Er is een wereld te winnen in de ondergrond

Interview met wethouder Floor Bal

Water is misschien wel de belangrijkste inspiratiebron voor de bezieling waarmee Floor Bal het onderwerp bodem en ondergrond telkens weer op de bestuurlijke agenda’s in Nederland probeert te krijgen. De wethouder van Velsen breekt een lans voor vooruitkijken: “Langer dan je termijn van vier jaar!” En in diverse bewoordingen wijst hij telkens weer op het belang van samenwerken en samen beleid maken, zeker als het over ondergrond en maatschappelijke opgaven gaat. “Structuren en systemen eindigen nou eenmaal niet bij de gemeentegrens.”

Wethouder Floor Bal.                                                                                                                                                        foto: Reinder Weidijk.

In de kamer van Floor Bal hangen diverse kleurige schilderijen met ieder een eigen betekenis. ‘Out of the box’ noemt Floor Bal een schilderij waar uit een menselijke buik ook een duveltje uit een doosje springt. “Out of the box, zo wil ik werken”, zegt Bal. “Maar daarbij ook blijven dromen, zoals het schilderijtje daarnaast. Maar wel met realiteitszin.” Er hangt ook een kunstwerkje met water als thema. “Mijn vader was schipper op de verre visserij en zocht wereldwijd de randen op”, vertelt Bal. “Dat doe ik ook, de randen opzoeken. En water en varen is me met de paplepel ingegoten.”

Maar het water bracht ook ongeluk: “Ik ben, toen ik jong was, op vakantie in Spanje in het water overvaren door een speedboot. De gevolgen daarvan ondervind ik nog dagelijks. Het heeft me gevormd. Je gaat dingen weerleggen en relativeren en als je iets fysiek niet meer kunt, verzin je iets anders. Misschien komt daar de passie wel vandaan die ik voel voor water als bron voor duurzame energie. Ik vind dat ik als bestuurder het leven voor iedereen een beetje beter moet maken.”

Motie

Het is daarom niet vreemd dat onder de motie ‘Ondergrond en maatschappelijke opgaven’ voor de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn naam staat: Floor Bal. De motie roept op om bodem en ondergrond een goede plek te geven als onderdeel van de integraliteit van omgevingsvisie en omgevingsplan en om een interbestuurlijke kennis-community ondergrond te benutten. Maar ook om bij de minister van BZK te bepleiten samen met de VNG een impactanalyse voor de Basisregistratie Ondergrond uit te voeren. Dat laatste is in augustus 2019 gebeurd.

“Die motie is tot stand gekomen met heel veel andere leden. Henk van den Berg van VNG moet ik even noemen; hij coördineerde. We merkten dat we als bestuurders met elkaar in het beleidsmatige verhaal nog een beetje angstig zijn als gezondheid of veiligheid in het geding is en als iets een hoop geld kost. En bij de ondergrond is dat alle drie aan de hand. We komen elkaar niet alleen tegen in de ondergrond bij energietransitie en bouw, maar ook bij waterveiligheidsoplossingen en bodemvervuiling. Je moet uit het oogpunt van veiligheid en volksgezondheid óók eisen stellen aan wat er de grond in gaat. Daar moet je dus kennis van hebben. Het kost aardig wat euro’s als je de ondergrond niet kent. Dat kunnen we voorkomen door de ondergrond goed in kaart te hebben en door goede afspraken met elkaar maken. Zoals je dat bovengronds, met een bestemmingsplan, ook doet. De Basisregistratie Ondergrond (BRO) vormt hiervoor het frame voor de ondergrond waarbinnen je verder je kwaliteitsnormen moet gaan duiden en in kaart moet gaan brengen.”

Van pont tot park in 3D

Velsen wacht niet op anderen en is gestart met het project ‘Van pont tot park’. Onderdeel van dat plan is het maken van een integrale 3D-kaart van zowel de boven- als de ondergrond. BRO-coördinatoren André Blokker en Arvid Boon benadrukken het belang van het combineren van verschillende gegevens. “Rioolgegevens, BRO-objecten waaronder de opbouw van de ondergrond én de gebouwde omgeving van de bovengrond zijn in een 3D-viewer gevisualiseerd. Juist om die samenhang weer te geven. Als openbare werken een ontwerp voor bijvoorbeeld een wegaanpassing maakt, dan kan de draagkracht van de ondergrond meteen worden meegenomen. Ook kun je met de 3D-beelden inwoners veel beter inzicht geven in de ontwerpsituatie en uitleggen wat er niet kan vanwege de ondergrond.  Als BRO-coördinatoren hebben we meer kennis van de registratieobjecten opgedaan, maar het trekken van conclusies laten we toch aan de experts over. Dat is en blijft een vak apart.”

