"Het is cruciaal grondwaterstanden snel en goed in de BRO te zetten"

Gepubliceerd 28 oktober 2021

Gemeente Nijmegen en dataleverancier I-Real sloegen de handen ineen om grondwaterstandonderzoek aan de BRO te leveren. De samenwerking tussen beide partijen heeft geleid tot een goed werkende API waarmee de gemeente haar data automatisch aan de BRO levert. De noodzaak was duidelijk: “Er zijn legio redenen voor het aanleveren van de grondwaterstanden, van voorkomen van natte voeten tot inzicht in verontreinigingen. En dus maken vele partijen gebruik van deze informatie”, zegt Paul Erades van de gemeente. “We vonden het daarom cruciaal om dit snel goed voor elkaar te hebben.”

Sinds 1 januari 2021 is het grondwaterstandonderzoek toegevoegd aan de Basisregistratie Ondergrond (BRO). Dit betekent dat er een aanleverplicht is ontstaan van al deze gegevens voor de bronhouders. Paul Erades, adviseur Bodem en Energie bij de gemeente Nijmegen: “Alle gemeenten, provincies en waterschappen dragen een wettelijke verantwoordelijkheid om nu ook gegevens van grondwaterstandonderzoek aan de BRO te leveren. De vrijblijvendheid is er echt af. Met de informatie op één centrale plek wordt het op een eenduidige en ordentelijke manier gearchiveerd én de informatie is voor iedereen toegankelijk. Dat vinden we heel belangrijk.”

Gebruik grondwaterstanden

De grondwaterstanden vormen in Nijmegen de basis voor veel beleids-, beheer- en ontwerpbeslissingen. Erades: “Wij gebruiken de grondwaterstanden bijvoorbeeld om de invloed van het oppervlaktewater op de grondwaterstand in de aangrenzende wijken te monitoren. Zo is in Nijmegen de Waal pas geleden verbreed en is het waterpeil van het Maas-Waalkanaal verhoogd. De gemeten grondwaterstanden kunnen bijvoorbeeld inzicht geven in de oorzaak van water in de kelder of kruipruimte of bij verzakkingen. Ook kunnen de gegevens gebruikt worden bij het ontwerp en aanleg van infrastructurele objecten, zoals een riolering. Verder kun je met langjarige meetreeksen onderzoek doen naar verdroging of vernatting.”

Stappen

Gemeente Nijmegen en I-Real hebben samen een aantal stappen gezet om de grondwaterstanden in de BRO te krijgen. Erades: “Om te beginnen laten wij de relevante bestaande grondwaterputten van DINO naar de BRO overzetten. We hebben TNO gevraagd deze datamigratie voor ons te regelen. Mijn ervaring is dat er snel en kundig op zo’n verzoek wordt gereageerd. Een vergelijkbare service biedt TNO aan voor het overhevelen van de oudere grondwaterstanden van DINO naar de BRO. We hebben hiervoor een verzoek ingediend via het contactformulier van de BRO. De daadwerkelijk datamigratie  vindt overigens plaats in januari 2022.  I-Real doet voor ons de grondwatermonitoring en voegt de nieuwe grondwaterstanden aan de meetreeks toe. Daaraan ging wel een testfase aan vooraf, waarvoor I-Real de samenwerking met ons heeft gezocht.”

Freek van Balveren van I-Real bekijkt gegevens van Nijmegen in het BROloket

Nieuwe software

Freek van Balveren van I-Real: “We willen onze klanten zoveel mogelijk ontzorgen. Gemeenten vroegen ons om hen te helpen bij de overgang naar de BRO, zodat zij kunnen voldoen aan de aanleververplichting die er voor de BRO is. Ons doel is om dat geautomatiseerd te doen en zo goed mogelijk te laten verlopen. We zijn toen op zoek gegaan naar een gemeente die al bekend was met het Bronhouderportaal en met ons portaal om samen het proces te verkennen. Met Nijmegen hebben we onze nieuwste software getest om de gegevens aan de BRO te kunnen leveren. We hebben de koppeling met het Bronhouderportaal kunnen realiseren via een goed werkende API, waarmee de gemeente haar data automatisch aan het Bronhouderportaal levert. Dit proces is volledig geautomatiseerd via de koppeling vanuit de I-Real-software H2gO. De data die naar het Bronhouderportaal worden verstuurd, zijn gevalideerd op onder andere min/max meetbereik en uitschieters.”

