Veelgestelde vragen: overige vragen
De komst van de BRO stelt geen specifieke eisen aan opleidingen. Het ligt wel voor de hand om aandacht te besteden aan het stelsel van basisregistraties en de geo-basisregistraties in het bijzonder. En ook dat de plaatsbepaling van BRO-objecten aan zekere nauwkeurigheidseisen moet voldoen om de herbruikbaarheid te borgen.
Uit onderzoek blijkt een brede behoefte bij bronhouders en gebruikers te zijn aan ondersteuning bij implementatie en over gebruiksmogelijkheden. Het Programmabureau zal hier in 2020 uitwerking aan geven. Nadere informatie volgt op de website. Inmiddels zijn er BRO'tjes en Basispresentaties beschikbaar.
In het najaar van 2020 hebben we een online serie colleges, webinars, workshops georganiseerd ofwel BRO'tjes in aanloop naar het Praktijkfestival Ondergrond. De eerste serie BRO’tjes zijn allemaal terug te kijken via de site. Ook zorgen we dat de presentaties daar beschikbaar komen, waar we dan gelijk de vragen en antwoorden van de webinar in meenemen.
We kijken of we de BRO’tjes in het nieuwe jaar een vervolg geven. Heeft u al een idee voor een specifiek onderwerp, laat het ons dan weten via de BRO Servicedesk.
Per basisregistratie wordt een financiële structuur bepaald, één algemene richtlijn hiervoor bestaat er niet.
Het ministerie van BZK zal de BRO gaan monitoren. Dat gebeurt op twee manieren. De eerste is de monitoring op de prestatie van TNO als beheerder van de LV. Hiervoor zijn regels vastgelegd in de Regeling BRO. De tweede is de toetsing of bronhouders de wet goed toepassen. Conform het advies van de staatscommissie Oosting vertrouwt het ministerie erop dat bestuursorganen zich aan de wet houden. Als daar aanleiding toe bestaat - bijvoorbeeld omdat blijkt dat een bestuursorgaan gedurende een jaar geen enkel gegeven heeft aangeleverd, terwijl aannemelijk is dat het wel nieuwe gegevens in handen heeft gekregen - zal het ministerie om opheldering vragen en zo nodig maatregelen treffen. Daarom is gekozen voor de ENSIA-methodiek, waarbij bronhouders via een zelfevaluatie de status van hun BRO-activiteiten in kaart brengen. Deze methode wordt ook toegepast bij de basisregistraties BAG en BGT.
Op 22 juni 2020 is het modelgebied Noord-Brabant en Noord- en Midden-Limburg toegevoegd aan GeoTOP. Er is daarnaast al gestart met onderhoud aan de twee oudste modelgebieden van GeoTOP, namelijk Zeeland en Goeree-Overflakkee. Het zal waarschijnlijk nog tot 2022 duren voordat deze modelgebieden beschikbaar komen. Onderhoud, maar ook nieuwbouw vergt zo’n 2 tot 3 jaar per modelgebied. Vervolgens wordt in overleg met het ministerie en de stakeholders (provincies, waterschappen en gemeenten) bepaald aan welk gebied daarna wordt gewerkt. Het gaat dan enerzijds om onderhoud aan bestaande modelgebieden, en anderzijds om het toevoegen van Oost-Nederland, Drenthe, Flevoland en Zuid-Limburg.
Ja, op BROloket staat een praktische Snelstart. Deze handleiding helpt u op weg bij het opzoeken van gegevens. Ook staat daar een Snelstart voor het gebruik van de ondergrondmodellen.
Pas als u inzoomt bij de PDOK-viewer, worden kaartlagen geactiveerd. Op BROloket ziet u pas gegevens als u selecteert wat u wilt zien. BROloket biedt ook diverse filtermogelijkheden op de kaart. Deze filters worden actief als u ver genoeg inzoomt.
Via de GeoServices (voornamelijk WMS) van PDOK kunt u BRO-gegevens opvragen. U krijgt dan bij de meeste registratieobjecten alleen de kenset. De kenset bevat alleen de basisinformatie en geen visualisaties. Met de kenset kunt u bepalen waar welke informatie beschikbaar is. De feitelijke metingen of onderzoeksgegevens, bijvoorbeeld de boormonsterprofielen, zitten daar niet in. Wilt u de volledige datasets? Download dan de Atom-feeds van PDOK. Wilt u wel gelijk alle metingen of onderzoeksgegevens via de kaart raadplegen? Ga dan naar het BROloket.
Bij visualisaties zijn BRO-gegevens zichtbaar gemaakt. U ziet dan bijvoorbeeld een grafiek in plaats van alleen getallen. Door gegevens te visualiseren, is het vaak makkelijker om ze te beoordelen. Daarmee komen we meteen bij de ander term: het valideren. Daarbij wordt gekeken of de gegevens valide zijn ofwel voldoen de kwaliteitseisen. Meer hierover leest u bij ‘Waar moet ik op letten als ik de aangeleverde gegevens controleer in het Bronhouderportaal?’
Bij het inladen van BRO-gegevens in andere systemen ziet u geen visualisaties van de objecten. Deze zitten niet in de XML, dus deze worden niet getoond.
U kunt op verschillende manieren de BRO-data ophalen om in te kunnen lezen in uw eigen applicatie. Op de site hebben we een overzicht met producten en hulpmiddelen om het werken met de BRO zo eenvoudig en prettig mogelijk te maken. Wilt u aan de slag met modellen, dan hebben we ook een aantal praktische tips. En bekijk zeker ook de praktijkvoorbeelden en benut elkaars kennis via BRO 4 BRO!
Ja zeker. Het Softwareplein is een tweewekelijks overleg- en ontmoetingspunt voor IT-experts en softwareontwikkelaars van BRO-software voor het aanleveren of opvragen van data. Het is een inloopuur om technische en operationele aspecten te bespreken. Waar mogelijk helpen we u ook verder op weg. Aanmelden kan via bro@minbzk.nl, dan ontvangt u een serie Outlook-uitnodigingen voor het BRO Softwareplein.