Interview Waterschap Hunze en Aa's: Ervaringen met de BRO


Waterschap Hunze en Aa’s

Aantal inwoners: 424.000
Oppervlakte: 2.130 km2 (met 3.525 km aan kanalen en sloten)
Gesproken met: Willeke Baumgartner, projectleider BRO

Waar in de organisatie hebben jullie de BRO belegd?

‘Bij ons waterschap is de BRO belegd bij het team Geo-Info. Daar zit ik als projectleider, en de BRO-coördinator komt daar ook te zitten. De BRO is tenslotte een van de basisregistraties die met geo te maken heeft. En die centrale plek is handig, want in feite zit de BRO overal in de organisatie.’

Hoe ver zijn jullie met de BRO?

‘We zijn nog bezig met de implementatie, en we hebben nog niets aangeleverd. De beheerorganisatie is al wel ontworpen, maar nog niet ingericht. Eigenlijk wachten we op de BRO-coördinator, die nog moet worden benoemd. Daar moeten uren voor worden vrijgemaakt. Ons uitgangspunt is: we leveren niets aan voordat het inrichten van de beheerorganisatie is afgerond. We kunnen nu wel hapsnap projecten gaan aanleveren, maar dan is het niet belegd. Wij doen het liever andersom. Als we straks de beheerorganisatie hebben staan, dan hebben we ook concrete gegevens die aangeleverd kunnen worden. En dat is meteen een mooie test voor de beheerorganisatie.’

Hebben jullie er ook bestuurders bij betrokken? Hoe?

‘We hebben de BRO opgenomen in ons Informatie Bedrijfsvoering Plan (IBP). Het is tenslotte een wettelijke verplichting. Dat plan hebben we voorgelegd aan MT en het dagelijks bestuur. Zij hebben het plan goedgekeurd, en op die manier zijn zij erbij betrokken.’

Zie je de BRO als een lastige opgave voor het waterschap, of valt het mee?

‘In principe valt het wel mee, want het is heel concreet. Er is geen interactie met andere basisregistraties, de BRO staat redelijk op zichzelf. Dus dat is te overzien. Het betekent natuurlijk wel een extra taak erbij voor ons. Met name de BRO-coördinator zal belast worden. Want daar komt alle validatie straks te liggen.

Wat ik lastig vind: de BRO-gegevens zijn verspreid over veel afdelingen en deskundigen binnen het waterschap. Alle projectleiders, planologen, hydrologen en alle medewerkers die met de ondergrond te maken hebben, moeten dit opnemen in hun werkproces. Dat zijn nogal wat mensen, dus dat is niet zomaar gebeurd. Maar ik denk dat dat bij alle overheden zo is, ook bij provincies en gemeenten.

Een ander moeilijk punt is puur implementatietechnisch. Er zijn op dit moment twee standaarden: IMBRO en IMBRO-A. IMBRO is nu nog niet altijd verplicht; er mag dan ook volgens IMBRO-A worden aangeleverd. Op een gegeven wordt IMBRO wel verplicht. We zijn er nog niet achter wanneer dat is. Er is nergens een concreet overzicht van wat je nu precies moet aanleveren. Dat vind ik lastig.’

Welke tip kun je collega-bronhouders geven?

‘Wacht niet, maar ga gewoon aan de slag. Eventuele tekortkomingen komen dan vanzelf bovendrijven en die kun je in een vervolg meenemen. Hou het eenvoudig, en haal er niet van alles bij. Probeer het zo eenduidig mogelijk in te richten.’


Type project
Praktijkverhaal
Doelgroep
Waterschap