Data cruciaal voor tegengaan droogte en beschermen natuur
De helling van de beekdalen rond Eindhoven en Tilburg, klimaatverandering en een nadrukkelijker natuurbescherming vroegen om inzichten in het grondwater die zonder data niet mogelijk zijn. Het gevolg is dat steeds meer medewerkers bij Waterschap De Dommel inmiddels datagestuurde keuzes maken om het water in én onder het gebied beter te beheren.
Dit artikel verscheen eerder in het ROmagazine.
Fons van Hout, adviseur monitoring grondwater bij Waterschap De Dommel, legt uit dat de oorsprong van datagestuurd werken teruggaat naar 2006. Toen werden specifieke natuurgebieden aangewezen waar herstel van het grondwater noodzakelijk was. Dit bleek een uitdaging, aangezien het onduidelijk was wat zich precies in de ondergrond afspeelde. De hydrologische eigenschappen van de hellende Brabantse beekdalen zijn uniek in Nederland, waarbij water gemakkelijk naar de Maas stroomt. Essentieel dus om over nauwkeurige data te beschikken voor het nemen van geïnformeerde beslissingen. 'We hebben tussen de vierhonderd en vijfhonderd peilbuizen geplaatst als onderdeel van onze initiële nulmeting om te begrijpen wat er in het gebied gebeurde', zegt Van Hout. Door opeenvolgende droge jaren is de ontwikkeling van meetnetten vervolgens versneld. ‘Dan gaan partijen naar elkaar wijzen, bijvoorbeeld de landbouw die wijst naar de drinkwaterbedrijven en de provincie wijst op de kleine onttrekkingen tot 10 kuub.’ Data zijn dan een uitkomst.
Basismeetnet
Het meetnet is inmiddels geëvolueerd tot wat Van Hout het 'basismeetnet' noemt. Het gebied is opgedeeld in hydrologisch homogene zones waar peilbuizen zijn geplaatst. Dit uitgebreide netwerk van meetpunten levert tegenwoordig grotendeels real-time data over waterstanden en -kwantiteit. De Dommel helpt gemeenten met de overstap naar moderne, stand-alone meetapparatuur. De gegevens van die meetnetten komen dan ook steeds vaker online beschikbaar in de Basisregistratie ondergrond (BRO).
De gegevens uit het basismeetnet zijn ook voor de plannen met het oppervlaktewater van cruciaal belang. Daar werkt Van Houts collega Lonneke Schilte aan. ‘Als we weten dat we het droogteseizoen ingaan met een lage grondwaterstand, kunnen we eerder maatregelen nemen’, zegt ze in een BRO'tje. Zo kan Schilte bepalen waar het grondwater hoger staat dan de bodem van de sloot. 'Op deze locaties kunnen we effectief ingrijpen om in de toekomst meer water vast te houden en de drainerende werking van die sloten te verminderen', legt ze uit. Dit kan bijvoorbeeld door het verondiepen van de waterbodem of het aanleggen van kleine dammen. Ook kunnen we over een lange periode zien hoe de grondwaterstand zich ontwikkelt. Dat inzicht heeft al mede geleid tot het grondwaterconvenant. Diverse partijen hebben daarin afgesproken hoe ze komende jaren samen willen werken aan herstel en bewaking van de grondwaterbalans in Brabant.
Communicatie
Deze datagestuurde aanpak heeft niet alleen technische voordelen, maar speelt een vitale rol bij de communicatie met bestuurders, inwoners en lokale boeren. Door toenemende droogte komt een beregeningsverbod steeds vaker in beeld. Daarvoor was het belangrijk provinciebreed goede afspraken te maken. En daar zijn peildata een cruciaal hulpmiddel, zegt Van Hout. Met de drie waterschappen en de provincie hebben we een berekeningsmethode vastgesteld. Als het grondwater onder een bepaalde grens zit, kan een verbod volgen.’ Landbouwers weten door deze data ook wat de stand van zaken is.
Die informatie moet wel inzichtelijk zijn. Van Hout legt uit hoe ze kleuren gebruiken om verschillende droogte- en natheidsniveaus aan te geven: ‘Zo is rood erg droog, oranje is iets minder droog, groen is normaal, lichtblauw is nat en donkerblauw is erg nat voor de tijd van het jaar.' Dat is de basis, maar die peilbuizen geven in het systeem nog veel meer informatie. Zo worden historische data bijgehouden en krijgen beheerders te zien met welk doel de buis is geplaatst. In de digitale tool kan een tijdreeksanalyse worden gemaakt.
Expertoverleggen
Om er zeker van te zijn dat het meetnet aansluit bij andere data-initiatieven in Nederland, is De Dommel nauw betrokken bij de expertoverleggen van het STOWA, het kenniscentrum van de waterschappen. Sinds enkele jaren is er driemaandelijks overleg met de andere twee waterschappen in Noord-Brabant, drinkwaterbedrijf Brabant Water en de provincie. Daarin worden afspraken gemaakt en informatie uitgewisseld die verder gaan dan de landelijke afspraken, vertelt Van Hout.
Door uit te gaan van de actuele data van online peilbuizen, wordt namelijk steeds meer mogelijk. Zo werkt De Dommel aan het automatiseren van de stuwen. ‘Dan kunnen onze beheerders eindelijk grondwatergestuurd gaan werken’, meent Van Hout. ‘Die zien water op het veld, maar door de actuele cijfers uit het meetnet weet de waterbeheerderdat het grondwater misschien wel heel laag staat, dus hoeft de stuw nog niet dicht.’
Door het meetnet uit te breiden naar duizend online peilbuizen en gemeentelijke netten te moderniseren, kan De Dommel het peilbeheer steeds beter afstemmen op de werkelijke toestand van het watersysteem boven én onder de grond. 'Dat is voordeliger voor zowel de natuur als de landbouwers’, legt Van Hout uit. ‘Deze data zijn een hulpje voor onze medewerkers. Die kunnen er nog betere keuzes mee maken.’