Alle sonderingen knooppunt Joure in de BRO
De laatste rijks-rotonde bij Joure is vervangen door een modern knooppunt. Daarbij werkten Rijkswaterstaat, provincie Fryslân en gemeente De Fryske Marren nauw samen in een alliantie. Als basis voor een goed ontwerp van dit grote project zijn 180 sonderingen gedaan. In goede samenwerking zijn die nu ook allemaal in de BRO gezet.
De rotonde bij Joure is aangelegd in 1973. In de loop der jaren moest er steeds meer verkeer van de A6 en A7 overheen. Dat vergde steeds weer aanpassingen. Niet alleen de toename van files, maar vooral de vele verkeersongevallen hebben geleid tot het besluit om de laatste verkeersrotonde in het Nederlandse rijkswegennet te vervangen door een ongelijkvloerse aansluiting van de A7 op de A6 via gestileerde fly-overs.
Exact beeld ondergrond nodig
Technisch Manager Johan Strampel van Rijkswaterstaat vertelt: “De realisatie is in 2019 afgerond, nadat de fly-overs in oktober 2017 zijn opengesteld voor het verkeer. Op een enkele zomerse file voor de Skarsterrien-brug na, rijdt het verkeer inmiddels vlot en veilig langs Joure. Een mooi project met maar liefst acht viaducten, fly-overs en onderdoorgangen. Om deze kunstwerken te kunnen funderen, is het nodig om een exact beeld van de ondergrond te hebben. Daarom hebben we veel sonderingen laten uitvoeren. Afhankelijk van de bodemgesteldheid hebben we bepaald hoe lang funderingspalen moeten zijn en hoe veel voorbelasting gebruikt moet worden om een terp van een viaduct precies genoeg te laten zakken zodat geen zetting achteraf ontstaat.”
Sonderingen wezen uit dat de bodemgesteldheid rondom Joure redelijk stabiel is. Johan Strampel: “Er bevinding zich veel goede zandlagen in de ondergrond waarop goed gefundeerd kan worden. De diepte van deze lagen varieert waardoor veel sonderingen nodig zijn. Omdat de ondergrond stabiel is gebleken zijn de viaducten voornamelijk op staal gefundeerd. Dit betekent dat er geen palen nodig zijn, maar dat de viaducten op goed samengepakte lagen zand staan. De verkeersborden met route-informatie zijn wel op palen gefundeerd, dit is vooral bedoeld om de windbelasting op te kunnen vangen.”
Samenwerking leidde tot meer kwaliteit
Voor het project vormden Rijkswaterstaat, provincie Fryslân en gemeente De Fryske Marren de Alliantie knooppunt Joure. Johan Strampel vertelt over het hoe en waarom van de samenwerking: “Rijkswaterstaat is de aanbestedende dienst vanwege de reconstructie van de Rijkswegen A6 en A7. Provincie Fryslân heeft het grootste deel van het project gefinancierd en verantwoordelijk voor het bouwbudget. Gemeente De Fryske Marren sluit aan met het onderliggende infrastructuur. In de samenwerking is een veel grotere kwaliteit geleverd dan we van tevoren konden bedenken. Aannemer Gebr. Van der Lee heeft de opdracht gekregen voor het Design en Construct project. Het uitwerken van het ontwerp en de realisatie is in deze contractvorm de verantwoordelijkheid van de aannemer. De opdrachtgever toets en houdt toezicht op ontwerp en realisatie. Van start tot oplevering is sprake van een intensieve samenwerking met een wegennet als resultaat dat eigenlijk geen knooppunt meer mag heten.”
Aanleveren was zomaar klaar
Er zijn op dit moment zo’n 180 sonderingen doorgeleverd aan de landelijke voorziening. De provincie Fryslân was trekker van het aanleverproces. Johan Mulder, BRO-coördinator bij de provincie: Het was in het begin even zoeken wie ging leveren. Dat had te maken met gedeeld opdrachtgeverschap waarbij het contract is opgesteld door de drie overheden. Uiteindelijk zijn alle sonderingen aangeleverd via de provincie. Het leveren op zich was zomaar klaar. Voordat de gegevens er waren en welke partijen er allemaal bij betrokken waren, dat was wat lastiger. Gelukkig heeft Lisette Kramer van het Implementatieteam BRO ons daarbij geholpen.”
Johan Strampel merkte wel dat de prioriteiten van een project vaak liggen in het ontwerpen en realiseren. “Het leveren van gegevens krijgt hierbij nogal eens minder aandacht. In het recente verleden plaatsten we gegevens in het DINOloket, gedurende de uitvoering van het project is dit veranderd in de BRO. De gebruiksvriendelijkheid van de BRO is prettig, in het begin heeft alleen het opstarten even wat tijd gekost.”
Afspraken aan de voorkant
“We werken als provincie vaak met andere overheden samen”, vertelt Johan Mulder. “De les voor ons uit dit project moet dan ook zijn dat we over aanleveren van ondergrondgegevens aan de voorkant betere afspraken moeten maken. Dat bewustzijn groeit in onze organisatie. Voor projecten als deze is het lastig omdat de BRO aan het einde van dit meerjarenproject pas live is gegaan.”
“De BRO is steeds breder bekend binnen onze organisatie. Waar je bij andere organisaties ziet dat een inhoudelijk betrokken collega de rol van BRO-coördinator krijgt is dat bij ons juist helemaal niet zo. Ik ben als BRO-coördinator juist iemand die los van het werkveld staat en daardoor heel veel op zoek moet naar collega’s die er iets mee ‘moeten’. Hierdoor leer ik veel nieuwe werkvelden en collega’s kennen en dat vind ik erg leuk. Bestuurlijk heb ik nog geen aansluiting. Om heel eerlijk te zijn heb ik geen idee onder welke gedeputeerde dit onderwerp valt, het staat niet in de portefeuille en omdat de BRO zo breed is kunnen het meerdere zijn. Ik zou wel eens met hem of haar over de BRO willen praten!”
Komende leveringen
Bij de provincie Fryslân staat ook de grondwatermonitoringsputten al een tijdje klaar om geleverd te worden. Johan Mulder: “We zijn samen met Royal Haskoning/DHV en de BRO bezig om die rechtstreeks vanuit ons beheer- en monitorprogramma DAWACO te leveren. Dit leek vorig jaar mei dichterbij dan gedacht, maar er waren een aantal obstakels op de weg. We zijn nu dichterbij dan ooit en ik verwacht dan ook dat we op korte termijn de eerste bulk kunnen gaan leveren!”