De inzet van BRO-data voor de warmtetransitie
In 2050 moeten alle woningen in Nederland aardgasvrij zijn. De overgang naar duurzame warmtebronnen – de warmtetransitie – is daarmee een belangrijk onderdeel van het klimaatbeleid. Voor een succesvolle uitvoering is goede kennis van de ondergrond onmisbaar. In het BRO’tje op 11 september liet de TU Delft zien hoe BRO-data wordt ingezet om de warmtetransitie te ondersteunen en versnellen.
Warmteopslag op hoge temperatuur
De TU Delft werkt aan een project voor Hoge Temperatuur Opslag (HTO) op de campus. In dit project wordt warmte van een geothermiebron tijdelijk opgeslagen op een diepte van 100 tot 500 meter. Het water, met een temperatuur tussen de 40 en 90 graden, wordt in de winter benut voor verwarming. De techniek wordt gezien als kansrijk voor bredere toepassing in stedelijke gebieden. Vanwege de complexe opbouw van de ondergrond is het gebruik van betrouwbare data essentieel. Hierbij wordt onder meer gebruikgemaakt van modellen als REGIS II, boorbeschrijvingen, geofysische logs en boorgatmetingen uit de Basisregistratie Ondergrond (BRO).
Martin Bloemendal (TU Delft en TNO Geologische Dienst Nederland) lichtte tijdens het BRO’tje toe hoe deze gegevens worden toegepast bij het ontwerp en de uitvoering van duurzame warmtesystemen.
Grondwater en aardwarmte: het belang van monitoring
Voor warmteopslag en geothermie wordt gebruikgemaakt van ondergrondse waterlagen. Dit vraagt om nauwkeurige monitoring om onderlinge verstoring – bijvoorbeeld met drinkwaterwinningen – te voorkomen. Het Landelijk Grondwater Register (LGR) speelt hierin een belangrijke rol. Daarom gingen we ook in op de relatie tussen grondwatergebruik en aardwarmte, en de rol van het LGR.
Sprekers
-
Martin Bloemendal | TU Delft en TNO Geologische Dienst Nederland
-
Erik Simmelink | TNO Geologische Dienst Nederland
- Mark Schrover | Omgevingsdienst Haaglanden en Landelijk Grondwaterregister