Ondergrondkennis cruciaal bij energietransitie Amsterdam

Gepubliceerd 14 juli 2020

Hoe helpen ondergrondgegevens en 3D ruimtelijke planning bij de planvorming voor een nieuw warmtenet in het Paasheuvelweggebied in Amsterdam? Het programma BRO deed met de gemeente Amsterdam een proef op de som met een praktijkvoorbeeld en betrok daarbij experts van Arcadis, Geodan, Waternet en Deltares. Een integrale aanpak en goed zicht op de samenstelling van de ondergrond en alles wat daarin aanwezig is, blijken cruciaal te zijn in dit project. Over de zoektocht in de ondergrond die aan deze conclusie voorafging, is nu een digitaal bladerboek (storymap) gemaakt.

In Amsterdam Zuidoost, worden in de periode tot 2040 maar liefst 39.000 woningen gerealiseerd onder de naam ‘gebiedsontwikkeling Amstel-Stad’. Berekeningen laten zien dat met de restwarmte van alle datacentra in Zuidoost 200.000 nieuwe woningen zouden kunnen worden verwarmd. In het Paasheuvelweggebied ligt het belangrijkste internetknooppunt van Nederland: de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX). Daarom heeft het bedrijfsleven belangstelling om hier datacentra te bouwen. Het koelen van die datacentra levert warm water op. Dat kan worden benut om huizen te verwarmen. Daarom komt er een nieuw warmtenet waarbij gekeken wordt naar de mogelijkheden voor een open bodemenergiesysteem (OBES).

Transformatie Paasheuvelgebied in vogelvlucht

Praktijkvoorbeeld Paasheuvelweggebied

In het Paasheuvelgebied is onderzocht of de ondergrond geschikt is voor OBES en of er in de ondiepe ondergrond voldoende ruimte is voor de benodigde infrastructuur. Daar is het in de bovenste 2 meter immers al druk met boomwortels, funderingen, kabels en leidingen. Bovendien wil de gemeente in de toekomst nog meer OBES aanleggen, en het is de vraag of en hoe al die systemen met elkaar samen kunnen gaan. Voor het programma BRO een mooi project om te ontdekken hoe BRO-gegevens kunnen bijdragen aan de energietransitie in het Paasheuvelweggebied.

Warmte- en koudeopslag in de ondergrond

In dit praktijkvoorbeeld zijn met het projectteam data uit de BRO toegepast via de nieuwe Amsterdamse ‘Methode Integrale Aanpak Openbare Ruimte’. De centrale opgave daarbij is om de belangrijkste ontwerpthema’s in een gebied te vertalen naar efficiënte, slimme en integrale profielen per straat, kavel of ander deel van de openbare ruimte. Zodat de toch al drukke ondergrond efficiënt gebruikt kan worden.

Digital twin

Voor het Paasheuvelweggebied is eerst het bestaande gebied in kaart gebracht op basis van aanwezige BRO en DINO-datasets. Vervolgens is het tracé voor het open lage- temperatuur-warmtenet erin getekend. In een 3D viewer (in dit geval ArcGISOnline) zijn de 3D data van de BRO aangevuld met algemene en projectspecifieke 2D en 3D data van bodem en over ondergrond en de openbare ruimte. Hiervan is een 3D-visualisatie gemaakt, een zogenaamde digital twin.

Om gestructureerd te bepalen welke data relevant zijn om in de digital twin te zetten, zijn sessies georganiseerd met in- en externe experts. Daarbij zijn naast stedenbouwkundigen en technische duurzaamheidsadviseurs, ook dataspecialisten betrokken.

De gerealiseerde digital twin bevat nu meer dan vijftig datalagen die voor elke relevante gebiedsontwikkeling en/of transformatie opgave in Amsterdam Zuidoost ingezet kan worden. Bovengrondse en ondergrondse vraagstukken kunnen zo optimaal op elkaar worden afgestemd. Dat verkleint het risico op fouten en onverwachte kosten in de toekomst. Bovendien kunnen de mogelijkheden van het gebied optimaal worden benut.

Lessen uit de praktijk

Wat leverde het in kaart brengen van de ondergrond van het Paasheuvelweggebied nog meer op? Voor OBES is een bepaald soort zandlaag nodig om het warme water in op te kunnen slaan. Het is nodig te weten waar en hoe diep die zandlaag precies zit. Conclusie uit de 3D-modellen van de ondergrond (GeoTOP en REGIS) is dat de ondergrond in het Paasheuvelgebied variabeler van samenstelling blijkt te zijn dan gedacht; eigenlijk is de opbouw van de ondergrond op geen enkele plek precies hetzelfde. Het geschikte zandpakket bleek 10 meter in dikte te verschillen. Bovendien wordt de zandlaag in een gedeelte van het projectgebied door een minder goed doorlaatbare kleilaag in tweeën gedeeld. Met deze kennis kan de gemeente nu bepalen hoe de voor OBES aanwezige capaciteit in de ondergrond benut kan worden. De OBES-systemen kunnen nu efficiënter worden aangelegd en op elkaar worden afgestemd, waardoor de woningen uiteindelijk over meer bodemenergie kunnen beschikken.

De bovenste 50 meter van de ondergrond is zeer variabel van samenstelling

Nieuwe inzichten

Het 3D- perspectief en het bundelen van data heeft uiteindelijk geleid tot nieuwe inzichten en vervolgvragen voor het project. Ook is er veel geleerd over databeschikbaarheid, benodigde data en toepassingsmogelijkheden van BRO-data. Inzichtelijk is nu welke informatie nog ontbreekt. De inzichten uit het praktijkvoorbeeld Paasheuvelweggebied hebben in ieder geval al geleid tot aanpassing van het 'Masterplan Bodemenergie Amstel III en ArenAPoort' van de gemeente Amsterdam.


Storymap

Bekijk de  storymap die over het praktijkvoorbeeld Paasheuvelgebied Amstel-Stad is gemaakt.

Bekijk ook de andere BRO-praktijkvoorbeelden.

Integrale aanpak openbare ruimte Amsterdam

Meer informatie over de Methode Integrale Aanpak Openbare Ruimte van de gemeente Amsterdam: