Rli: Water en bodem nog niet sturend bij ruimtelijke ordening
Het lukt nog onvoldoende om water en bodem sturend te laten zijn bij de ruimtelijke ordening in Nederland. Dat is wel nodig, want de grenzen van wat nog kan, komen in beeld. Onverkort doorgaan op een eindigend pad is onverstandig en leidt tot zeer hoge kosten. Dat constateert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur in haar advies ‘Ruimtelijke ordening in een veranderend klimaat’. In het rapport geeft de raad tien aanbevelingen om de overheid te helpen om effectief te sturen op klimaatbestendige ruimtelijke ordening. Advies is: eerst kijken naar de lange termijn, dan pas keuzes maken voor het heden.
De voortschrijdende klimaatverandering maakt het steeds minder vanzelfsprekend dat de waterbeheerders en de ruimtelijke ordenaars in ons land altijd en overal de condities scheppen die nodig zijn om in ons land te kunnen wonen, werken en recreëren. In sommige gebieden en voor sommige activiteiten komen de grenzen in beeld van wat nog kan. Het kabinet wil daarom water en bodem meer sturend laten zijn voor het ruimtelijk beleid in Nederland, maar dat lukt nog onvoldoende. Op termijn kan dit leiden tot zeer hoge kosten.
Water en bodem basisvoorwaarde voor ontwikkelingen
De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) ziet dat water (en bodem) slechts als één van de af te wegen sectorale belangen wordt meegewogen, in plaats van als de eerste basisvoorwaarde voor ontwikkelingen. Bovendien ziet zij dat in de vertaalslag van papier naar praktijk de concrete ruimtelijke ordeningsbesluiten die van dag tot dag in Nederland worden genomen, nog niet in overeenstemming zijn met het uitgangspunt ‘water en bodem sturend’. De bestuurlijke wil en daadkracht om bovenop andere maatschappelijke opgaven ook nog eens volop aan de slag te gaan met opgaven rond klimaatadaptatie en water en bodem, is niet overal aanwezig – hoewel daarvoor wel degelijk kansen liggen.
Kans: opgaven in samenhang aanpakken
Er ligt volgens de Rli een grote kans in het in samenhang aanpakken van opgaven. Het rapport stelt: Alleen door die samenhang te benutten kunnen we in de leefomgeving de vele doelen realiseren die we ons hebben gesteld. De manier waarop we ons aanpassen aan klimaatverandering, en de ruimtelijke keuzes die we daarbij maken, kunnen daarin een grote rol in spelen.
Zo kan het scheppen van ruimte voor water hand in hand gaan met natuurontwikkeling en verbetering van de waterkwaliteit. Noodzakelijke aanpassingen in de landbouw kunnen worden aangegrepen om over te stappen op duurzamere productiemethoden. Door sommige gebieden te vernatten wordt de bodemdaling beperkt – en daarmee de uitstoot van broeikasgassen en het risico op verzakkende huizen. We kunnen landschappen creëren waar een duurzame voedselvoorziening, energieopwekking, recreatie en biodiversiteit op een klimaatbestendige manier samenkomen. En waar het fijn wonen is in een groene en blauwe omgeving. Nieuwe woon- en bouwconcepten – drijvend, verplaatsbaar, op palen of nog weer anders – kunnen ons bovendien niet alleen helpen om te leven met klimaatverandering, maar ook bijdragen aan een circulaire omgang met grondstoffen en aan energieneutraliteit.
Samenwerken
Kortom, als we de kansen zien en ze benutten is er veel mogelijk, stelt de Rli. Daarbij zal het helpen om aan te sluiten bij bestaande investeringsagenda’s, bijvoorbeeld voor beheer en onderhoud van gebieden. Ieder gebied in ons land wordt weleens op de schop genomen. Dat zijn de momenten om de samenhang te benutten en tegelijk met andere werkzaamheden het gebied klimaatbestendig te maken. Er zal dus samenwerking nodig zijn. Tussen opgaven en tussen mensen.
Vanuit de BRO voegen we daar graag aan toe dat datagedreven werken cruciaal is als je goede besluiten wilt nemen over al deze opgaven en als je water en bodem écht sturend wil laten zijn. Ook daarbij moet de samenwerking opgezocht worden: tussen GIS-specialisten, ruimtelijke ordenaars, bodem- en milieuadviseurs, economen, infra-experts, netbeheerders, waterspecialisten en alle anderen die kunnen bijdragen. Vergeet bijvoorbeeld bewoners en (agrarische) bedrijven niet. Daarom wordt momenteel ook hard gewerkt aan lokale digitale tweelingen die in samenwerking gemaakt worden en die hergebruikt kunnen worden.
Meer informatie
Het gehele rapport is te lezen op de site van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur: