Waterschap Rivierenland koploper sonderingen in de BRO
Waterschap Rivieren levert veel geotechnische sondeeronderzoeken aan de BRO. Tot nog toe 2752. Zo’n 800 stuks komen daar jaarlijks bij. Dat maakt Rivierenland tot één van de grootste leveranciers van deze gegevens aan de BRO. Om dit te realiseren hanteert het waterschap Rivierenland een driesporenbeleid. Om de administratie van het verleden, het heden en de toekomst in de BRO compleet op orde te hebben… én te houden!
Rivierenland laat sonderingen zetten om de kwaliteit van de dijken waarvoor het Waterschap verantwoordelijk is, te toetsen. Met inwerkingtreding van de wet BRO op 1 januari 2018 is het wettelijk verplicht om de hierbij ingewonnen gegevens aan te leveren aan de BRO. Maar als een deel van de administratie daar sowieso naar toe gaat is het wenselijk om óók de archieven van vóór 1 januari 2018 daar duurzaam te archiveren.
Olaf Lem van Rivierenland licht toe wat de uitdagingen zijn: “Vanuit de wet BRO hebben provincies, waterschappen en gemeenten de wettelijke plicht om voor hen ingewonnen ondergrondgegevens in de BRO te registreren. Daaronder vallen de geotechnische sondeeronderzoeken, grondwatermonitoringputten en bodemkundige boormonsterbeschrijvingen. De verplichting geldt vanaf 1 januari 2018, maar we willen ook onze archieven van voor die datum in de BRO. Dat laatste is dan weliswaar niet wettelijk verplicht, maar wel zeer wenselijk om versnippering van administraties tegen te gaan."
Drie sporen
Rivierenland onderscheidde drie sporen om dit voor elkaar te krijgen:
Spoor 1: structurele inbedding van aanleverprocessen in de eigen organisatie en in contracten met leveranciers.
Spoor 2: het alsnog aanleveren van ingewonnen gegevens over periode van 1 januari 2018 tot op heden.
Spoor 3: aanlevering van historische gegevens uit administraties van vóór 1 januari, soms tot vele jaren geleden.
In het kader van Spoor 1 sluit Rivierenland contracten af met leveranciers waarin de verplichting is opgenomen om ondergrondgegevens bij Rivierenland aan te leveren. Dat gebeurt vooral voor werkzaamheden in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). De activiteiten leveren veel nieuwe ondergrondgegevens op, zo’n 800 sondeeronderzoeken per jaar.
Spoor 1 en Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
Bij onzekerheid over de opbouw van ondergrond, voornamelijk bij de zwakkere, deels eerder afgekeurde dijkdoorsnedes worden sonderingen in een vast patroon uitgevoerd. Op de kruin van de dijk gebeurt dat iedere 50 tot 100 meter. Daarnaast wordt in bijzondere gevallen ook binnendijks en/of buitendijks sonderingen uitgevoerd met een tussenafstand van 50 à 100 meter. Per strekkende kilometer waterkerende dijk zijn dat zo’n 20 tot 50 sonderingen. In Spoor 1 worden de sonderingen via het Bronhouderportaal BRO aangeleverd. Die controleert de gegevens en zorgt voor registratie in de BRO.
Spoor 2
Met spoor 2 doet Rivierenland een inhaalslag om te voldoen aan wettelijke aanleverplicht. Naast de structurele inbedding via contracten met leveranciers heeft het waterschap ook een inhaalslag gemaakt om alsnog te voldoen aan de wettelijke plicht voor gegevens die sinds 1 januari 2018 zijn ingewonnen. Het betreft hierbij sonderingen die weliswaar na die datum zijn gezet, maar waar de leverancier het werk al heeft opgeleverd zonder de contractuele verplichting om aan te leveren aan de BRO. In het kader van Spoor 2 zijn nu alsnog ruim 1300 sonderingen aangeleverd en geregistreerd in de BRO.
Spoor 3
Met spoor 3 gaan ook de oudere archieven in de BRO. Rivierenland gaat nu aan de slag met het archief van vóór 1 januari 2018. Naar verwachting zitten hier gegevens van vele duizenden sonderingen in.
De uitdaging bij spoor 3 is duplicaten voorkomen. Gearchiveerde sonderingen waren voor een deel al eens aangeleverd aan het DINOLoket. En vanuit daar zijn ze mogelijk al in de BRO geregistreerd, maar dan op naam van het ministerie van IenW. Daardoor is er nu een vergelijkende controle nodig op duizenden sonderingen die al in de BRO staan. Mogelijk moeten bepaalde sonderingen die nu op naam van IenW staan worden overgezet op naam van Rivierenland. Want die is de rechtmatige bronhouder. Het extra werk dat nodig om bij de samenvoeging van archieven duplicaten te voorkomen laat ook weer eens zien waarom het toch wenselijk is om uiteindelijk één basisregistratie te hebben.