Je moet het samen doen

Floor Bal zette namens de gemeente Velsen ook zijn handtekening onder de intentieovereenkomst van de Metropoolregio Amsterdam om nieuwbouwwoningen vanaf 2018 op te leveren zonder aardgasaansluiting.  Met de kanttekening dat er haalbare en realistische plannen voor warmte/koude-opslag (WKO) en energietransitie opgesteld moeten worden en op elkaar moeten worden afgestemd. Ook trekt hij aan een groot project in zijn gemeente rond duurzame energie via warmte uit water van onder meer het riool (riothermie).

“Je doet het met elkaar: alle overheden, maar ook met de hele regio en samen met bewoners en het bedrijfsleven, anders lukt het niet. We hebben die ondergrond steeds vaker nodig: voor drinkwater, transport van olie en gas, verkeersoplossingen, maar ook voor onze energie. De zeggenschap over de ondergrond is verdeeld over diverse overheden. In de bovenste laag van onze bodem zitten de gemeenten met de BRO er aardig in. Daaronder zit een laag die van de provincie is, met grondwater en afspraken over WKO. Daartussen de laag van de waterschappen met oppervlaktewater, grondwater en waterveiligheid. Verder naar onder in de bodem is het Rijk verantwoordelijk met de Mijnbouwwet. Je móet dus wel met elkaar in gesprek, want er zijn zoveel elementen in de ondergrond die met elkaar moeten communiceren. Kabels en leidingen, bodemgesteldheid, geologische structuren en grondwaterstromen houden zich nu eenmaal niet aan gemeentegrenzen. Er is nog een wereld te winnen in de ondergrond.”

Bewustwording gaat vanzelf komen

Nee, hij is geen roepende in de woestijn, vindt Bal: “Die samenwerking en bewustwording van het belang van de ondergrond gaan allemaal vanzelf komen - iedereen gaat elkaar tegenkomen in de ondergrond.” Bal voorspelt dat voor gemeenten bijvoorbeeld de overdracht bodemtaken vanuit de provincies zal zorgen voor meer ondergrond-bewustzijn. Gemeenten worden in 2021, met de komst van de Omgevingswet, bevoegd gezag voor een aantal bodemtaken. Denk aan verontreiniging, maar ook gebruik van de ondergrond voor opgaven als woningbouw, klimaatadaptatie en energietransitie. “Hierin moeten gemeenten keuzes maken en dus goed nadenken over hoe zij de bodemtaken willen organiseren. En zij moeten beleid in goed overleg met elkaar en met waterschap en provincie afstemmen.”

Regio barst van de energie

Floor Bal benut zijn ambtenaren om te sparren en om onhaalbaar lijkende ideeën om te zetten in haalbare plannen. Richard van Hardeveld, projectleider Klimaat en Duurzaamheid: “Floor is een ideeëngenerator en vooruitschaker. Hij vindt het belangrijk ons op te zoeken en vindt het logisch dat wij dat andersom ook doen. Zo kom je tot mooie ideeën en beleid.”

Bal: “Doordat ik riool en energietransitie in mijn portefeuille heb, ben ik daar de hele tijd mee bezig. En vind ik het leuk en belangrijk om met mijn ambtenaren te sparren. Deze regio barst letterlijk en figuurlijk van de energie: we hebben wind op zee, Tata Steel heeft veel restwarmte, we liggen aan het Noordzeekanaal en de grond is geschikt voor geothermie en WKO. Ook kun je energie halen uit het riool, de riothermie. We zouden toch gek zijn als we al die kansen lieten liggen? Je moet vooruitdenken, langer dan je termijn: wat kun je in de toekomst misschien nog hergebruiken? De kwaliteit en de kwantiteit van je kabels en leidingen moeten daarvoor goed in kaart gebracht zijn. Laat bruikbare leidingen en transportbuizen liggen en kijk wat je ermee kan doen. Je kunt bijvoorbeeld gasleidingen misschien later goed gebruiken om waterstof te vervoeren.”

Met oog voor de toekomst

Velsen heeft nog genoeg te doen: “Het is nu de kunst een beleid te formuleren dat toekomstbestendig is. En uitnodigend is voor die partijen die aan de voorkant mee willen praten. Zodat ook andere partijen, zoals energieleveranciers, bouwers en drinkwaterbedrijven, mee gaan denken en doen. Het leuke is dat ik zie dat de ondergrond echt al gaat leven. Dat is iets van de laatste paar jaar. Als ik bestuurders ook van provincies, waterschappen en Rijk spreek, dan vinden zij ook dat we het op moeten pakken met elkaar. De tijd is er gewoon rijp voor.”