Terugblik BRO Kwartaal-event 1oktober
Terugblik
Het derde BRO Kwartaal-event stond in het teken van de voorbereiding op Tranche 2 van de BRO. De meer dan 100 deelnemers hadden veel vragen, vaak ook heel specifiek. Zij waren ook op zoek naar praktijkvoorbeelden zoals van Utrecht en het Groene Hart. Er zijn veel nieuwe contacten gelegd en afspraken gemaakt elkaar te bezoeken. Dat netwerk is heel belangrijk. Hier een terugblik op de bijeenkomst.

Introductie
"Welkom en dank dat jullie in zulke groten getale zijn gekomen, ondanks drukte op de weg door alle boerenprotesten. " Zo opende Martin Peersmann, programmamanager BRO, het Kwartaal-event. "We staan aan de vooravond van fase 2 van de BRO die op 1 januari 2020 ingaat. Deze dag staat daarom in het teken van Tranche 2. Bent u klaar voor de start?"
Dagvoorzitter Kor Gerritsma nam de zaal vervolgens mee langs de laatste ontwikkelingen.
Technische stand van zaken
Voor de meeste registratieobjecten van Tranche 2 registratieobjecten heeft het BRO-programma de ketentesten succesvol doorlopen. Dank aan de teams, de bronhouders en de softwareleveranciers die hier samen hard aan hebben gewerkt.
Het ketenteam rondt de levering van Tranche 2 af, wat betekent dat we de Tranche 2 registratieobjecten vanuit de programma / ontwikkelfase overbrengen naar beheer. Voor jullie betekent dit dat veel van de registratieobjecten uit Tranche 2 nu al beschikbaar zijn voor eerste gebruik, met als kanttekening dat ze nu nog geen wettelijke status hebben en ook niet verplicht zijn.
Wettelijke stand van zaken
In 2020 is er een verplichting om Tranche 2 objecten aan te leveren en te gebruiken. Dit is inmiddels geregeld in de Algemene Maatregel van Bestuur en de Ministeriële Regeling.
Zoals gezegd, de keten is klaar om de leveringen op te vangen en te verwerken. We hebben nu al een aantal in demo beschikbaar. Bijvoorbeeld het GeoTOP-model is nu al beschikbaar.
De kapstok voor de BRO
Bij alle overheden is de BRO makkelijker bespreekbaar te maken als je de ondergrond in verband kunt brengen met grote (en kleine) opgaven. Denk aan de thema's van de NOVI (nationale omgevingsvisie) en het stelsel van basisregistraties en hierbinnen aan WKO en milieuhygiëne.
Welke 4 vraagstukken kennen we?
- Klimaat adaptatie en energietransitie
- Sterke en klimaatbestendige steden en regio’s
- Duurzame economische groei
- Toekomstbestendig landelijk gebied.
Verder zien we dat de bronhouders grotendeels al aangesloten zijn. Daarnaast zien wel heel langzaam de verschuiving naar het gebruik van de BRO al optreden. Hiervoor worden Proofs of Concept uitgevoerd, zoals in Woerden of rond de Lekdijk.
Basiscursus: de BRO in vogelvlucht
Net als bij het vorige kwartaalevent werd deze sessie druk bezocht. In ruim een half uur namen Roselie en Marjan de deelnemers mee langs de verschillende onderdelen van de BRO. Ze vertelden dat de Landelijke Voorziening van de BRO elk jaar meer gestandaardiseerde en goed toegankelijke gegevens beschikbaar stelt. Een begin is gemaakt, vrijwel alle bronhouders zijn aangesloten, en de hoeveelheid data in de BRO neemt toe.
Op 1 januari start Tranche 2 van de BRO en moeten nieuwe objecten aangeleverd worden. Al deze gegevens worden o.a. gebruikt in modellen (zoals GeoTOP en REGIS) en zullen zo uiteindelijk een veel beter en betrouwbaarder beeld van bodem en ondergrond opleveren. Door gegevens uit de BRO slim te combineren met die van andere registraties krijg je een goed inzicht in de kansen en risico’s van de ondergrond. Het wordt tenslotte steeds drukker in de ondergrond, goed datagebruik is daarom randvoorwaarde bij projecten.
De vraag werd gesteld in hoeverre er rechten ontleend kunnen worden aan de registratie van objecten in de BRO. Is een bronhouder aansprakelijk als gegevens niet juist zijn? Een algemene regel in dit soort zaken is dat, als iemand aan alle redelijk te verwachten zorgvuldigheidseisen heeft voldaan, de aansprakelijkheid beperkt zal zijn. Het volledige antwoord op deze vraag vindt u onze site.
Daarnaast werd de vraag gesteld of een projectontwikkelaar die een stuk grond aankoopt van de gemeente, ook verplicht is gegevens aan te leveren aan de BRO. Het antwoord hierop is nee, private partijen zijn daartoe niet verplicht. Op de site een aantal voorbeelden van leverplicht.
Workshop 1:
Geotechnisch booronderzoek: de zoektocht
Over drie maanden gaat tranche 2 in werking en start de verplichting om gegevens aan te leveren. Tegelijkertijd moet de nieuwe norm, de NEN-EN-ISO 14688, geïmplementeerd worden. De sessie startte dan ook met de vraag: hoe ver bent u en waar loopt u tegenaan? Al snel werd duidelijk met name gemeenten behoefte hebben aan specifieke informatie.
Bronhouders zitten met vragen als:
- Wat is geotechnisch booronderzoek precies?
- Wat zijn de andere deelonderzoeken van booronderzoek?
- Bij wat voor soort projecten kan ik geotechnisch booronderzoek verwachten?
- Wie of bij welke afdelingen of bij welk onderzoek moet ik zijn om de gegevens te borgen voor de BRO?
- Hoe kan ik projectleiders in mijn organisatie sturen of helpen om die gegevens te borgen voor de BRO?
- Wanneer kan ik de BRO-gegevens verwachten?
- Hoe krijg ik grip op het proces, terwijl ik zelf verder van de inhoud sta?
Tijdens de sessie is zoveel mogelijk ingespeeld op die actuele vragen. Ook zijn diverse tips gedeeld om aanvullende informatie te krijgen. Twee storymaps zijn daarvoor goed bruikbaar. Deze storymaps zijn nog in ontwikkeling, dus feedback en aanvullingen zijn welkom. Allereerst de storymap BRO booronderzoek waarin wordt uitgelegd wat booronderzoek is en uit wat voor soort informatie dat bestaat. Ook is stilgestaan bij de processtappen die genomen moeten worden van formuleren van de opdracht tot leveren aan de landelijke voorziening. Punt van aandacht hierbij was dat dit voor elke bronhouder en registratieobject anders kan zijn gezien de kennis en kunde afhankelijk is van de organisatie en het registratieobject. De andere storymap Classificatiemethode & vakgebieden bij booronderzoek geeft uitleg over de indeling van het booronderzoek in vakgebieden en de verschillende classificatiemethodes die worden gebruikt. Deze en andere praktische informatie met uitleg over booronderzoek is ook te vinden op de site bij het registratieobject Booronderzoek.
Tot slot is nog kort een terugkoppeling gegeven op het vorige kwartaalevent van 2 juli. In de presentatie van deze breakoutsessie is dat terug te lezen. Het gaat daarbij over de cursussen van de VOTB en hoe contracten aanpassen op de BRO.
Workshop 2:
Impactanalyse VNG en VKA Procesanalyse gemeenten: wat kunnen we leren?
Onlangs zijn er twee onderzoeken uitgevoerd over de BRO in relatie tot de gemeenten. Beide bieden een handreiking voor de gemeenten die met de BRO aan de slag willen gaan, of hun implementatie willen verbeteren.
