Op reis in de ondergrond

Column van Marjan Bevelander over haar uitdagingen toen zij startte bij het programma BRO.

“Het is een reis in de ondergrond” zei mijn collega vandaag. En dat is precies het gevoel dat ik heb, sinds ik op 1 januari begon aan mijn nieuwe klus bij het Programmabureau Basisregistratie Ondergrond (BRO). Met behulp van storymaps wordt de ondergrond van Nederland beeldend weergegeven. De combinatie van kaarten, filmpjes, uitleg en verhalen geeft een prachtig inzicht in de bodem.

Het is als een reis langs met klei opgevulde spleten uit de ijstijd en zandafzettingen uit de tijd dat de Noordzee er nog niet was, maar ook langs grondwaterreserves en aardwarmtesystemen in de diepe ondergrond (tot 8.000 m). Een fascinerende reis, waardoor er een wereld opengaat. Opeens is het belang van voldoende inzicht in de structuur van de ondergrond zonneklaar. Maar het is ook in één keer duidelijk waarom het zo nu en dan mis gaat met de aanleg van infrastructuur.

Ter illustratie: een paar maanden geleden stond de her-aanleg van het spoor Zwolle-Kampen volop in het nieuws. NRC december 2017: ‘Vorige week ontdekte spoorbeheerder ProRail dat het niet veilig is om de trein op het vernieuwde spoor de gewenste snelheid van 140 kilometer per uur te laten rijden. De veenbodem is te instabiel, te zacht. De treinen mogen niet harder dan 100 kilometer per uur, net als de oude diesels.’ ”De ondergrond is vooraf niet goed genoeg in beeld gebracht”, geeft ProRail op de eigen website toe: ”(..) Met de verhoging van de snelheid van 100 naar 140 kilometer per uur neemt ook de ‘impact’ op de bodem toe.” Verderop in het artikel wordt gesteld, dat je geen spoorlijn kunt aanleggen of verbeteren zonder een goede inschatting te maken van de geologische structuur van de bodem.

De aanleg van spoorbanen in de beruchte, slappe Nederlandse grond vereist specialistische kennis. En dat gaat natuurlijk niet alleen op voor de aanleg van spoorbanen. Nederland staat de komende jaren voor een aantal grote opgaven waar de ondergrond een grote rol in speelt. Allereerst is dat de energietransitie. Om in 2050 van het aardgas af te zijn, zullen nieuwe energiebronnen massaal worden ingezet. Aardwarmte en warmte-koude opslag gaan daar een grote rol bij spelen. We gaan op zoek naar bestaande boorputten die hergebruikt kunnen worden voor de aanleg van geothermische systemen in de diepe ondergrond. Waar nieuwe boringen uitgevoerd moeten worden, willen we natuurlijk niet dat die dwars door grondwaterreserves heen lopen. Lekkage zou kunnen leiden tot ernstige vervuiling van het grondwater. Hier kan visualisatie van de ondergrond een grote rol spelen bij het adviseren van management en bestuurders.

Een andere grote opgave is de bouw van één miljoen nieuwe huizen in bestaand stedelijk gebied. In de hele bouwketen zijn geotechnische gegevens van groot belang: vanaf de planvorming tot en met de oplevering. Het terugdringen van faalkosten en minder vertraging door procedures draagt bij aan besparingen, productie en samenwerkingskansen. Goed, het belang van inzicht in de complexe ondergrond lijkt duidelijk. Dat inzicht begint bij de beschikbaarheid van de juiste gegevens en eindigt bij de juiste interpretatie en inzet ervan.

Op dit moment zijn er al veel gegevens over de ondiepe en diepe ondergrond beschikbaar. Maar de gegevens zijn nog versnipperd en van wisselende kwaliteit. De Basisregistratie Ondergrond gaat daar het verschil in maken. Via de BRO zijn veel gegevens straks in dezelfde mate gedigitaliseerd, gestandaardiseerd en geharmoniseerd en voor iedereen vrij beschikbaar. De BRO is de laatste toevoeging aan het stelsel van basisregistraties en voegt daar gegevens over de ondergrond (bodem, geologie, grondwater, mijnbouw) aan toe.

Het invoeren van de BRO is een grote klus. Daarom gebeurt het in vier verschillende stappen (tranches). Op 1 januari 2018 is de wet in werking getreden voor een beperkt aantal registratieobjecten, waaronder de mijnbouwwetvergunning en het geotechnisch sondeeronderzoek. In de komende vier jaar wordt de BRO gestaag uitgebreid en voltooid. De Geologische Dienst bij TNO speelt daar een centrale rol in.

Met de BRO zal de reis door de ondergrond veel beter mogelijk worden. Vanzelfsprekend is de beschikbaarstelling van gegevens de eerste stap naar een verantwoorde ruimtelijke ordening van de ondergrond. Er zal ook geïnvesteerd moeten worden in het breder ontwikkelen van kennis bij de overheid om de gegevens juist te kunnen gebruiken en interpreteren.

Marktpartijen kunnen daarbij helpen door storymaps te ontwikkelen op basis van de BRO-gegevens. Die storymaps visualiseren de enorme diversiteit en complexe opbouw van de ondergrond en tonen, bijvoorbeeld, hoe voorkomen kan worden dat thermische systemen dwars door grondwaterreserves heen lopen.

Kortom, de reis door de ondergrond kan gaan beginnen en projectmanagers, beleidsmakers en bestuurders helpen om verantwoorde besluiten te nemen over de ordening van de ondergrond.

Marjan Bevelander Plv. Programmanager Basisregistratie Ondergrond Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Marjan.Bevelander@minienm.nl