 heeft doorgelopen tot mei 2020. Hierdoor zijn de geotechnische boringen tot mei mogelijk niet uitgevoerd volgens de nieuwe norm. In overeenstemming met de opdrachtgever kan er besloten worden om de informatie die is ingewonnen in de periode 1 januari tot 1 mei 2020 volgens een IMBRO/A kwaliteit aan te leveren. In dat geval kan de informatie die volgens NEN5104 is geproduceerd ook aangeleverd worden.