Praktijkvoorbeeld onderzoekt 3 tracés voor IJmeerlijn

Gepubliceerd 25 november 2021

Almere groeit de komende jaren hard door en krijgt steeds meer inwoners. Een nieuw te plannen railverbinding met Amsterdam moet ervoor zorgen dat de sterk toenemende vraag aan openbaar vervoer tussen Amsterdam en Almere invulling krijgt. In een nieuw praktijkvoorbeeld onderzoeken betrokken partijen de samenstelling van de ondergrond van de beoogde tracés voor deze IJmeerlijn.

Opbouw van de ondergrond onder een van de tracés van de IJmeerlijn

De IJmeerlijn gaat de steden Amsterdam en Almere met elkaar verbinden. Het wordt een 20 kilometer lange verbinding tussen Diemen-Zuid en Almere-Centrum, waarvan een deel in een tunnel ligt onder IJburg en het IJmeer.

De ondertunneling wordt gedaan om de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het IJmeer onaangetast te laten. Zo blijft het eiland Pampus, dat is erkend door UNESCO als cultureel erfgoed, gevrijwaard van horizonvervuiling. De tunnel heeft ook grote voordelen voor de ecologische kwaliteit. Zo worden de tunneltoegangen ingepast in wetlandachtige natuurgebieden, komen er ruimschoots compenserende en mitigerende maatregelen en wordt de ecologische hoofdstructuur minimaal verstoord.

Drie tracés

Om aan dit beeld tegemoet te komen en ook binnen de geraamde kosten te blijven, worden 3 mogelijke tracés bekeken. In het praktijkvoorbeeld zijn hiervoor diverse kaarten en modellen over elkaar gelegd. Denk hierbij aan bodemdalings- en slappe-bodem-kaarten, GeoTOP voor de meest waarschijnlijke bodemsamenstelling, ondergrondgegevens als boringen, sonderingen en grondwaterputten en REGIS II als geohydrologisch model. Ook is gebruik gemaakt van luchtfoto’s.

De viewer van dit praktijkvoorbeeld laat zien welke onderdelen belangrijk zijn om mee te nemen in het onderzoek naar de 3 scenario’s. Mede op basis hiervan kan een voorkeurstracé gekozen worden.


Praktijkvoorbeeld

Het nieuwe praktijkvoorbeeld bekijken? Ga dan naar de viewer.