Het eerste onderzoek was de Procesanalyse BRO, opgesteld door Verdonck, Klooster en Associates (VKA). Hierover praatte Douwe Horst van VKA de aanwezigen bij. De analyse gaat gedetailleerd in op waar BRO-registratieobjecten bij gemeenten een rol spelen (zowel inwinnen als raadplegen), en bevat ook een architectuurplaat met de IT-componenten die er bij betrokken kunnen zijn. Een in het oog springend onderdeel van de analyse was het ‘bolletjesschema’ waarin wordt weergegeven welk BRO-registratieobject in welk werkproces van belang kan zijn. Douwe benadrukte het woordje ‘kan’, omdat het een brede inventarisatie is; niet elk ‘bolletje’ hoeft bij elke gemeente relevant te zijn. Het schema en de architectuurplaat zijn vooral bedoeld voor de BRO-coördinator die hiermee veel gerichter met de juiste vakafdeling kan gaan praten over de juiste onderdelen. De deelnemers waren erg blij met deze handreiking, die ook direct de nodige discussie uitlokte - wat bewees dat het een uitstekende basis voor een gesprek was. Zo’n systematische handreiking is, zo vonden de meeste deelnemers, ook hard nodig. Het onderscheid inwinnen/raadplegen vond men nog wel lastig, daar zou nog wel een nadere toelichting nuttig bij kunnen zijn.
Het tweede onderzoek, de Impactanalyse BRO van de VNG, werd toegelicht door de penvoerder van het rapport, Frank van Zutphen. De aanleiding was dat het voor de gemeenten niet duidelijk is wat de impact van de BRO voor hen zal zijn, zowel organisatorisch, financieel als IT-technisch. VNG Realisatie voerde daarom een Impactanalyse uitgevoerd, met daarin:
- Wat wijzigt er in de werkwijze
- Wat zijn de informatiekundige gevolgen van de nieuwe regelgeving
- Welke kosten en besparingen hieraan zijn verbonden
- Welke ondersteuning verwachten gemeenten nodig te hebben bij de implementatie.
Ook geeft de analyse een aantal voorstellen voor verbetering en aanvulling van het Programma BRO.
Frank benadrukte dat de belangrijkste succesfactoren voor implementatie zijn: budget (voor een doorsnee gemeente ergens tussen de 20.000 en 45.000 per jaar), prioriteit binnen de organisatie, en commitment van management/bestuur. Een deelnemer stelde, met instemmend knikken van andere aanwezigen, dat management sowieso weinig inhoudelijke kennis heeft voor het dossier BRO; als je goede informatie wilt hebben moet je toch naar de medewerker van de vakafdeling toe. Frank voegde hier nog aan toe dat de BRO eigenlijk alleen indirecte verplichtingen met zich meebrengt: het werk wordt door opdrachtnemers uitgevoerd. Ook ICT-voorzieningen zijn in beginsel niet nodig. Het kan uiteraard geen kwaad om met de IT-afdeling te gaan praten, maar Frank ontraadde met klem om daarbij te gaan vragen om een nieuw systeem. Diverse aanwezigen wezen op het bestaan van beheersystemen waarin BRO-relevante gegevens zijn opgeslagen. Ook hiervoor adviseerde Frank om eerst na te gaan of de gemeente wel zelf iets zou moeten doen, of dat dat een zaak van opdrachtnemers is.
Workshop 3:
BRO in de praktijk: Merwedekanaalzone, gemeente Utrecht
Marcel Duffhuis en Arjan Koelewijn van de gemeente Utrecht vertellen een inspirerend verhaal over hoe zij met behulp van een 3D-visualisatie van het Merwedekanaalzone zowel binnen hun organisatie als in de communicatie met belanghebbenden veel voor elkaar krijgen. Dit gebied, aan de rand van het centrum Utrecht, wordt getransformeerd tot een nieuwe verbindende stadswijk.
Thema’s als de woonopgave, energietransitie, mobiliteit en gezondheid komen daarbij samen. En daarmee ook vraagstukken rondom de ondergrond.
