Interview provincie Overijssel: Lessons learned


In januari 2018 startte provincie Overijssel het proces om sonderingen uit te laten voeren bij de N342 nabij Oldenzaal. Het traject om tot de eerste aanleveringen van sonderingen te komen aan de LV BRO kende een aantal moeilijkheden die uiteindelijk overwonnen zijn.

Arnold Dekker, de projectleider van het project “Implementatie BRO” bij de provincie Overijssel, deed waardevolle ervaringen op bij het gebruik van de BRO. Daarom vroegen wij aan hem wat voor bevindingen hij nuttig vindt voor anderen die ook met de BRO willen werken.

Wat waren de moeilijkheden bij het traject?

“De opdracht om sonderingen uit te voeren bij de N342 werd toegekend aan Hoogveld Sonderingen, maar de software van Hoogveld Sonderingen was in eerste instantie nog niet geschikt om BRO-waardige output te leveren. De leverancier van de software, Eijkelkamp-Geopoint, heeft de software hiervoor trouwens inmiddels aangepast. De 1e output was namelijk eerst in GEF 1.1.0 formaat, dit bleek GEF 1.1.3 en IMBRO-kwaliteit te moeten zijn om deze aan de converter te kunnen aanbieden. De leverancier heeft samen met Hoogveld Sonderingen daarom een verrijking van gegevens uitgevoerd om deze compleet te maken.

De normale inwinning van de gegevens is dus nog niet volledig genoeg voor de BRO. Hoogveld Sonderingen heeft de aanvullende gegevens later toegevoegd en voorziet dat aanvullende inwinning nodig is.

Ook bleek de conversietool (GEF-converter) niet beschikbaar als webservice, en moest lokaal worden geïnstalleerd als executable. Dit was niet makkelijk binnen een afgeschermde/beschermde infrastructuur zoals bij de provincie en is daarom op een andere plek gedaan.

Verder kreeg provincie Overijssel na aanlevering en doorlevering van de juiste XML bij het Bronhouderportaal de melding “doorlever verbindings error”. Dit incident is gemeld bij de BRO Servicedesk en binnen één dag hersteld. Vervolgens is de doorlevering alsnog geslaagd.”

Wat voor vragen en wensen leverde het traject op?

Arnold vroeg zich af wanneer hij als bronhouder kan zien of de aangeleverde sonderingen (of andere BRO-objecten) in de BRO zijn opgenomen?

“Het is wenselijk dat de geleverde BRO-gegevens de volgende dag beschikbaar zijn in PDOK of DINOloket, zodat de bronhouder ziet dat de gegevens zijn opgenomen.

De projectleider van de bronhouder die het project uitvoert heeft graag een tool om kwalitatief goede kwaliteitscontroles te kunnen uitvoeren voor vragen als: waar ligt de sondering? Kloppen de metadata? Kloppen de gegevens/data? Het is wenselijk dat deze gegevens zichtbaar in het Bronhouderportaal staan, zo nodig op een kaart of als grafiekje/visuele weergave.

De huidige manier om in het Bronhouderportaal met een teksteditor in de XML te controleren wordt namelijk niet gebruiksvriendelijk bevonden. Als gevolg zijn al gesprekken gevoerd met het programmabureau BRO om viewermogelijkheden beschikbaar te gaan maken binnen het Bronhouderportaal. En de kwaliteitscontrole zou de bronhouder graag ondersteund willen zien."

De belangrijkste opgedane ervaringen volgens Arnold zijn daarmee:

1) Stel als bronhouder samen met de leverancier vast welke gegevens er in de sonderingen moeten worden opgenomen voordat ze worden aangeleverd. Let daarbij op de toegestane waarden bij het kwaliteitsregime IMBRO (en het verschil met IMBRO/A).

2) Zorg dat de benodigde BRO-gegevens worden ingewonnen en, als GEF wordt gebruikt, in de juiste GEF-bestanden zijn opgenomen voordat die worden geconverteerd.

3) Bespreek hoe de sonderingen door de interne projectleider van de bronhouder gecontroleerd (kunnen) worden, met het oog op de mogelijkheden die de BRO nu biedt.

4) Neem contact op met de BRO Servicedesk in geval van vragen of verstoringen, zodat de BRO kan helpen waar mogelijk.

Juli 2018


Type project
Praktijkverhaal
Doelgroep
Provincie