Vraagpunten

I-Real liep in de testfase tegen een aantal zaken aan. Van Balveren: “In eerste instantie moesten we uitzoeken welke machtiging je nodig hebt voor de aanlevering. We leveren met terugwerkende kracht de data van een heel jaar aan in stukjes van 52 weken. Als we 1 week aangeleverd hadden, moesten we wachten op controle en dan konden we pas de volgende week aanleveren. Nu is dat geautomatiseerd: wat binnenkomt, keuren we meteen goed. Verder waren er wat kleine technische dingen. Zo moet er voor de eerste levering op een peilbuis een project aangemaakt zijn. Dat had de gemeente niet gedaan. Daar moet je dan even achter komen."

"Onze software maakt nu automatisch een project aan als dat er nog niet is, en datzelfde project komt nu steeds terug bij alle leveringen. Aan dit soort zaken moet je als leverancier tijd besteden; het is geen 1-2-3 stappenplan helaas. En, heel eerlijk gezegd: het proces in de BRO is niet echt gebruiksvriendelijk.  De afgelopen tijd is er ook veel verbeterd. Gelukkig heeft de BRO zichzelf ook ontwikkeld. Nu is het best werkbaar en begin ik het zelfs wel een leuk traject te vinden. De lijntjes met TNO zijn wat korter en ik ben blij als we straks weer data kunnen aanleveren en dat onze software echt goed blijkt te werken.”

Gemeentelijke uitdagingen

In Nijmegen heeft de afdeling Basis- en GEO-Informatie het proces van aanlevering aan het Bronhouderportaal BRO ingericht en heeft de beheerdersrol. De interne afdelingen die opdrachtgever zijn voor de grondwatermonitoring, zijn gebruiker van het portaal. Erades: ”Binnen onze gemeentelijke organisatie hebben we twee afdelingen die grondwaterstanden monitoren: onze afdeling die zich bezighoudt met waterbeheer en de afdeling die zich bezighoudt met de bodemkwaliteit. Het is dus zaak van elkaar te weten waar wordt gemonitord om overlap te voorkomen. Iedere afdeling zorgt er zelf voor dat de grondwaterstanden in de BRO worden opgenomen. Zij maken in het Bronhouderportaal de projecten aan, zodat het adviesbureau haar informatie in het portaal kan uploaden. Een handige optie is overigens dat gegevens door de leverancier op inhoud worden gevalideerd en daarna automatisch geaccordeerd worden door de bronhouder, zodat ze direct naar de technische validatie BRO worden doorgestuurd.”

Contracten uitbreiden

Erades geeft aan dat je een aantal zaken goed moet regelen: “Bestaande contracten met adviesbureaus en dataleveranciers moeten worden uitgebreid met de extra werkzaamheden. Er moeten afspraken worden gemaakt zoals over de frequentie van aanlevering van data, over validatie van de data, en praktische zaken rondom de inrichting van het bronhouderportaal. Wat ik nog wil toevoegen is dat je ook de aanbestedende dienst erbij moet betrekken. In de (moeder)bestekken van bijvoorbeeld infrastructurele projecten moeten artikelen worden opgenomen over het verplicht (her)gebruik van grondwaterstanden.”

Tips

Erades en Van Baveren hebben nog een aantal tips voor iedereen die met grondwaterstandonderzoek aan de gang gaat.

  1. Voor zover je dat nog niet hebt gedaan: onderneem actie, want het gaat niet vanzelf.
  2. Neem contact op met je interne afdelingen, met de BRO Servicedesk voor de migratie van gegevens van DINO naar de BRO en neem contact op met je gecontracteerde bureaus. Als de aanlevering eenmaal loopt, dan heb je er weinig omkijken meer naar.
  3. Lang niet alle overheden hebben de tijd of voldoende technische kennis in huis om zelf dit migratietraject naar de BRO uit te voeren. Dat traject vergt namelijk veel handmatige handelingen en grondige controles. Haal die kennis in huis. Adviesbureaus en dataleveranciers als I-Real hebben soms al een volledig proces ontwikkeld om diverse gemeenten te ondersteunen bij het migratie- en aanlevertraject.