In deze visualisatie, gebouwd op een Unity platform, hebben zij de bovengrond van dit gebied digitaal aan de ondergrond “geplakt”. Eerst werd de huidige bebouwing getoond samen met de ondergrond. Later worden daaraan ook de te ontwikkelen gebouwen digitaal in beeld gebracht. De data hiervoor is afkomstig uit de bestaande registraties, zoals KLIK, BGT, BAG, historisch materiaal, BRO. Dit geeft een goed beeld van het plangebied binnen de stad en maakt inzichtelijk waar tijdens de ontwikkeling rekening gehouden moet worden en of er alternatieven mogelijk zijn. Het maakt gesprekken met bewoners concreter. Marcel en Arjan zien het als een living lab met als uitkomst o.a. dat je data op orde moet hebben en dat je kennis moet opbouwen.
Daarnaast is met Spotinfo (zij leveren een data gestuurd platform) een pilot gestart waarin automatisch open data opgetrokken is uit bronbestanden zoals BAG, Kamer van Koophandel, Energielabel. De data van de ondergrond is op dit moment nog niet gekoppeld. Dat zou wel mogelijk zijn, maar door de zwaarte van de bestanden is (nog te) veel bandbreedte nodig. Op dit moment is deze applicatie nog niet breed beschikbaar. De gemeente Utrecht heeft hierin geïnvesteerd maar pleit ervoor om dit voor alle overheden toegankelijk te maken. Daarmee komt het ook beschikbaar voor overheden die over minder financiële middelen beschikken.
Tot slot geeft Arjan aan dat het bouwen op het Unity platform geen rocket science is. Hij was niet bekend met het programma en heeft aan de initiële bouw slechts één dag besteed. Deelnemers aan deze sessie geven aan dat zij erg geïnteresseerd zijn. Het zou fijn zijn als er een handleiding ontwikkeld wordt en over en weer ervaringen gedeeld kunnen worden.
Met het voornemen om dit punt verder op te pakken sluiten we deze sessie af.
Lees ook het verhaal van Antoon Minten,BRO coördinator van de gemeente Utrecht op onze site.
Workshop 4:
BRO Servicedesk op locatie
De BRO Servicedesk staat altijd klaar voor al uw vragen. Zo ook tijdens het BRO Kwartaalevent, waar het mogelijk was om in gesprek te gaan met Megan Wouters - het gezicht (en de stem) van de BRO Servicedesk. Deze sessie was bedoeld als inloopspreekuur, waardoor allerlei verschillende onderwerpen aan bod zijn gekomen. Zo is bijvoorbeeld het verschil tussen IMBRO en IMBRO/A toegelicht. IMBRO/A is een kwaliteitsregime waarbij bepaalde gegevens mogen missen, zodat bronhouders gegevens uit hun archief aan kunnen leveren aan de BRO. Hieruit ontstond de vraag of sonderingen van vóór 1 januari 2018 ook aangeleverd konden worden aan de BRO. Om dit voor elkaar te krijgen, moet de leverancier van de sonderingen de gegevens vaak nog verrijken voordat deze geschikt zijn om te converteren en aan te leveren. U kunt dus het beste contact opnemen met de leverancier om te vragen of zij de sondering kunnen converteren naar de BRO. In sommige gevallen kan het BRO implementatieteam helpen met de conversie van uw sonderingen. U kunt het zogeheten GEF-bestand van de sondering naar de BRO Servicedesk sturen ter beoordeling of deze aangeleverd kan worden aan de BRO. Dit geldt ook voor sonderingen die in de loop van 2018 uitgevoerd zijn, maar die nog niet aangeleverd zijn.
Ook wilden deelnemers weten hoe zij op de hoogte kunnen blijven van ontwikkelingen binnen de BRO en of er de mogelijkheid was om hierover mee te praten. Dit is zeker mogelijk: Er worden verschillende sprintreviewsessies gegeven die u bij kunt wonen, een overzicht van deze reviewsessies vindt u in de agenda. Ook loopt er tot 12 november 2019 een publieke consultatie voor het registratieobject ‘geologische boormonsterbeschrijving’ dat in tranche 3 toegevoegd wordt aan de BRO. Tijdens zo’n consultatie kunt u uw mening geven op de Standaard, voordat deze helemaal vastgesteld wordt. Binnenkort volgen er nog vier publieke consultaties voor de andere registratieobjecten in tranche 3. U kunt hiervoor de website en de nieuwsbrief in de gaten houden.
