Evaluatie BRO Praktijkvoorbeelden

Welke inzichten leveren de 30 praktijkvoorbeelden op die in opdracht van het programma BRO zijn gemaakt? Hierover is een evaluatierapport gemaakt. Een van de belangrijkste conclusies is dat de integrale gebiedsaanpak met gebruikmaking van 3D boven- én ondergrond de sleutel tot succes is. Arcadis maakte een evaluatie.

Een praktijkvoorbeeld is een project waarbij voor een ruimtelijke ontwikkeling een GIS-viewer ingericht wordt met BRO-data. Voorbeelden hiervan zijn een tracéstudie voor een nieuwe weg, een haalbaarheidsstudie voor bodemenergie in stedelijk gebied of een ontwerp voor het versterken van een primaire waterkering. De BRO-data worden aangevuld met project-specifieke gegevens over boven- en ondergrond die relevant zijn voor de ruimtelijke overwegingen binnen het betreffende project. De GIS-viewer wordt in een aantal stappen ingericht in nauwe samenwerking met de stakeholders die bij het project betrokken zijn. Voor deze samenwerking wordt de Value Engineering (VE) methode gehanteerd. Deze is erop gericht om eerst een functieanalyse uit te voeren en op basis hiervan zo breed mogelijk naar creatieve oplossingsrichtingen voor problemen te zoeken zoeken. Door pas later in het proces te convergeren naar de meest haalbare oplossingsrichtingen wordt ongewenste tunnelvisie in het proces voorkomen.

Baten

Met deze methode zijn 30 BRO Praktijkvoorbeelden gemaakt. Daaruit blijkt dat dit grote baten oplevert door het vermijden van georisico's en faalkosten en het gebruik van storymaps en visualisaties van de BRO-praktijkvoorbeelden als communicatiemiddel voor bewoners, bestuurders en eigen collega’s. Ook levert het gebruik van 3D in plaats van 2D grote inzichten en besparingen op. Verder blijkt meer inzicht in de ondergrond het datagedreven werken te stimuleren, waardoor ontwerpprocessen geoptimaliseerd kunnen worden en er sneller en met minder mensuren en budget tot een projectresultaat gekomen wordt.

Integrale planvorming

Naast inzicht in de ondergrond is het ook nodig om de verschillende maatschappelijke opgaven die er altijd in een gebied spelen, in samenhang met elkaar op te pakken. Veel van deze opgaven maken immers gebruik van dezelfde, beperkte ruimte en beïnvloeden elkaar daarmee direct. In plaats van Nederland laag voor laag in te richten, moet integraliteit in de planvorming aangebracht worden.  Om deze integraliteit te bevorderen, is een aantal randvoorwaarden van belang:

  1. Ruimtelijke vraagstukken moeten in samenhang benaderd worden, waarbij expliciet naar koppelkansen gezocht moet worden en zoveel mogelijk maatregelen in de tijd op elkaar aan moeten sluiten.
  2. De ondergrond is driedimensionaal en moet als zodanig benaderd worden. In de ondergrond is het namelijk vaak mogelijk om gebruiksfuncties te stapelen.
  3. De opbouw en samenstelling van de ondergrond dient al in de plan- en ontwerpfase meegenomen te worden. Hoe vroeger in een project georisico’s inzichtelijk zijn, hoe groter de impact op de investerings- en beheerkosten.