Interview gemeente Alphen aan den Rijn: Ervaringen met de BRO


Gemeente Alphen aan den Rijn

Aantal inwoners: 110.000
Oppervlakte: 133 km2 (land en water)
Gesproken met: Hugo Hoenders, beheerder openbare ruimte, beheer kabels en leidingen

Waar in de gemeentelijke organisatie hebben jullie de BRO belegd?

‘Daar zijn we eigenlijk nog driftig mee in de weer. Op dit moment onderzoeken wat onze verplichtingen precies zijn, en hoe we die het best kunnen vormgeven. Wel is duidelijk dat we zelf weinig BRO-data beschikbaar hebben. Met name ingenieursbureau Antea en de Omgevingsdienst Midden-Holland hebben die gegevens. Zij verrichten als deskundige partijen de meeste onderzoeken, bijvoorbeeld bij projecten als de aanleg van bruggen en het onderhoud van de weginfrastructuur. Dat betekent dat de BRO voor onze organisatie een minimum aan belasting oplevert. Wij zien voor ons een coördinerende taak weggelegd: gegevensstromen bewaken en op leveringen controleren.’

Werken jullie met contracten om dit goed te regelen?

‘Het raamcontract hiervoor is nog in de maak. We moeten alles goed vastleggen: processen, kosten en verantwoordelijkheden. Bovendien kost de bewustwording bij andere partijen ook tijd: ODMH voelde dit eerst als een grote belasting voor hun eigen organisatie, maar inmiddels dringt het besef ook bij hen door dat zij hierin een cruciale rol hebben. Of sterker nog: dat zij de hiervoor de aangewezen partij zijn.’

Laten jullie alle gegevens door derden aanleveren? Of geldt dit alleen voor de registratieobjecten die nu al bekend zijn?

‘Van de gegevens waar de BRO om vraagt, is een groot deel reactief en een deel proactief. Reactief zijn gegevens uit onderzoeken die beschikbaar komen bij de voorbereiding van verschillende projecten, zoals waterpeilingen en bodemonderzoeken. Die krijgen we dus meestal van derden. Met proactief bedoel ik dat je als gemeente bewust onderzoek moet gaan doen naar de diepere lagen van je ondergrond, bijvoorbeeld voor WKO-toepassingen en warmtewinning. Áls we onderzoek gaan doen, willen we daar ook graag het nut van zien. We gaat niet alleen onderzoeken om het onderzoeken. Dus daar denken we nog over na, hoe we dat gaan invullen.’

Hoe hebben jullie het project BRO aangepakt?

‘In eerste instantie is dat bij ons ingenieursbureau geland. Er zijn verkennende besprekingen geweest met onder meer de Omgevingsdienst Midden-Holland, en ook met mij als beheerder van de openbare ruimte in Alphen aan den Rijn. Daarna ben ik naar verschillende congressen geweest, om mezelf zo breed mogelijk te informeren. Uiteindelijk zijn er nu binnen de afdeling 4 mensen mee bezig om te bekijken hoe we dit concreet gaan invullen, wat voor capaciteit het vraagt, en wat de input en de output zouden moeten zijn.’

Zie jij de BRO als een lastige opgave, of valt het wel mee?

‘Enerzijds is het lastig: er zitten een hoop verschillende lagen in de ondergrond. Datgene wat je niet ziet, moet je zichtbaar maken. Aan de andere kant ben ik wel overtuigd van het nut en de noodzaak van de BRO, zeker gezien de problematische ondergronden waar we hier in Alphen mee te maken hebben. We zitten in een deltagebied van de Rijn, waar je afwisselend veengebieden en zandbanken hebt. Wil je daarop woningen bouwen, dan heb je speciale technieken nodig om dat te realiseren. Onze ondergrond is dus behoorlijk in beweging, ook letterlijk. De BRO heeft daarom echt meerwaarde voor ons.’

Welke tip kun je collega-bronhouders geven?

‘Ga uit van datgene wat er nu al voorhanden is, en stel dat ter beschikking van de BRO. Dan heb je al voor een groot deel invulling gegeven aan de taak die je hebt als lokale overheid. Er zijn namelijk al heel veel gegevens: er wordt veel onderzoek gedaan op het gebied van water en grond, door verschillende partijen. Wat je dan als overheid moet doen, is borgen dat al die informatie beschikbaar komt. Daarvoor moet je contracten en vergunningen regelen. Ga dus samenwerken met andere organisaties. Je hoeft het wiel echt niet zelf uit te vinden!’


Type project
Praktijkverhaal
Doelgroep
Gemeente