Tijdens de sessie is ook verteld en gedemonstreerd hoe een terugmelding werkt. Via een webformulier op de website is het mogelijk om een terugmelding in te dienen. Dit doet u als u twijfelt over de juistheid van een gegeven in de BRO. De bronhouder ontvangt de terugmelding per mail en moet de terugmelding verder onderzoeken of laten onderzoeken door de leverancier. U kunt bij de BRO Servicedesk navragen welke persoon binnen uw organisatie de terugmelding per mail ontvangt. Dit is over het algemeen degene die uw organisatie aangemeld heeft bij de BRO, maar dit hoeft niet altijd degene te zijn die de terugmelding zou moeten ontvangen. Dit kunt u eenvoudig aan laten passen bij de BRO Servicedesk. U kunt er ook voor kiezen om een algemeen e-mailadres op te geven, zodat een eventuele terugmelding op een centrale plek binnenkomt.
Er was een klein aantal personen dat deelnam aan deze sessie, waardoor er de ruimte was om met elkaar in gesprek te gaan en om te horen hoe andere organisaties te werk gaan. De ene vraag vloeide voort uit de andere, wat aangeeft hoe belangrijk het is om uw vragen te stellen. Dit is dan ook de belangrijkste uitkomst van deze sessie: Neem bij twijfel contact op met de BRO Servicedesk en zij helpen u graag met uw vraag of verzoek. Dit kan telefonisch op 088 8664 999 of via onze servicepagina.
Workshop 5:
De ondergrond van het Groene hart in beeld voor gebiedsontwikkeling
Leo Prins en Peter Merx van het Kadaster presenteerden de Monitor Het Groene Hart. Bijzonder om 3 redenen:
- Deze storymap gaat over de relatie tussen de Bovengrondse Ruimtelijke Inrichting en de impact daarop vanuit de eigenschappen Ondergrond.
- De andere reden was Kamerik, “spot-on” waar dit Kwartaalevent zich afspeelde. De plas boven het zogenaamde koopveen, direct naast de presentatieruimte, was duidelijk zichtbaar binnen de modellering in de story map.
- En omdat deze 2 jonge Kadastermedewerkers hun vaardigheden lieten zien met deze BRO storymap.
Het thema bodemdaling verbindt alle inwoners in dit gebied. Steeds meer kunstmatige constructies zijn nodig om alle gebruiksfuncties in stand te houden. Tot 2012 waren er bouwrestricties met als gevolg dreigende krimp. Nu staat nieuwbouw opnieuw in de belangstelling als een opgave binnen de bovengrondse inrichting. Bewoners, samen met 5 waterschappen, 3 provincies, en 40 gemeenten zijn actief binnen het Nationaal Landschap Groene Hart.
In deze presentatie werd bij de woninganalyse duidelijk hoe belangrijk de ondergrond was bij het ontstaan van onze huidige ruimtelijke inrichting. En hoe belangrijk de ondergrond is bij woonopgaven en marktwaarde. Met 3D ruimtelijke modellering worden de bovengrondse- en ondergrondse ruimtelijke kansen verbonden. De NOVI thema’s ruimtelijke (klimaat)adaptatie, energietransitie, duurzame groei, sterke en gezonde regio’s en toekomstbestendige ontwikkeling stedelijk gebied werden in deze workshop verbonden aan de kansen, en de randvoorwaarden, vanuit de ondergrond. Hierbij werd ook duidelijk hoezeer de BRO coördinator een spilrol vervult binnen de overheid. Hoewel de Basisregistratie Ondergrond geen Kaart onder de Leefomgeving is, levert deze wel de data vooral de waardevolle informatie voor de ruimtelijke keuzen. De vele vragen van bronhouders en bedrijven zorgden voor meer inzicht in het belang van de ondergrond voor je bovengrondse inrichtingsopgaven.
De monitor Het Groene Hart is te raadplegen via; http://arcg.is/1nGbuL