Nieuwe versie DGM, REGIS II en GeoTOP

Betere verwijzing naar Nomenclator

In de nieuwste versies van DGM, REGIS II en GeoTOP zijn de codes voor geologische eenheden gelijkgetrokken. Elke laag in de ondergrond wordt in de modellen namelijk aangegeven met een code, die verwijst naar de Stratigrafische Nomenclator voor aanvullende informatie, zoals de samenstelling, de ontstaanswijze en de ouderdom van de lagen. De Stratigrafische Nomenclator geeft een overzicht van alle gesteentelagen die de Geologische Dienst Nederland, voor het maken van geologische kaarten en modellen gebruikt. Nu de codes hetzelfde zijn, is het makkelijker om toelichtende informatie over een stratigrafische en hydrogeologische eenheid in de Nomenclator te bekijken. Daarnaast zijn van een aantal formaties de codes gewijzigd.

Als je de modellen op BROloket bekijkt, dan zul je van deze wijziging in de codering weinig merken. De inhoud van de modellen is namelijk hetzelfde gebleven. Alleen als je de modellen download en bijvoorbeeld de rasterbestanden geautomatiseerd verwerkt, zul je aanpassingen moeten doen. De code is namelijk verwerkt in de bestandsnaam.

Extra aanpassingen GeoTOP

Voor GeoTOP bevat de nieuwe versie ook een verbeterde inschatting van de modelonzekerheid van de geologische eenheden. Je vindt deze inschatting bij elke voxel (een blok in de ondergrond van 100 x 100 x 0,5 m). Voor elke voxel is namelijk een inschatting gegeven tot welke geologische eenheid dat stukje ondergrond behoort. Als je weet welke geologische eenheid dat is, kun je meer informatie over die laag vinden in de Stratigrafische Nomenclator. Maar het blijft een inschatting.

Je kunt deze waarde zien in de appelboor en verticale doorsnedes in GeoTOP. De waarde van de modelonzekerheid van de geologische eenheid is een getal tussen de 0 en 1. Hierbij staat 0 voor een zeer lage modelonzekerheid; het model is goed in staat om een goede schatting te geven. Daarentegen staat 1 voor een hoge modelonzekerheid; het model is niet in staat om een eenduidige schatting te geven. In uitzonderingsgevallen is het getal hoger dan 1. Waarden hoger dan 1 komen bijvoorbeeld voor op plaatsen waar meerdere dunne lagen op elkaar liggen. Het is op die plekken zeer onzeker tot welke van deze dunne lagen een voxel behoort.

Het andere specifieke kenmerk van de voxel is de lithoklasse ofwel grondsoort. De berekening van de modelonzekerheid van de lithoklasse is niet gewijzigd.

Aangepaste grids door terugmeldingen

Een andere wijziging betreft de aanpassing van de lagen in de ondergrond (grids) in GeoTOP. In twee terugmeldingen zijn daarin onvolkomenheden geconstateerd.De BRO-terugmeldingen gingen over:

• Het bestand van BXWISIKO_BCC (lagenmodel onderkant BXWISIKO) is incorrect. Dit bestand geeft de onderkant weer van BXWIKO en niet die van BXWISIKO.
• In het samengevoegde lagenmodel van GeoTOP v01r6 zijn de grids van eenheid NAWO nog van een oudere versie. Deze grids kruisen daardoor met jongere of oudere afzettingen zoals NAWA, NIHO en NIBA.

In de nieuwe versie van GeoTOP zijn de juiste grids opgenomen.

Meer weten?

Wil je meer weten over de wijzigingen in de modellen? Bekijk dan de toelichtende memo van het model dat je gebruikt. Je vindt die op de pagina toelichting van BROloket. Of stel je vraag aan de BRO Servicedesk.