Interview gemeente Rotterdam: Eerste ervaringen BRO


Gemeente Rotterdam

Aantal inwoners: 641.000
Oppervlakte: 320 km2 (land en water)
Gesproken met: Evert Bontenbal, procesbeheerder afdeling Basisinformatie

Sonderingen in Rotterdam in een 3D-model.

Waar in de gemeentelijke organisatie hebben jullie de BRO belegd?

‘Binnen de gemeente Rotterdam hebben we een grote poot Stadsbeheer, die gaat over de hele buitenruimte. Eén onderdeel daarvan is de afdeling Basisinformatie. Daar beheren we alle basisgegevens met een geo-component. Zeg maar de BAG, de BGT en nu ook de BRO. Er is ook een afdeling Ondergrond waar met name informatie over kabels en leidingen wordt beheerd. Toch vonden we het logischer om de BRO onder te brengen bij de andere basisregistraties.’

Hoe ver zijn jullie met de BRO?

‘We zijn aangesloten op het bronhouderportaal. Er zijn nu twee catalogi uitgegeven waar wij informatie over beheren: grondwatermonitoringputten en sonderingen. De sonderingen leveren we op dit moment al aan, en de putten nog niet. Het is best complex om met een organisatie van 11.000 ambtenaren de juiste mensen en de juiste afdelingen te vinden die je hiervoor nodig hebt.’

Hoe hebben jullie dat aangepakt?

‘We zijn gestart met een werkgroep BRO. Daarvoor zijn we op zoek gegaan: welke mensen van welke afdelingen betrekken we hierbij? Vaak waren dat mensen uit een hele andere poot van de organisatie. Daar hebben we contact mee gelegd en gevraagd of ze mee wilden werken. Daarnaast hebben we een stuurgroep opgezet. Daarin zitten de hoofden van alle betrokken afdelingen. In de stuurgroep komen de grotere vragen voorbij over financiën en beschikbare capaciteit. Die onderverdeling werkt heel goed.’

Hebben jullie er ook bestuurders bij betrokken?

‘Niet echt. Onze organisatie is daar te groot en te gelaagd voor. De managers in de stuurgroep hebben voldoende bevoegdheden om belangrijke knopen door te hakken. De bestuurders weten wel van de BRO, maar ze zijn er niet rechtstreeks bij betrokken. Ik kan me overigens voorstellen dat dit bij kleinere gemeenten anders werkt.’

Zie jij de BRO als een lastige opgave, of valt het wel mee?

‘Qua software en ICT valt het allemaal wel mee. Wat het lastig maakt, is dat de inhoud van de BRO nog niet vaststaat. De 4 tranches worden stap voor stap bekendgemaakt. En de volgorde wordt nogal eens omgegooid. Dat is moeilijk plannen in onze organisatie, waar ik in augustus al de financiën voor volgend jaar moet indienen. De kans bestaat dus dat ik te veel of juist te weinig budget heb aangevraagd. Ook de inzet van ICT moet tijdig worden geregeld. De traagheid van de BRO in combinatie met de grootte van onze organisatie is een complicerende factor. Toen ik met de BRO begon, verwachtte ik dat het allemaal een stuk sneller zou gaan.’

Welke tip kun je collega-bronhouders geven?

‘Je moet het goed organiseren. Verzamel een club om je heen van de juiste mensen, die kennis van zaken hebben. Als je dat op orde hebt, dan is het goed te doen. En maak dat ook duidelijk richting de managers: dat ze tijd en geld vrijmaken hiervoor. Dit is iets is waar aandacht aan besteed moet worden.’

Wat wil je verder nog kwijt over de BRO?

‘Als ik eerlijk ben, vind ik de BRO op dit moment te smal om gebruikers echt te overtuigen. De BRO moet in de toekomst een registratie zijn van álles wat er in de ondergrond zit. Dus ook heipalen, damwanden, ondergrondse containers en metrobuizen bijvoorbeeld. Wat de BGT bovengronds is, kan de BRO dan worden voor de ondergrond. Dan krijgt de BRO echt een meerwaarde. Gelukkig loopt er nu een pilot over deze materie. Ik hoop van harte dat het ministerie de uitkomsten van die pilot meeneemt en er echt iets mee doet.’


Type project
Praktijkverhaal
Doelgroep
Gemeente